Burgers en Vreemdelingen: Een analyse van Friedrich Schleiermachers preek: Wie sehr es die Würde des Menschen erhöht, wenn er mit ganzer Seele an der bürgerlichen Vereinigung hängt, der er angehört

Abstract

Friedrich Daniel Ernst Schleiermacher (1768-1834) heeft het denken over de verhouding tussen religie en samenleving op een grondleggende manier bepaald. De receptie van Schleiermachers werk laat zijn homilieën veelal onderbelicht. Juist hier treedt de politieke dimensie van zijn denkbeelden over gemeenschap en religie naar voren. Dit geldt met name voor de preek van 24 augustus 1806, met de titel Wie sehr es die Würde des Menschen erhöht, wenn er mit ganzer Seele an der bürgerlichen Vereinigung hängt, der er angehört. In dit onderzoek wordt de betekenis van bovengenoemde preek op drie manieren kritisch onderzocht. In het eerste hoofdstuk wordt Wie sehr es die Würde des Menschen erhöht... in de ideeën- en politiekhistorische context van de (vroege) Duitse Romantiek geplaatst. De eerste paragraaf brengt de filosofische, sociale, esthetische, religieuze en politieke thema's samen, die het romantische discours kenmerken. De tweede paragraaf geeft een korte schets van de politiek- historische context van Pruisen rondom 1800. Ten tweede kan ook een retorische analyse helpen om de betekenis van een historische tekst te vatten. Deze benadering staat in het tweede hoofdstuk centraal. De eerste paragraaf is een korte samenvatting van de preek. De tweede paragraaf geeft een retorische analyse van de sleutel troop van “das Haus” aan de hand van vier tekstfragmenten. In de derde paragraaf wordt de retorisch-tropologische constructie van de preek geconfronteerd met enkele kernideeën uit het werk van de filosoof, linguist en literatuurwetenschapper Kenneth Burke (1897-1993). In de slotbeschouwing wordt de vraag naar de betekenis van Schleiermachers preek op een andere manier gesteld: Op welke manier - en onder welke voorwaarden - kan een historische tekst relevant zijn voor een beter begrip van actuele vraagstukken rondom identiteit, gemeenschap, (wereld)burgerschap en nationalisme. Het belang van contextualiseren en retorica als onontbeerlijke analyse-instrumenten voor de humanistiek wordt daarbij opnieuw onderstreept. Zij maken een kritische houding mogelijk, die weerbaar maakt tegen reductionistische posities in actuele debatten die geen recht doen aan de complexiteit van de problematiek. Zo wordt de mogelijkheid geschapen om starre polaire tegenstellingen open te breken en tussenposities (opnieuw) denkbaar te maken

    Similar works