Activating welfare recipients with health complaints: Reasons for failure of a cognitive training programme

Abstract

Activating welfare recipients with health complaints: Reasons for failure of a cognitive training programme In western welfare states, a trend towards activation has led to the development of interventions aimed at welfare recipients with health complaints. Forms of coercion are increasingly applied within this activation policy. An example of this approach is the Dutch project Healthy to Work (HtW) which developed and evaluated an intervention combining an exercise program with cognitive training. Although HtW had been selected as an example of good practice, a randomized clinical trial did not show beneficial effects. This cognitive training programme based on rational-emotive therapy has not been studied separately as yet. Therefore, an in-depth qualitative study was conducted to examine reasons for failure. A purposive sample of six trainers were interviewed. The results indicated that trainers encountered problems with the heterogeneity of participants and different problems, expectations and labour market obstructions than expected beforehand. The mandatory nature of HtW had a negative effect on motivation of both participants and trainers. The discussion questions the assumption that coping style and cognitions of welfare recipients with health problems are the main obstacles to finding work, and the policy to ignore physical limitations of participants. We suggest that in this complex area of practice, improvement can be achieved by allowing trainers to adapt and learn during the process, while also reflecting on normative aspects, and by taking perspectives of welfare recipients themselves into account. Het activeren van uitkeringsgerechtigden met gezondheidsklachten: Oorzaken voor het falen van een cognitief trainingsprogramma Een groeiende nadruk op de activering van uitkeringsgerechtigden heeft in veel Westerse verzorgingsstaten geleid tot de ontwikkeling van interventies die gericht zijn op uitkeringsgerechtigden met gezondheidsklachten. Vormen van dwang, zoals verplichte participatie, worden meer en meer toegepast binnen dit activeringsbeleid. Een voorbeeld hiervan is het Nederlandse project “Gezond aan de Slag”, dat een interventie ontwikkelde en evalueerde waarin een fysiek trainingsprogramma gecombineerd wordt met cognitieve training. Hoewel HtW als “best practice” gold, liet een randomized trial geen positieve effecten van de interventie zien. Omdat het cognitieve trainingsprogramma, gebaseerd op rationeel-emotieve therapie, niet eerder afzonderlijk werd bestudeerd, werd een diepgaande kwalitatieve studie uitgevoerd. Getracht werd om de oorzaken van het falen van het programma in kaart te brengen. Zes, gericht geselecteerde, trainers werden geïnterviewd. De resultaten lieten zien dat de trainers problemen hadden met de heterogeniteit van de deelnemersgroep en op andere problemen, verwachtingen en arbeidsmarktobstakels stuitten dan vooraf verwacht. De verplichte aard van HtW had een negatief effect op de motivatie van zowel deelnemers als trainers. In de discussieparagraaf van dit artikel worden vraagtekens geplaatst bij de veronderstelling dat de coping stijl en cognities van uitkeringsgerechtigden met gezondheidsproblemen de belangrijkste hindernissen zijn voor het vinden van werk, en worden vraagtekens geplaatst bij het beleid om fysieke beperkingen van deelnemers te negeren. De auteurs suggereren dat met betrekking tot dit complexe praktijkprobleem, verbetering kan worden bereikt door aanpassen en leren van de interventie gedurende de toepassing daarvan toe te staan, en door expliciet te reflecteren op de normatieve aspecten van de interventie, en de perspectieven van de uitkeringsgerechtigden zelf

    Similar works