In het kader van het meerjarig onderzoek naar de selectiviteit van herbiciden in gewassen met een klein areaal, zijn in 2003 de volgende gewassen onderzocht: boon, erwt, kool, peen, raketblad, ui, venkel, vlas en witlof. Er is een keuze gemaakt uit potentiële bodem- en contactherbiciden, waarvan er twaalf in twee doseringen en één in vier doseringen (twee doseringen als bodemherbicide en twee doseringen als contactherbicide) getoetst zijn in de hierboven genoemde gewassen. De gewassen zijn op twee verschillende tijdstippen gezaaid. Door op twee tijdstippen te spuiten werd er in vier verschillende gewasstadia getoetst op selectiviteit. Na de bespuitingen zijn de gewassen beoordeeld op de mate van gewasschade (mate van aantasting door het middel) en groeireductie