Waternood-toepassing voor het gebied Einderbeek-Schoorkuilen; de reconstructie van een vennen-ecosysteem

Abstract

Voor het voormalige vennengebied Einderbeek - Schoorkuilen is met het Waternoodinstrument berekend hoe kansrijk de plannen zijn om in dat gebied een vennenecosysteem in oude luister te herstellen. Het herstellen van het ven houdt in de praktijk in afgraven van het zand, afkomstig uit het Kanaal Wessem - Nederweert, dat er begin 20ste eeuw in is gedeponeerd. Tezamen met het verhogen van het grondwaterpeil door het opzetten van het peil in de Einderbeek resulteert dit in de vorming van plassen. Hierin ontstaat als het goed is vanuit de zaadbank, die nog in de oorspronkelijke venbodem aanwezig is, de gewenste watervegetatie van de Fonteinkruidklasse en het Oeverkruidverbond (Littorellion). In het hydrologische model dat voor het gebied bestond zijn kleine aanpassingen aangebracht om de geplande situatie beter te modelleren. Uit de berekeningen blijkt dat in het ven en de zeer directe omgeving ervan het beoogde natuurdoeltype een grote kans van slagen heeft; de doelrealisaties liggen tegen de 100%. Dit wordt bevestigd door de ontwikkelingen in het `Schoorwater¿, een proefplas die is gegraven aan de oostkant van het gebied waarin binnen enkele jaren het Oeverkruidverbond is verschenen. De overige beoogde natuurdoeltypen hebben weinig kans van slagen. Voor de landbouwpercelen die rondom het gebied liggen blijken de hydrologische maatregelen die nodig zijn om het vennen-ecosysteem te realiseren niet tot grote schades te leide

    Similar works