De Nederlandse melkveehouderij draagt via de emissies van lachgas en methaan bij aan de emissies van broeikasgassen. De uitbreiding van het BedrijfsBegrotingsProgramma Rundvee (BBPR) met een boeikasgasmodule maakt het mogelijk om de kosteneffectiviteit van emissiereducerende maatregelen in één rekengang te berekenen. De kosteneffectiviteit is het verschil in financieel saldo gedeeld door het verschil in emissie. De emissie van het gemiddelde melkveebedrijf in Nederland bedraagt volgens de berekening met de broeikasgasmodule van BBPR 0.8 kg CO2-equivalenten per kg melk voor bedrijven op minerale grondsoorten en 1.3 kg CO2-equivalenten per kg melk voor bedrijven op veengrond. Het verhogen van het aandeel maïs in het rantsoen verlaagt de emissie slechts vrij gering, maar levert financieel voordeel op. Minder weidegang resulteert in een aanzienlijke emissiereductie, maar is een dure maatregel. Het gebruik van nitraatloze voorjaarsmeststoffen levert slechts een geringe bijdrage aan de emissiereductie. Mestvergisting, volgens het principe van co-vergisting van aangevoerde snijmaïskuil, kan de emissie tot 24% reduceren, maar is voor een gemiddeld bedrijf te duur