Valse meeldauw is het grootste ziekteprobleem in de zonnebloementeelt. Het wordt veroorzaakt door de oömyceet Plasmopara halstedii, een bodemgebonden ziekte. Valse meeldauw kan tot tien jaar in de grond overleven als rustspore. In de bodem kan valse meeldauw onder natte omstandigheden via de jonge wortels van een kiemplant infecteren. Bij infectie vanuit de bodem, de zogenaamde systemische infectie, zijn er verschillende symptomen zichtbaar. De planten blijven achter in groei, bladeren vergelen en bij een zware aantasting kan de plant afsterven. Als een plant is aangetast en op de bladeren nieuwe sporen worden gevormd verspreiden deze sporen zich via de lucht. Ze veroorzaken een bovengrondse aantasting waarbij bladvlekken ontstaan. Beide soorten infecties leiden tot verminderde kwaliteit van de bloemen en met name de systemische infectie leidt tot verminderde productie. Meer dan 50% uitval is meermalen voorgekomen. Zowel in de gangbare teelt, als in de biologische teelt waarbij geen chemische ingreep mogelijk is, wordt het probleem steeds groter. Werkzame fungiciden zijn vooralsnog in de teelt niet toegelaten en coaten van zaad met fungiciden werkt niet afdoende. Er is daarom gezocht naar een geïntegreerde aanpak voor valse meeldauw in zonnebloem met de nadruk op preventieve maatregelen