In dit rapport worden de resultaten van toetsing van 20 herkomsten van beuk uit Nederland behandeld. Hiervan zijn reeds 8 herkomsten opgenomen in de Rassenlijst Bomen in de categorie 'geselecteerd uitgangsmateriaal'. Door gebruik te maken van herkomsten, die goed teeltmateriaal leveren is de kans het grootst dat een beplanting succes: vol aangeplant kan worden onder onze ecologische omstandigheden. Het onderzoek is onderdeel van het Cultuur: en Gebruikswaarde Onderzoek (CGO) ten behoeve van de Rassenlijst Bomen. De beuk wordt als een belangrijke loofboomsoort voor het Nederlandse bos beschouwd. Het grootste deel van het beukenbos bevindt zich op de zandgronden in het midden en het oosten van Nederland. Het beleid is momenteel gericht op verdere uitbreiding van het beukenareaal. Behalve bosbouwkundig belangrijke eigenschappen als groei en vorm zijn wellicht nog belangrijker de eigenschappen als tijdstip van uitlopen, het slagingspercentage en de overle: ving, die bepalen of een herkomst hier thuis hoort en met succes aangeplant kan worden onder onze ecologische omstandigheden. In 1987 werden vijf proefvelden aangelegd met acht Nederlandse herkomsten, die opgenomen zijn in de Rassenlijst Bomen in de categorie 'geselecteerd uitgangsmateriaal' en twaalf niet opgenomen Nederlandse herkomsten. Deze proeven liggen in het Harderbos, Oud:Sabbinge, Sanoer, Urkerbos en Wolphaartsdijk