Competenties ontwikkelen voor ontwerpgericht onderzoek:richtlijnen voor de HBO masteropleiding

Abstract

De Onderwijsraad (2014) doet aanbevelingen voor het hbo om meer innovatieve, onderzoekende onderwijsprofessionals op te leiden. De maatschappij vraagt om hoogopgeleide ‘weerbare en wendbare’ professionals die in staat zijn te reflecteren op hun praktijk en deze praktijk steeds weer kunnen vernieuwen door onderzoek naar hun eigen praktijk te verrichten (Vereniging Hogescholen, 2015). Ontwerpgericht onderzoek is een genre van onderzoek dat bij uitstek geschikt is om bij te dragen aan (levenslang) leren en innoveren (Markauskaite, & Reimann, 2008). Dit type onderzoek onderscheidt zich van andere vormen door toe te werken naar empirisch onderbouwde oplossingen voor praktijkproblemen en tegelijkertijd door wetenschappelijke inzichten op te doen die waardevol kunnen zijn voor anderen (DBRC, 2003; Andriessen, 2013; Van Aken, 2011). Echter, het ontwikkelen van de competenties om dit te doen is een uitdaging voor lerarenopleiders. Hoe kunnen lerarenopleidingen deze professionals opleiden? In elk geval moet de leraar leren zelf onderzoeksmatig te handelen in het ontwerpen van onderwijs. Dit artikel presenteert de resultaten van een studie waarin percepties van lerarenopleiders en zelfpercepties van studenten ten aanzien van competenties voor ontwerpgericht onderzoek centraal staan. Op basis van de uitkomsten worden richtlijnen voor (her)-ontwerp van het curriculum beschreven. Deze richtlijnen zijn mogelijk ook informatief voor andere opleidingen met vergelijkbare ambities ten aanzien van competenties voor ontwerpgericht onderzoek en diversiteit in studentpopulatie

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    Available Versions

    Last time updated on 20/03/2018