Deze longitudinale studie bestudeert veranderingstrajecten in het functioneren van ouderen vanaf 55 jaar. Deelnemers worden elke drie jaar thuis bezocht door getrainde interviewers die gevalideerde vragenlijsten en lichamelijke en cognitieve tests afnemen. In 1992 is gestart met 3.107 deelnemers van 55-85-jarigen (cohort 1). In 2002 is aangevuld met een nieuw cohort van 1.002 55-64-jarigen (cohort 2). In 2012 zijn opnieuw 1.023 deelnemers toegevoegd (cohort 3).
Vier functioneringscomponenten worden onderscheiden: fysieke, cognitieve, emotionele en sociale. De trajecten omvatten: voorspellers (biologisch, medisch, psychologisch, sociaal, omgeving), interacties en gevolgen (kwaliteit van het leven, zorggebruik, maatschappelijke participatie, sterfte) van veranderingen in functioneren