Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Bosscheweg 113 te Boxtel, gemeente Boxtel (NB) Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Bosscheweg 113 te Boxtel, gemeente Boxtel (NB)

Abstract

Laagland Archeologie heeft in maart 2021 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Bosscheweg 113 te Boxtel. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de uitbreiding van een pand. Op basis van voorgaand onderzoek kan De locatie van het plangebied vanaf het Laat-Paleolithicum tot aan de late Middeleeuwen als kansrijk op bewoningsactiviteiten worden bestempeld. Op basis van het in 2019 uitgevoerde booronderzoek op het terrein waarop het plangebied gelegen is, is de kans groot dat eventuele archeologische vindplaatsen bewaard zijn gebleven. Voor een deel zijn op verschillende punten archeologische vindplaatsen aangetoond. Bij het latere proefsleuvenonderzoek zijn dan ook archeologische sporen en vondsten aangetroffen uit de IJzertijd en Middeleeuwen. Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems) als de verstoringsdiepte dieper dan 120 cm -mv wordt. Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken en prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Bij bodemingrepen minder dan 120 cm -mv (6,76 m +NAP) wordt geadviseerd om het plangebied vrij te stellen van vervolgonderzoek. Algemeen is de consensus dat een fundering op palen slechts een geringe schade aan het bodemarchief toebrengt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, uitgaande van de situatie binnen het plangebied. Een minimalisering van het aantal palen bestaat en maximaal 2% van de oppervlakte van de vindplaats in het plangebied bedraagt. De afstand tussen de palen(rijen) gerekend van rand tot rand bedraagt minimaal 4 m. Bij voorkeur worden in stevige, zandgronden grondvervangende palen gebruikt. De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Boxtel, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, de heer R.J.M. van Genabeek. Mochten bij graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, dan geldt conform de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (033 421 74 56) of via de website: www.cultureelerfgoed.nl/contact

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image