(Antea Group projectnummer 431898)
Samenvatting
Antea Group voerde in de periode van 7 tot en met 10 januari 2019 een archeologische begeleiding uit aan de Tuinders- en Wierdeweg op de wierde te Leermens (gemeente Loppersum). Aanleiding voor het archeologisch onderzoek was de voorgenomen verbetering van het elektriciteitsnetwerk te Leermens . Circa 330 meter van het geplande tracé is aangelegd in open ontgraving en archeologisch begeleid, verdeeld over drie werkputten. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) 4.1., protocol 4004, conform het vooraf opgestelde en door opdrachtgever en de bevoegde overheid goedgekeurde Programma van Eisen (PvE).
Veldfase
Het in het archeologisch onderzoek aangetroffen pakket wierdelagen dateert uit de late middeleeuwen tot nieuwe tijd. Enkele van de hoogste lagen zijn door het voorkomen van baksteenpuin met zekerheid in de late middeleeuwen tot vroege nieuwe tijd te plaatsen. De dieper gelegen en vondstlozewierdelagen zijn vermoedelijk laatmiddeleeuws. In werkput 3 is een vroeg 20e -eeuws wegverbeteringspakket aangetroffen. Er is een klein aantal vondsten geborgen dat geen gedetailleerde (daterings)informatie oplevert. Het gaat om twee aan elkaar passende fragmenten dierlijk bot (rund) en een wandscherf van een kogelpot. Kogelpotaardewerk stamt uit de middeleeuwen en heeft een vrij ruime omlooptijd: van zo’n 700 tot 1300. Het kogelpotaardewerk is echter aangetroffen in een laag waarin ook fragmenten van baksteen in zijn mogelijke kloostermoppen (bakstenen met een lengtemaat groter dan 32 cm) aangetroffen. Het betreft mogelijk opspit uit een oudere laag. Structuren zijn niet aangetroffen. Het uitgevoerde onderzoek betreft een opgraving variant archeologische begeleiding (KNA protocol 4004, KNA 4.1), wat het einde betekent van de AMZ-cyclus (bijlage 2). Derhalve zijn geen nadere adviezen of waarderingen te geven. Het archeologisch onderzoek heeft de nu verstoorde delen ex situ bewaard en voor de diepere lagen is een behoud in situ gerealiseerd. Hoewel in het onderzochte tracé de bodemopbouw tot zo’n 60-70 cm onder het maaiveld verstoord is, blijkt dat daaronder aangetroffen bewoningslagen uit de nieuwe tijd en wierdelagen uit de late middeleeuwen goed geconserveerd zijn gebleven tot op de bodem van de werkput die zich bevindt op 1m -mv.
Op basis van vondsten uit eerder uitgevoerd archeologisch onderzoek rondom het plangebied is de verwachting dat zich onder de hier aangetroffen lagen oudere lagen bevinden die waarschijnlijk ook een redelijk tot goede conservering hebben. De oudste bewoningssporen dateren vermoedelijk uit de late ijzertijd of Romeinse tijd.
Geadviseerd wordt dan ook om bij toekomstige bodemingrepen op deze locatie altijd rekening te houden met de aanwezigheid van intacte wierdelagen op een diepte vanaf 60 cm -mv tot in ieder geval dieper dan 1 m -mv