Dit artikel analyseert de seksediscriminatiejurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) uit de periode 2012-2019. De jurisprudentie is niet consistent. Het artikel betoogt dat er geen overeenstemming binnen het Hof bestaat over de onderliggende doelen en concepten van artikel 14 EVRM. Het Hof is met name verdeeld over de vraag in hoeverre het meer principieel op moet treden tegen gender-stereotyperingen, vooral in gevallen waarin een maatregel vrouwen lijkt te beschermen