Oversterfte tijdens de eerste en tweede golf van COVID-19-epidemie in België

Abstract

De COVID-19-sterfte was sterk gecorreleerd met de oversterfte door alle oorzaken tijdens de eerste twee golven van de epidemie. Epidemiologische surveillance van COVID-19- sterfgevallen werd nauwkeurig uitgevoerd. Het is waarschijnlijk dat COVID-19-sterfgevallen werden ondergerapporteerd met 1193 sterfgevallen tijdens de toenemende fasen van de oversterfte . De eerste golf van de epidemie kende een grotere oversterfte dan de tweede golf. Personen van 85 jaar en ouder werden het zwaarst getroffen tijdens de twee perioden van oversterfte. Het jaar 2020 vertoont een oversterfte van 17,5% met 18 765 extra sterfgevallen, acht keer de gemiddelde oversterfte van de afgelopen vijf jaar. Zonder de toepassing van beperkende maatregelen (b.v. sociale distantie, enz.) en niet-farmaceutische interventies (b.v. handhygiëne, persoonlijke beschermingsmiddelen, enz.) is het mogelijk dat de oversterfte gedurende deze periode groter zou zijn geweest. Analyses van mortaliteit die hele winterseizoenen omvatten zijn nauwkeuriger voor griep, gezien de jaarlijkse griepepidemie zich vaak over meerdere wintermaanden en twee kalenderjaren verspreidt. Dit levert heel andere resultaten op dan de typische jaarlijkse analyses van januari tot december. Zelfs in de 21e eeuw kunnen epidemieën van luchtweginfecties grote dodelijke gebeurtenissen zijn met een snel begin bij een vatbare en kwetsbare&nbsp;bevolking.</p

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    Available Versions