Kap, L.

Smelter, W.

Leiden University Scholary Publications

Ingezonden mededelingen (vervolg)Kap, L.; Smelter, W.CitationKap, L., & Smelter, W. (2000). Ingezonden mededelingen (vervolg). Bestuurskundige Berichten, 15(4), 4.Retrieved from http://hdl.handle.net/1887.1/item:3234365 Version: Publisher's VersionLicense: Creative Commons CC BY-NC-ND 4.0 licenseDownloadedfrom: http://hdl.handle.net/1887.1/item:3234365 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).December 2000 4 B E S T Ingezonden mededelingen (vervolg) f 1 u Al vijf jaar lees ik af en toe het blad Bestuurskundige Berichten. Helaas moet ik bekennen dat nummer 3, jaargang 15 mij het lees­plezier heeft ontnomen. Eerst werd ik teleurgesteld met een opinie van Gerrold Verhoeks over zogenaamde westerse superioriteit. Ik vind dat dit artikel op losse schroeven staat. Vele male erger nog vind ·ik echter het volgende artikel in dezelfde BB, dat door de­zelfde student is geschreven. Dit stuk heet 'Grote handefi, een kaal hoofd en een bromstem'. Buiten het feit dat dit stuk geen bestuurs­kundige relevantie heeft, ben ik zeer verontwaardigd over de ne­gatieve manier waarop in dit stuk over homosexualiteit wordt ge­sproken. Iedereen mag zijn mening· hebben, maar breng die dan wel op een normale manier. Ik ben het overigens oneens met de inhoud van het stuk 'Grote handen, een kaal hoofd en een brom­stem'. Daar ik geen zin heb om de uitspraken en beweringen hier te herhalen, zal ik in dit stukje geen tegenargumenten aanvoeren. Die zijn er echter genoeg, voor een persoonlijke discussie ben ik dan ook altijd bereid te vinden. Op dit moment wil ik iedereen die met dit artikel op zo'n nare manier gepakt wordt, een hart onder de riem steken. Hopelijk wordt in toekomstige BB 's door de gehele redactie(raad) kritischer gekeken naar welke stukken wel en welke niet plaatsbaar zijn. Liesbeth Kap Gerrold Verhoeks schrijft in het juli/augustus 2000 nummer van ·de Bestuurskundige Berichten: "Maar u zegt: ........ ". Ik protesteer te-gen de vorm waarin Gerrold zijn mening profileert. Herhalen zal ik zijn opinie niet, zijn uitlatingen zijn voor mij te laag bij de grond. Ik kan je verzekeren, Gerrold, dat ik als lezer zeker niet zo iets zal zeggen als dat jij suggereert dat ik zeg. Gelukkig heb ik uit de vele reacties op jouw opinie mogen vernemen, dat heel veel mensen het oneens zijn met jouw gedachtegang en vooral met de manier waarop jij vindt dat je je mening naar buiten kunt brengen. In het artikel verwijs je onder andere naar de mening van God. Wanneer jij die mening respecteert, dan behoor jij je aan zijn tien belangrijk­ste geboden te houden. God laat onomstreden weten dat Christen hun naasten lief hebben, gelijk zichzelf. Aan dat gebod, Gerrold, ben je totaal voorbij gegaan! W i/jo Smelter U R S K lJ N D E B E R I C: H. T E N December 2000 De malaise rond de uitzending van Nederlandse troepen naar Srebrenica Victor Dobbe We schrijven medio jaren negentig als Nederlandse troe­pen, op verzoek van de Verenigde Naties, worden uitge­zonden naar het gebied rond Srebrenica, gericht op het interveniëren bij de enclave in het oosten van Bosnië. De uitzending mondt uit in een debacle. Datgene waartoe de Nederlandse· troepen werden uitgezonden - de bescherming. van de plaatselijke bevolking - kan niet met succes worden bereikt. Sterker nog, de Nederlandse troepen moeten toe­zien hoe de plaatselijke bevolking aan genocide onderhe­vig gesteld wordt. Later blijkt, dat er binnen de Neder­landse rijksoverheid vele controverses 'bestonden met be­trekking tot de uitzending van de militairen. Aan de hand van een Parlementaire enquête werd duidelijk, dat voor­namelijk de Ministeries van Buiten­landse Zaken en Defensie, zowel interorganisationeel als intra­organisationeel, te kampen hadden met een diversiteit aan visies ten aanzien van de besluitvorming tot uitzending van het zogenaamde Dutchbat. De verschillende act­oren en factoren zijn middels een onderzoek ruimschoots belicht. Daar de betrokken ministers niet zijn opgenomen in een nieuw ka­binet en het parlement zich dus niet kan bedienen van de ministeriële verantwoordelijkheid, kan men over het resultaat van de enquête twisten. Nu zou ik graag de discussie rond dit onderwerp willen entameren door me te richten op het beschrij­ven en verklaren van de omstan­digheden en kenmerken van de besluitvorming. Daar uitzendings­vraagstukken geregeld in Kamer aan de orde komen, zijn we er allen bij gebaat een goede toekomst B It S K voor ons land te waarborgen door de uiterst importante geschiedenis van dergelijke problematiek te ken­nen. Ik zal aan de hand van de nodige literatuur én mijn eigen vi­sie uiteenzetten welke actoren en factoren van relevantie waren bij het uitzenden van Dutchbat. De beslissings­vrijheid van Ter Beek was nihil Ten eerste kan men de uitzending op zich splitsen in twee alternatie­ven geboden door enerzijds Bui­tenlandse Zaken en de Kamer en anderzijds Defensie. Defensie stond achter een uitzending ter ver­sterking van een vredesakkoord, in tegenstelling tot de andere partij die achter een uitzending stond ter waarborging van veilige gebieden, vooral gericht op prestige van Ne­derlandse zijde. De optie voor ver­sterking/bewerkstelliging van een vredesakkoord behoorde volgens u 1 E de Minister van Defensie tot de mogelijkheden. Hij zag geen heil in het beschermen van de veilig­gestelde gebieden. Bij het altema-. tief van Ter Beek had de militaire zijde van Defensie echter bezwa­ren: Dutchbat zou niet in staat zijn dergelijke operaties uit te voeren. Verder kan ik de organisaties, in­stellingen of afdelingen, die voor de besluitvorming in formele zin relevant waren, posteren. De depar­tementen Buitenlandse Zaken en Defensie, met respectievelijk de toenmalige ministers Kooyman en Ter Beek, zijn verantwoordelijk voor de totstandkoming en de uit­voering van het beleid. Dutchbat als onderdeel van de krijgsmacht en feitelijk uitvoerder van het be­leid valt onder Defensie; het depar­tement dat kan beslissen tot actie en dus in feite primair de zaken in handen heeft. Ook operationeel binnen Defensie is de Defensiestaf, gericht op het ontwikkelen c.q. ondersteunen van beleid omtrent Defensiezaken. Verder moet het 5 B E R C E N 

Ingezonden mededelingen (vervolg)

https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/access/item%3A3234366/download

Ingezonden mededelingen (vervolg)

Abstract

Similar works

Full text

Available Versions

Leiden University Scholary Publications