Self-regulation in boys with oppositional defiant disorder and conduct disorder

Abstract

Kinderen met een oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD) of antisociale gedragsstoornis (CD) hebben een verhoogd risico op toekomstig probleemgedrag zoals delinquentie, werkeloosheid en psychiatrische problemen. Om beter te begrijpen waarom kinderen agressief en antisociaal gedrag vertonen en dit gedrag positief te kunnen beïnvloeden is het nuttig om naar de onderliggende cognitieve en neurobiologische processen te kijken, welke onderliggend zijn aan (probleem)gedrag. Eén van die mechanismen is zelfregulatie: het vermogen om controle uit te kunnen oefenen over onze gedachten, emoties en gedrag. In dit onderzoek hebben we zelfregulatie onderzocht door vier aspecten van zelfregulatie te onderzoeken: neurobiologie (ANS, HPA-as), emotieregulatie; executieve functies en gedrag. We onderzochten 65 jongens met ODD/CD en 38 normaal ontwikkelende controle jongens in de leeftijd van 8-12 jaar in rust en in een stressvolle situatie. We ontdekten dat jongens met ODD/CD een heterogene groep vormen zowel op gedragsniveau als neurobiologisch niveau. Daarnaast zagen we dat er specifieke relaties zijn tussen neurobiologische factoren en verschillende gedragsproblemen en dat de neurobiologie voorspellend is voor het verloop van agressie over een jaar tijd. Deze informatie is belangrijk omdat het laat zien dat interventies moeten aansluiten op het individu, passend bij het mechanisme dat onderliggend is aan het probleemgedrag en verstoord is.  NWO; project nummer: 056-21-010Development Psychopathology in context: clinical setting

    Similar works