In het gebied van de Boven-Nijl heette de schoolprent die aan de muur hing in de dorpsschool waar Sjoerd Zanen zijn lagere schoolopleiding genoot. Op de plaat staat een nijlpaard in het moeras van de Boven-Nijl (nu Zuid-Soedan) afgebeeld. Twintig jaar later vliegt hij zelf, als pas afgestudeerd antropoloog en assistent-deskundige van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, over dat moeras, op weg naar zijn eerste standplaats in het kader van het Jonglei-kanaal project waar Nederlandse ontwikkelingshulp aan bijdraagt. Zanen’s uitzending naar Bor in Zuid-Soedan, in drie projecten, duurt uiteindelijk zes jaar. In dit boek doet de auteur verslag van de ervaringen die hij tijdens die periode opdoet: de hulpprojecten, de hulp-mentaliteit, het veranderende beleid, zijn adoptie in een Dinka familie, levenswijze en denkwereld van de bevolking, zijn antropologische werkwijze, en uiteindelijk zijn traumatische ervaringen tijdens een cattle raid , tot “de val van het paradijs” met het uitbreken van een nieuwe burgeroorlog (1983).Wetensch. publicati