32 research outputs found
Monitoring stroomgebieden : een tussenrapport : meerjaren monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders
In vier onderzoeksgebieden is alle bestaande kennis van het oppervlaktewatersysteem en de waterkwaliteit verzameld. Het betreft: de Drentse Aa, een zandgebied met lage nutriëntenbelasting; de Schuitenbeek, een zandgebied met hoge nutriëntenbelasting; de Krimpenerwaard, een veenpolder; Quarles van Ufford, een bemalen rivierkleigebied. Vervolgens zijn waar nodig extra veldmetingen gedaan. Deze aanvullende metingen hebben kennishiaten binnen de gebieden opgevuld en zijn ingezet voor de bouw van een model dat de relaties tussen alle onderdelen in het oppervlaktewatersysteem betrouwbaar en gedetailleerd weergeeft. Dat model is gebouwd als afgeleide van een bestaand, landelijk model (STONE), dat in fases is verfijnd en uitgebreid op basis van steeds gedetailleerdere systeemkennis en gebiedsdata. Aanpassingen in het model zijn steeds getoetst aan meetgegevens uit het gebied, waarmee direct duidelijk werd of de aanpassing resulteerde in een beter werkend model
Sturen op schoon water : eindrapportage project Monitoring Stroomgebieden
Om de relatie tussen landbouw en oppervlaktewaterkwaliteit te kunnen leggen, zijn de afgelopen acht jaar in het project Monitoring Stroomgebieden diverse deelaspecten aan bod gekomen. Dit boek geeft een makkelijk leesbare samenvatting van alle onderzoeksresultaten die in het project Monitoring Stroomgebieden zijn geboekt. Daaraan ten grondslag liggen 37 wetenschappelijke rapporten. Het betreft de gebieden: Krimpenerwaard, Drentse Aa, Schuitenbeek en Quarles van Uffor
Database 'Monitoring stroomgebieden': een slimme database voor het beheren van monitoringsgegevens
In het kader van het project `Monitoring Stroomgebieden' worden gemeten nutriëntenconcentraties en waterafvoeren opgeslagen in een database. Deze database is voorzien van functionaliteit die de invoer controleert op een groot aantal potentiële fouten. Tevens kan de database op basis van de opgeslagen gegevens afgeleide gegevens berekenen. In dit rapport wordt deze `slimme database' beschreven
Natuurambitie Grote Wateren en de uitvoering van het Deltaprogramma : inventarisatie van bestuurlijke en organisatorische aanknopingspunten
Dit rapport beschrijft de inhoudelijke, bestuurlijke en organisatorische overeenkomsten en verschillen tussenhet Deltaprogramma (DP) en de Natuurambitie grote wateren (NAGW). Het doel van deze analyse wasdaarbij om kansrijke aanknopingspunten te identificeren die nuttig zijn voor het ministerie van EconomischeZaken om het gedachtegoed uit de NAGW in te bedden bij de uitvoering van het Deltaprogramma. Daarnaastis gekeken in welke beleids- en uitvoeringstrajecten het relevant is om vanuit EZ deel te nemen metmenskracht, kennisontwikkeling of cofinanciering. De analyse is gedaan voor het Rivierengebied, deZuidwestelijke Delta (inclusief Rijnmond-Drechtsteden) en het IJsselmeergebied. De inhoudelijke samenhangis het grootst tussen DP en NAGW binnen rivierverruimingsprojecten, projecten die gedeeltelijk herstel vanestuariene dynamiek beogen en projecten in het IJsselmeergebied die uitgaan van de ‘Building with Nature’-benadering. De MIRT en KRW Uitvoerings- en financieringsprogramma’s van het ministerie van IenM biedenmeer aanknopingspunten dan het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de NAGW. Ook programma’szoals LIFE en EFRO, die vaak worden gecoördineerd vanuit EZ, bieden kansen voor interdepartementalekennisontwikkeling samen met de regio’s
Monitoring stroomgebieden : een tussenrapport : meerjaren monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders
In vier onderzoeksgebieden is alle bestaande kennis van het oppervlaktewatersysteem en de waterkwaliteit verzameld. Het betreft: de Drentse Aa, een zandgebied met lage nutriëntenbelasting; de Schuitenbeek, een zandgebied met hoge nutriëntenbelasting; de Krimpenerwaard, een veenpolder; Quarles van Ufford, een bemalen rivierkleigebied. Vervolgens zijn waar nodig extra veldmetingen gedaan. Deze aanvullende metingen hebben kennishiaten binnen de gebieden opgevuld en zijn ingezet voor de bouw van een model dat de relaties tussen alle onderdelen in het oppervlaktewatersysteem betrouwbaar en gedetailleerd weergeeft. Dat model is gebouwd als afgeleide van een bestaand, landelijk model (STONE), dat in fases is verfijnd en uitgebreid op basis van steeds gedetailleerdere systeemkennis en gebiedsdata. Aanpassingen in het model zijn steeds getoetst aan meetgegevens uit het gebied, waarmee direct duidelijk werd of de aanpassing resulteerde in een beter werkend model
Validatie van modelsystemen voor het voorspellen van de oppervlaktewaterkwaliteit en -kwantiteit in het stroomgebied 'Quarles van Ufford' : fases 1, 2 en 3
In het kader van het project `Monitoring Stroomgebieden' wordt een instrument ontwikkeld dat tot doel heeft de bijdrage van de landbouw aan de belasting van het oppervlaktewater met stikstof en fosfor te kwanti ceren en de veranderingen daarin als gevolg van het mestbeleid. Hiervoor is gekozen voor een aanpak waarbij naast metingen gebruik wordt gemaakt van modelsystemen. In dit rapport wordt de modelprestatie van de ontwikkelde modelsystemen gekwanticeerd op basis van validatie. Daarbij wordt gekeken hoe goed de ontwikkelde modelsystemen in staat zijn om temporele patronen in en absolute waarden van debieten en stikstof- en fosforconcentraties te beschrijven en te voorspellen
Validatie van modelsystemen voor het voorspellen van de oppervlaktewaterkwaliteit en -kwantiteit in het stroomgebied 'de Drentse Aa' : fases 1, 2 en 3
In het kader van het project `Monitoring Stroomgebieden' wordt een instrument ontwikkeld dat tot doel heeft de bijdrage van de landbouw aan de belasting van het oppervlaktewater met stikstof en fosfor te kwanti ceren en de veranderingen daarin als gevolg van het mestbeleid. Hiervoor is gekozen voor een aanpak waarbij naast metingen gebruik wordt gemaakt van modelsystemen. In dit rapport wordt de modelprestatie van de ontwikkelde modelsystemen gekwanti ceerd op basis van validatie. Daarbij wordt gekeken hoe goed de ontwikkelde modelsystemen in staat zijn om temporele patronen in en absolute waarden van debieten en stikstof- en fosforconcentraties te beschrijven en te voorspellen
Gerichtere sturing van de oppervlaktewaterkwaliteit
De fosforconcentraties in het oppervlaktewater stijgen in de door landbouw gedomineerde delen van de Drentsche Aa ondanks de flinke afname van het gebruik van meststoffen door het aangescherpte mestbeleid. In het project Monitoring Stroomgebieden is in detail gekeken naar de relatie tussen het mestbeleid en de oppervlaktewaterkwaliteit. De stijgende trend in delen van het stroomgebied van de Drentsche Aa kan worden verklaard door de toegenomen fosfaatverzadiging van de landbouwbodems in combinatie met toename van neerslag en hogere grondwaterstanden. Door bij de interpretatie van de oppervlaktewatermetingen beter gebruik te maken van de informatie uit het bodemkwaliteitsmeetnet kan zeer gericht worden gestuurd op een goede oppervlaktewaterkwaliteit