45 research outputs found

    Kustverdediging na 1990 (Kustnota 1990): Technisch rapport 14: Onderwateroeversuppleties

    No full text
    De laatste decennia heeft in Nederland een belangrijke verschuiving plaatsgevonden in de aanpak van kusterosieproblemen. Waar men vroeger gewend was met harde constructies, zoals strandhoofden, strandmuren, dijken en duinvoetverdedigingen de problemen te bestrijden of althans te vertragen, gaat men tegenwoordig steeds meer over tot 'zachte', flexibele verdedigingsmethoden, zoals strand- en duinsuppleties. Enerzijds is dit te danken aan de ontwikkeling van de baggertechnologie, waardoor deze methoden haalbaar zijn geworden; anderzijds heeft ook een verandering van de onderhoudsfilosofie tot deze ontwikkeling geleid. De eerstgenoemde methoden zijn passief; ze vertragen of verplaatsen slechts het probleem. Bij de laatste methoden wordt aktief ingegrepen in het kustsysteem. Onderkend wordt, dat de oorzaak van de kusterosie ligt in een geleidelijk verlies van zand uit de kustzone; dit verlies wordt gecompenseerd door een kustvak op gezette tijden aan te vullen. Deze methode is flexibel en hoeft niet tot een verlies aan waardevolle functies in het kustgebied te leiden. Door uitvoerings-technische problemen is de prijs per kubieke meter echter nog aan de hoge kant. Meer recentelijk is het begrip gegroeid, dat de onderwateroever een belangrijke rol vervult in het kustsysteem, en dat voortgaande erosie ervan, met enige vertraging, tot kusterosie en verhoogde duinafslag kan leiden. Andersom geldt ook, dat een aangroeiende onderwateroever tot een gunstiger kustgedrag aanleiding geeft. Het is dan ook zinvol, te bezien of kunstmatige voeding van de onderwateroever door onderwateroeversuppleties een (gedeeltelijk) alternatief voor strandsuppleties kan inhouden. Het is aannemelijk, dat het rendement van onderwateroeversuppleties, uitgedrukt in zandhoeveelheden, door grotere verliezen naar dieper water geringer zal zijn dan dat van strandsuppleties. Doordat de uitvoering veel eenvoudiger is, is het echter goed mogelijk dat de totale onderhoudskosten bij toepassing van onderwateroeversuppleties lager liggen dan bij strandsuppleties. Om deze afweg ing te kunnen maken, is in deze studie de effectiviteit van verschillenden vormen van onderwateroeversuppleties onderzocht in termen van zandhoeveelheden; de kostenafweging valt buiten het kader van de opdracht. In het buitenland zijn in het verleden enige experimenten uitgevoerd met suppleties op de onderwateroever. In het algemeen vonden deze plaats op betrekkelijk diep water. De ervaringen zijn niet erg gunstig; in deze studie is de aandacht dan ook voornamelijk gericht op suppleties in de zogenaamde 'aktieve zone', ruwweg tussen de waterlijn en de 8 m dieptelijn.Kustnot

    Zandconcentraties onder lopende golven

    No full text
    Er is een onderzoek gedaan naar zandconcentratieverdelingen onder regelmatige, lopende golven. De aandacht is hierbij gericht op een beschrijving van het suspensiemechanisme door middel van de diffusievergelijking. Een aantal aspecten is onderzocht: - de invloed van de niet-uniformiteit van het bodemmateriaal op de diffusiecoëfficiënt voor het sediment. - de verdeling van de korreldiameter over de hoogte. - de relatie tussen de valsnelheid van het bodemmateriaal en de diffusiecoëfficiënt voor het sediment, onder identieke omstandigheden. - de relatie tussen de beta-factor, die de verhouding weergeeft tussen de diffusiecoëfficiënt voor het sediment en die voor de waterbeweging, enerzijds, en de valsnelheid en de diffusiecoëfficiënt voor de waterbeweging anderzijds. Uit meetresultaten wordt een mogelijk verloop van de beta-factor als functie van de laatstgenoemde parameters afgeleid.KustwaterbouwkundeHydraulic EngineeringCivil Engineering and Geoscience

    Diagnostic studies NOURTEC: Plan for analyses

    No full text

    Surf beat and its effect on cross-shore profiles

    No full text
    Civil Engineering and Geoscience

    Dissipation in random wave groups incident on a beach

    No full text
    The transformation of certain parameters of an incident random wave train across the surf zone has been the subject of much study and modelling effort. In recent literature, two classes of models have been developed, which are both based on the wave energy balance or the wave action equation, but use markedly different approaches. The main goal of this study is to develop a suitable formulation for the time-varying dissipation due to wave breaking. As it is impossible to measure the time-varying dissipation directly, the formulation can only be checked by building it into models that predict measurable parameters, such as the average dissipation, the fraction of breaking waves and the mean wave energy, and by verifying these models both externally and internally. For this purpose, one wave propagation model of the probabilistic class and three models of the parametric class were formulated, calibrated and verified in this study, all based on the same dissipation formulation. Although it has not been the primary goal of the study, these models are an interesting by-product in themselves

    Zuiderzee is now called IJsselmeer: Process-based modeling

    No full text
    Constructing a closure dam such as Afsluitdijk causes an instantaneous change in tidal wave propagation and flow field in the basin which triggers extensive morphological changes in the adjacent tidal basin. These morphological changes may continue for centuries before the whole system reaches a new "equilibrium" state, which is different from the "equilibrium" in case the closure would not have been done. In this paper we have used Delft3D to investigate the characteristics and time scale of the morphodynamic effects of construction of the Afsluitdijk. In this research we focused on tidal forces only. A schematized bathymetry with a uniform depth is used in the model with the land boundary of Waddenzee before the closure. A morphological simulation is carried out for 4000 years. Using this procedure ensures us that the morphological "equilibrium" state which is reached in this simulation is only due to the tidal forcing. In subsequent runs we have applied a closure after 1000, 2000 and 3000 years and continued the simulation while the closure dam was included in the model. The main outcome of this research is that as soon as the closure is applied the sediment transport regime of the basins changes from exporting to importing, which corresponds with the existing hypothesis based on measurements at Marsdiep.Hydraulic EngineeringCivil Engineering and Geoscience

    Sediment transport on nearly-prismatic beaches

    No full text
    corecore