7 research outputs found
Uitbreiding bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid
De bevoegdheden van de burgemeester ter handhaving van de openbare orde en veiligheid zijn de laatste tijd fors uitgebreid en er is nog een aantal bevoegdheden in voorbereiding. Deze bevoegdheden moeten de burgemeester in staat stellen snel op
te treden tegen ordeverstoringen en onveiligheid. Bijzonder is dat de burgemeester zijn nieuwe bevoegdheden, onder omstandigheden en voorwaarden, preventief kan gebruiken en toepassen op groepen ordeverstoorders. Ook kan hij de bewegingsvrijheid en privacy van betrokkenen flink inperken. Dit betekent dat hij terughoudend en zorgvuldig met die bevoegdheden moet omgaan. Als hij zich te veel profileert
als crimefighter, verspeelt hij het vertrouwen als burgervader
Voorzorg en bestuurlijke handhaving
Inleiding
In deze bijdrage belicht ik enkele bestuurlijke bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid vanuit het perspectief van de voorzorgcultuur, zoals door Pieterman beschreven (Pieterman, 2008). Deze bevoegdheden, waaronder bestuurlijke ophouding, preventief fouilleren, cameratoezicht en gebieds-, samenscholings- en huisverboden, beantwoorden aan een sterke roep om orde en veiligheid in het publieke domein. Ze passen in zekere zin in het voorzorgdenken. Toepassing van deze bevoegdheden is effectief in relatie tot onzekere bedreigingen van de openbare orde en veiligheid. We betalen er wel een hoge prijs voor
Kroniek Openbare Orde 2010
Inleiding: In deze kroniek beschrijf ik in vogelvlucht een aantal ontwikkelingen dat zich in 2010 heeft voorgedaan op het gebied van het openbare orderecht. Allereerst behandel ik nieuwe en op stapel staande wetgeving. In het verlengde daarvan sta ik stil bij de gestage uitbreiding van de portefeuille van de burgemeester. Vervolgens behandel ik enkele relevante rechterlijke uitspraken. Tot besluit attendeer ik op interessante publicaties en websites
De boete uit balans: Het gebruik van de bestuurlijke boete in de praktijk van het financieel toezicht
__Abstract__
De financiële toezichthouders AFM en DNB gebruiken de bestuurlijke boete voor zwaardere overtredingen dan bedoeld. De boete heeft zich daardoor ontwikkeld tot een gelijkwaardig alternatief voor het strafrecht, maar dat stelt hogere eisen aan het gebruik ervan. Dat stelt Arnt Mein in zijn proefschrift ‘De boete uit balans. Het gebruik van de bestuurlijke boete in de praktijk van het financieel toezicht’. Hij reconstrueerde de motieven en de kritiek over de bestuurlijke boete en zette de boetepraktijk daar tegen af. Mein verdedigt zijn proefschrift vrijdag 12 juni 2015 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
In dit proefschrift onderzocht Mein hoe de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) van hun bevoegdheid gebruik maken om een bestuurlijke boete op te leggen voor overtredingen van het financieel toezichtrecht. Hoe heeft dit uitgepakt in het licht van de discussie over de invoering destijds? De bestuurlijke boete werd namelijk ingevoerd om efficiënter te kunnen optreden tegen lichte en veelvoorkomende overtredingen van overheidsvoorschriften, die zo vaak bleven liggen dat er gesproken werd van een handhavingstekort. Punten van zorg waren dat het bestuur n
Evaluatie actieve openbaarmaking toezichtrapporten IGZ
Binnen de IGZ leefde de wens om beter inzicht te krijgen in de wijze
waarop de openbaarmaking bijdraagt aan de naleving van de kwaliteit- en
veiligheidseisen. Ook wilde men inzicht in de evenredigheid van de openbaarmaking
in relatie tot de daarmee beoogde doelen. Vragen die in dit verband
spelen zijn: hoe hebben betrokkenen de openbaarmaking ervaren (als
afschrikwekkend of motiverend)? Welke gevolgen heeft dit heeft gehad voor
hun reputatie en bedrijfsvoering (imagoschade, verlies van patiënten en
cliënten)? Welk effect heeft de openbaarmaking op het nalevingsgedrag
(positief of negatief)? Wat het betekent het openbaarmakingsbeleid voor het
vertrouwen in de (kwaliteit van) zorg en het beeld van de IGZ?
Het onderzoek is uitgevoerd door de Erasmus School of Law en het
Verwey-Jonker Instituut in opdracht van de IGZ. Het onderzoek is uitgevoerd
in de tweede helft van 2012 en begin 2013 aan de hand van literatuurstudie,
vraaggesprekken en een enquête onder zorginstellingen en zorgverleners
Toezicht door private partijen: panacee voor alle kwalen?
Naast het traditionele verticale toezicht van de overheid op het bedrijfsleven hebben zich de afgelopen jaren steeds meer vormen van horizontaal toezicht ontwikkeld. Deze kenmerken zich door onderlinge samenwerking en vertrouwen tussen publieke en private partijen. Voorbeelden hiervan zijn onder meer compliance assistance, certificering en systeemtoezicht. De overheid (publieke toezichthouder) treedt in al die varianten terug en maakt plaats voor private toezichthouders die namens producenten, consumenten of andere belangengroepen optreden. Deze ontwikkelingen vormden de aanleiding voor het organiseren van een symposium over toezicht door private partijen op 26 maart 2009. Wetenschappers en practitioners stonden stil bij een tweetal vragen. In de eerste plaats de vraag op welke wijze deze nieuwe vormen van toezicht in de praktijk worden uitgeoefend en, ten tweede, in hoeverre kan het toezicht aan private partijen worden toevertrouwd? Zeker nu het maatschappelijk vertrouwen in het zelfregulerend vermogen van ondernemingen door de kredietcrisis ernstig is geschaad. Deze bundel bevat het verslag van het symposium in de vorm van de bijdragen van de sprekers en een algemene inleiding. Het toezicht in twee sectoren is onder de loep genomen: toezicht op financiële markten en op de naleving van milieuvoorschriften