78 research outputs found
Een aansprakelijkheidsrechtelijke breinbreker: angst voor asbest
Asbest is in de 20ste eeuw op zeer grote schaal verwerkt in uiteenlopende producten,
onder meer vanwege de isolerende en brandwerende kenmerken van
het materiaal. Blootstelling aan asbest is in de tweede helft van de vorige eeuw
op grote schaal schadelijk gebleken voor de gezondheid, omdat een dergelijke
blootstelling onder meer kan leiden tot longkanker, maar ook tot mesothelioom,
een vorm van buik- of longvlieskanker die doorgaans binnen een jaar na de eerste
symptomen de dood tot gevolg heeft. De wetenschap van iemand dat hij is
blootgesteld aan asbest en dat dit kan leiden tot een dodelijke ziekte kan zozeer
ondraaglijk zijn dat psychische behandeling geïndiceerd is en zelfs dat uitval uit
maatschappelijke functies het gevolg is. Dan kan de vraag opkomen of en onder
welke omstandigheden de schade kan worden verhaald op degene die de blootstelling
ten onrechte heeft veroorzaakt. Die vraag staat hierna centraal. In dat
kader zal ook meer in het algemeen aandacht worden besteed aan de vraag in
hoeverre psychische aandoeningen aanleiding geven voor een andere juridische
toetsing dan fysieke aandoeningen
De waarde van smartengeld, Uitleiding
Een oud Groninger grapje: een ‘Hollandse’ huisarts heeft een boer van het Hogeland als patiënt die aan het eind van zijn leven door een longaandoening moeite heeft met ademhalen. Op de vraag van de huisarts tijdens een huisbezoek: ‘Bent u benauwd vandaag?’, antwoordt de boer met zijn bijna laatste adem: ‘Benauwd? Woarveur dan?’
De anekdote schetst natuurlijk de onwetendheid van Hollanders, maar vooral ook de nuchterheid van de Groninger. Voor een studiedag over vernieuwing op het terrein van smartengeld zou men daarom misschien niet direct aan Groningen denken. Maar wie de jaarlijkse Groninger letselcongressen kent, is niet verbaasd dat dit onderwerp op de agenda is verschenen. En wie weet dat het dit jaar mede in samenwerking met het tijdschrift Verkeersrecht, de nationale bakermat van het smartengeld, is opgezet, verrast het eens te minder. De sprekers zijn overigens bij mijn weten, afgezien van gastheer Fokko Oldenhuis en sinds een paar jaar Albert Verheij, geen van alle Groningers, maar – eveneens voor zover ik weet – doorgaans wel tamelijk nuchter. Niettemin is bij allen bevlogenheid te bespeuren als het gaat om het onderwerp dat hier centraal staat
Noot onder HR 23 mei 2014, 13/02198 (Music/Staat)
Deze beslissing bevat drie oordelen. Voor de onrechtmatigheid van het handelen van de Staat (Bureau Bibob), dat onafhankelijk moet worden beoordeeld van het op basis daarvan door de gemeente genomen besluit, geldt ‘gewoon’ de maatschappelijke zorgvuldigheid, en geen hogere drempel, als toetssteen (rov. 3.5). Dat de kosten die Music heeft gemaakt mede het gevolg zijn van het handelen van de gemeente staat er niet aan in de weg dat zij (ook) als gevolg van het handelen van de Staat aan de Staat worden toegerekend (rov. 3.6.2). En het proceskostenforfait van 8:75 Awb staat er niet aan in de weg dat kosten die daarboven uitstijgen worden verhaald op een hoofdelijk verbonden derde, i.c. de Staat (rov. 3.7). Tot dat laatste oordeel – m.i. het meest markante – beperk ik mij hierna
- …