3 research outputs found
Bescherming van zwakkere personen, de zogenaamde 'personae miserabiles', in het familie(vermogens)recht, in het bijzonder het belang van het kind.
Het personen- en familierecht, zoals dit is neergelegd in Boek 1 BW, bevat rechtsregels voor natuurlijke personen, mensen van vlees en bloed, op het gebied van hun rechtsbevoegdheid, handelingsbevoegdheid en handelingsbekwaamheid. Uitgangspunt is dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Dit is zo’n algemeen aanvaard en vanzelfsprekend beginsel, dat dit niet eens voorkomt in de algemene bepalingen van titel 1.1 BW, maar niettemin geldend recht is. Artikel 1:1 lid 1 BW bepaalt slechts dat allen die zich in Nederland bevinden, vrij zijn en bevoegd tot het genot van de burgerlijke rechten. Dit laatste betekent dat de genoemde personen rechtsbevoegd zijn, dus rechtssubject – subject van rechten en verplichtingen – kunnen zijn (zie ook art. 6 UVRM en art. 16 IVBPR ). Artikel 1:1 lid 2 BW voegt hieraan toe dat persoonlijke dienstbaarheden, van welke aard of onder welke benaming ook, niet worden geduld, hetgeen betekent dat Nederland geen slavernij kent. Soortgelijke voorschriften treft men aan in artikel 4 UVRM, artikel 4 lid 1 EVRM en artikel 8 lid 1 IVBPR
Bescherming van zwakkere personen, de zogenaamde ‘personae miserabiles’, in het familie(vermogens)recht, in het bijzonder het belang van het kind
n dit artikel komen de in het Nederlandse recht als handelingsonbekwaam aangewezen personen aan de orde, te weten de minderjarigen en de onder curatele gestelden. Bij de minderjarigen komt met name het begrip 'het belang van het kind' aan de orde. De regeling van de onder curatele gestelden komt een stuk korter aan de orde