17 research outputs found

    Het roer moet om: naar een betere marktordening van bedrijfsmatig passagiersvervoer in de Amsterdamse grachten

    No full text
    Huidige situatie Het wordt steeds drukker op de Amsterdamse grachten. Het water wordt intensief gebruikt om te wonen (2.500 woonboten), te recreëren (15 duizend pleziervaartuigen) en te werken (de beroepsvaart vervoert jaarlijks zo’n 2 miljoen ton aan goederen over het Amsterdamse binnenwater). Daarnaast is er het bedrijfsmatig passagiersvervoer door reders die gezamenlijk exploitatievergunningen hebben voor zo’n 333 vaartuigen. De huidige marktordening wordt gekenmerkt door een beperking van het aantal exploitatievergunningen (het volumebeleid), een verplichte ligplaatsvergunning en een te beperkt aantal openbare op- en afstaplocaties. Omdat de duur van de exploitatievergunningen onbeperkt is, zit de markt in feite op slot. Omdat er te weinig wordt gehandhaafd, is een grijs gebied ontstaan tussen het gereguleerde deel (bedrijfsmatig passagiersvervoer) en het vrije deel (pleziervaart). Dit illegale passagiersvervoer is omvangrijk. Dit rapport concludeert dat de huidige marktordening van bedrijfsmatig passagiersvervoer te water niet goed functioneert en moet worden aangepast om de toenemende schaarste beter het hoofd te kunnen bieden. Het roer moet om In plaats van het huidige gesloten vergunningstelsel is het beter om over te gaan naar een open vergunningsstelsel met een onbeperkte vergunningsduur. Als het volumebeleid wordt losgelaten, mag iedereen die aan vooraf duidelijk geformuleerde vergunningseisen voldoet in de Amsterdamse grachten bedrijfsmatig passagiers vervoeren. Als de eisen voldoende strikt zijn en de handhaving sluitend, kunnen publieke belangen geborgd worden en hoeft de markt niet overspoeld te worden met nieuwe spelers. Alle steigers zouden voor iedereen toegankelijk moeten worden en alleen bedoeld zijn voor op- en afstap van passagiers en niet om te blijven liggen. De ligplaatsvergunning dient te worden afgeschaft, omdat die de exploitatievergunningverlening doorkruist en de schaarste van de ligplaats nu niet in de vergunningsprijs kan worden uitgedrukt. Op termijn heeft elk vaartuig voor bedrijfsmatig passagiersvervoer een vaste ligplaats waarvoor de reder een locatiespecifieke prijs betaalt aan de gemeente. Reders die in de grachten willen liggen, zullen fors meer aan de gemeente betalen dan in de buitenhavens. Essentieel is dat er meer ligplaatsen beschikbaar komen. De gemeente bouwt daartoe op rustige locaties in of bij de stad buitenhavens

    Toets Altmark-criteria: veerverbinding Boven Hardinxveld - Werkendam - Gorinchem - Sleeuwijk

    Get PDF
    De gemeente Gorinchem heeft de veerverbinding Boven Hardinxveld - Werkendam -Gorinchem - Sleeuwijk aangemerkt als Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB). De interne veerdienst van Gorinchem is vervolgens aangewezen als uitvoerder voor deze veerverbinding. SEO Economisch Onderzoek werd door de gemeente Gorinchem gevraagd na te gaan of het Voorgenomen Besluit tot verlening van een compensatie voor de verrichting van de veerverbinding voldoet aan de zogenoemde Altmark-criteria van de Europese staatssteunregels. Deze criteria beoordelen of zo’n compensatie al dan niet leidt tot staatssteun. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de ervaring van SEO met financieel-economische analyses voor andere openbaarvervoersdiensten, waaronder openbaar vervoer over water. Zodoende heeft SEO een goed beeld van de kosten en kostenstructuren van andere veerdiensten, waarmee de kosten van de veerdienst Gorinchem vergeleken kunnen worden. SEO concludeerde op basis van de meerjarenbegroting 2013 - 2017 van de veerdienst Gorinchem dat de compensatie voor het uitvoeren van de DAEB door de veerdienst Gorinchem voldoet aan alle vier de Altmark-criteria. Dit rapport is vervolgens gebruikt door de gemeente voor het Aanwijzingsbesluit veerverbinding Boven Hardinxveld-Werkendam-Gorinchem-Sleeuwijk. Daarnaast heeft SEO een vertrouwelijk financieel-economisch model ontwikkeld voor de veerverbinding. De uitkomsten van het model zijn: Een overzicht van de verschillende kostenposten en opbrengsten (veergelden en overheidsbijdragen); Berekening van de bijdrage van Gorinchem (vaste en flexibele bijdragen); Vergelijking van de kosten van de veerdienst Gorinchem met de zogenoemde Gemiddelde Goed Beheerde Onderneming (GGBO) op basis van informatie van vergelijkbare veerdiensten
    corecore