1,645 research outputs found

    'SO STONED' : common sense approach of the dizzy patient

    Get PDF
    The history taking of a dizzy patient is of utmost importance in order to differentiate the possible etiologies of vertigo. The key factors that allow a first approximation of diagnosis identification are based on the time profile, symptom profile, and trigger profile of the disease. Here, the proposed mnemonic "SO STONED" comprises eight different dimensions that characterize the vertigo-related complaints of the patient and guide the clinician in his or her decision scheme. All the letters "SO STONED" have a specific meaning: Symptoms, Often (Frequency), Since, Trigger, Otology, Neurology, Evolution, and Duration. Since the most common vestibular diseases have different fingerprints when all dimensions are considered, this tool can facilitate the identification of the appropriate vestibular diagnosis

    A different kind of activism: the position of catholic women teachers in their union (Belgium, 1950-1965)

    Get PDF
    In this article we would like to focus on the position of women in the Christian teachers union in Belgium in the years 1950-1965. In spite of their numerical dominance in the teaching occupation and in the union, women teachers never exercised real structural power in teacher unionism during this period. Yet, the union was alive to the fact that women teachers formed an important segment of their members. The marriage bar f.e. became a central issue in the debate concerning the legal statute of the catholic teachers in the years 1961-1963. Based on primary sources, interviews, national and international literature, we will focus on the apparent lack of female militantism by situating it in its social and historical context and by analysing the prevailing ideology concerning labour and the family.("Un activisme différent. Les prises de position des institutrices catholiques au sein de leur syndicat. Belgique, 1950-1965") Dans cet article nous voudrions nous centrer sur la position des femmes appartenant au syndicat des enseignants chrétien en Belgique durant les années 1950-1965. Malgré leur prédominance numérique dans l'enseignement fondamental et dans l'union, les institutrices n'ont jamais exercé une vraie puissance structurelle dans leur syndicat d'enseignants pendant cette période. Cependant, l'union était très active du fait que les institutrices représentaient une section importante de leurs membres. Le bannissement du mariage, p.e., devint une question cruciale au cours de la discussion portant sur le statut légal des professeurs catholiques dans les années 1961-1963. Nous basant sur des sources primaires, des entrevues et l'historiographie nationale et internationale, nous nous concentrerons sur le manque apparent de militantisme féminin en le replaçant dans son contexte social et historique et en analysant l'idéologie dominante au sujet du travail et de la famille

    A Question of Fidelity

    Get PDF
    A review of Peter Hallward (ed.), Think Again: Alain Badiou and the Future of Philosophy Continuum, London, 2004. ISBN: HB: 0-8264-5906-4, PB: 0-8264-5907-2.The review surveys the contents of Peter Hallward, ed., Think Again: Alain Badiou and the Future of Philosophy and seeks to categorize the various kinds of contributions. It finds that, while some of the essays offer valuable critiques of Badiou's work or else clarify key concepts in productive ways, others challenge aspects of his thought for reasons that are demonstrably spurious. The overall assessment, though, is that the book provides a useful and timely appraisal of Badiou#39;s impact on contemporary philosophy

    Qualificació invisibilitzada en el treball remunerat de cures domiciliàries

    Get PDF
    A partir d'entrevistes semiestructurades a treballadores que realitzen l'atenció directa a persones en situació de dependència a Barcelona i Montevideo, aquesta tesi doctoral analitza el seu treball des d'un enfocament integral amb perspectiva de gènere sobre la qualificació lligada a aquesta feina. Basant-se en l'evidència empírica recollida, analitza els requeriments tècnics i els mecanismes de desvalorització del treball típicament femení que operen en la producció i reproducció de la invisibilització de la qualificació d'aquest tipus d'ocupació

    Synthesis and Biological Evaluation of Modified Adenosine and Thymidine Nucleoside Analogues

    Get PDF
    SAMENVATTING In Deel I (Hoofdstuk 1-2) van dit werk beschreven we de synthese van gemodificeerde adenosine en thymidine analogen (zie Figuur 1). Deze verbindingen werden als moleculaire probes gebruikt voor de biologische evaluatie van adenosine-receptoren (ARn, Deel II, Hoofdstuk 3-6), die behoren tot de G-proteïne gekoppelde receptor (GPCR) superfamilie, en als inhibitoren voor thymidine-monofosfaat kinase (Deel III, Hoofdstuk 7-8), een potentieel antituberculose doelwit. NONNOHOHNNH2OHClNHINHCH3NH2CH2NH2ONHCH3N3CH2N3NHClMeO263'5'A NH2N3NNHOOHOOOHOHOHClF3'2'13B Figuur 1 Overzicht van de verrichte adenosine (A) en thymidine modificaties (B) Deel II richtte zich voornamelijk op de adenosine A receptor (A33AR), de meest recente AR. Reeds vele structurele variaties van het adenosine-skelet werden onderzocht met het oog op AAR affiniteit en selectiviteit, waaronder N6-benzyl-3 157 substituties en kleinere functionele groepen in 2-positie van het purine gedeelte, al of niet in combinatie met de introductie van een 5’-methylcarbamoyl in het ribofuranose deel. Door bovengenoemde veranderingen aan het adenosine-skelet te combineren met 3’-azido/amino(methyl)-modificaties (zie Figuur 1A), wilden we de invloed bestuderen van dergelijk (gecombineerd) substitutiepatroon op de A3AR selectiviteit, affiniteit en intrinsieke activiteit. Vele van de gesynthetiseerde analogen vertoonden matige tot hoge A3AR affiniteit en selectiviteit. Het beste derivaat uit deze serie was analoog 4.19 (K hAi3AR = 27 nM en A1/A3 selectiviteit > 350). Interessant bij deze verbindingen was dat de intrinsieke activiteit gemoduleerd kon worden afhankelijk van de substituent in 3’-positie: - een 3’-aminogroep (zoals bv. 4.14, 4.16 en 4.19) resulteerde in (sterk) partieel agonisme; - de azide precursoren (zoals bv. 4.11, 4.13 en 4.17) waren allen antagonisten; en - introductie van een methylene-spacer zoals bij 4.1-10, 4.12, 4.15, 4.18 en 4.20 ging ten koste van de intrinsieke activiteit. Ook bestudeerden we de rol van deze gemodificeerde adenosine analogen als tools voor het structuurgebaseerd onderzoek van ARn. Door organische synthese en moleculaire modeling te integreren in het “neoceptor-neoligand” concept, konden we (in samenwerking met dr. Kenneth A. Jacobson) meer inzicht verwerven in de moleculaire complementariteit van wild-type en gemuteerde A3 (Hoofdstuk 5) en A2A (Hoofdstuk 6) ARn. In afwezigheid van exacte structurele kennis van verschillende GPCRn, liet deze aanpak toe met behulp van verbindingen zoals 4.7 en 5.14 de (AAR en A2A3AR) homologie modellen van de te valideren. Bovendien, toonden we in Hoofdstuk 5 aan dat de affiniteit van 3’-amino gemodificeerde adenosine analogen (neoliganden) hoger was voor de H272E gemuteerde A3AR (neoceptor) dan voor de wild-type A3AR. Hiermee bewezen we dat de A3AR (of GPCRn in het algemeen) ontworpen kunnen worden om selectief met synthetische liganden te interageren. 158 In Hoofdstuk 6 beschreven we de verschillende A2AAR-bindingskarakteristieken voor agonisten en antagonisten op basis van het ontworpen 3-D homologie model. Een model dat gevalideerd werd door nieuwe neoceptor (T88D)-neoligand-paren te beschrijven. In Deel III (Hoofdstukken 7-8) bestudeerden we het potentieel van 2’,3’-gemodificeerde thymidine analogen als inhibitoren voor Mycobacterium tuberculosis thymidine-monofosfaat kinase, een nieuw antituberculose doelwit. De (onverwacht) lage affiniteit (d.i. Ki tussen 118 en 1260 μM) van deze verbindingen, spoorde ons aan om hun conformationele eigenschappen nader te bestuderen. De conformationele analyse van verbindingen 8.7 en 8.8 (respectievelijk met Ki’s = 118 en 190 μM) toonde een mogelijk verband aan tussen de matige affiniteit en een suboptimale positionering van de 2’- en 3’-substituenten, toe te schrijven aan de uitgesproken voorkeur voor de noord conformatie

    Las relaciones de género en la producción de software: los límites de la autonomía en el trabajo

    Get PDF
    This article focuses on the analysis of differential trajectories of women in the economic sector that produces software for reconstructing the Uruguay conceptual cores from which relationships and gender inequalities are analyzed. More specifically, the concept of autonomy which is designed as a central aspect of working in the sector from which the unequal and disadvantageous employment of women is studied with regard to males in the same becomes problematic. Through a strategy of qualitative research based on semi-structured interviews workers-it is in the industry of software production, the experiences and perceptions of women that bypass or decide to deal with both objective and visible barriers, as subjective and invisible linked to analyzes job performance in a strongly masculine domain. The article explains from the specific field of the sociology of work, some dynamics and mechanisms that deepen the reflection on gender issues and inequalities derived therefrom in the workplace from reviewing old concepts by adopting new conceptual perspectives.Este artículo se centra en el análisis de las trayectorias diferenciales de las mujeres en el sector económico que produce software en el Uruguay para reconstruir los núcleos conceptuales a partir del cual se analizan las relaciones y desigualdades de género. Más específicamente, se problematiza el concepto de autonomía el cual es concebido como un aspecto central del trabajo en el sector a partir del cual se estudia la desigual y desventajosa inserción laboral de las mujeres con respecto a los varones en el mismo. Mediante una estrategia de investigación cualitativa basada en entrevistas semi-estructuradas a trabajadoras-es en la industria de producción de software, se analizan las vivencias y percepciones de mujeres que sortean o deciden lidiar con barreras tanto objetivas y visibles, como subjetivas e invisibles ligadas al desempeño laboral en un ámbito fuertemente masculinizado. El artículo se propone explicar desde el campo específico de la sociología del trabajo, algunas dinámicas y mecanismos que profundizan la reflexión en torno a la problemática del género y las desigualdades derivadas del mismo en el mundo del trabajo desde la revisión de viejos conceptos mediante la adopción de nuevas perspectivas conceptuales

    A new servaline genet (Carnivora, Viverridae) from Zanzibar Island

    Get PDF
    A new subspecies of Genetta servalina is described based on the first and only specimen of genet collected in 1995 on the Island of Zanzibar, Tanzania. The skin and skull of G. servalina archeri were compared with those of other known G. servalina subspecies from continental Africa and differences were noted

    Exploring the impacts of high‑speed rail on technology‑intensive manufacturing: the case of the Yangtze River Delta region, 2007–2016

    Get PDF
    High-speed rail (HSR) may influence economic activities that rely heavily on innovation by facilitating skilled labour, face-to-face interactions, and knowledge spillovers. This study explores how HSR development affects the spatial distribution of technology-intensive manufacturing (TIM) in the Yangtze River Delta (YRD), China. Using a panel dataset including 24 cities for the period 2007–2016 and employing the output of communications equipment, computers, and other electronic equipment (CCOE) as a proxy for TIM’s economic productivity at the city level, we apply the staggered differencein-differences (DID) and spatial Durbin model (SDM) to measure the impacts of HSR’s initial opening and connectivity on CCOE development and capture the spatial spillover effects of HSR connectivity. Our findings indicate that the initial opening of HSR and HSR connectivity are negatively associated with CCOE productivity in both DID and SDM. Additionally, the reduction of CCOE is more pronounced in cities with larger populations and higher levels of economy. Moreover, HSR has a more significant effect on CCOE than other manufacturing sectors. However, the spillover effects remain insignificant, indicating HSR’s limited impact on CCOE development in adjacent cities within the YRD
    corecore