‘Zicht op Evenwicht’: een effectieve interventie om bezorgdheid om te vallen en gerelateerd vermijdingsgedrag bij ouderen te verminderen

Valangst en gerelateerd vermijdingsgedrag komen veel voor bij ouderen en kunnen leiden tot een verminderde kwaliteit van leven, verminderd fysiek en psychosociaal functioneren en vervroegde opname in een verpleeghuis. In een gerandomiseerd onderzoek onder 540 zelfstandig wonende ouderen met valangst en gerelateerd vermijdingsgedrag zijn de uitvoerbaarheid en effecten van een cognitief gedragsmatige groepscursus geëvalueerd. De procesgegevens van de interventiegroep (n= 280) en de cursusleiders (n= 6) wees uit dat de cursus goed uitvoerbaar is, positief beoordeeld wordt en dat deelnemers baat hebben bij de cursus (61% rapporteert deze baat tot een jaar na de cursus). Wel meldde 26% van de interventiegroep zich voor de start van de cursus af voor deelname, maar deelnemers die met de cursus begonnen maakten deze doorgaans af (84%). De effectevaluatie liet positieve uitkomsten zien voor de interventiegroep vergeleken met de controle groep (n= 260); na de cursus werd minder bezorgdheid om te vallen en gerelateerd vermijdingsgedrag gerapporteerd en meer dagelijkse activiteit. Ook op de lange termijn waren positieve effecten zichtbaar, onder andere voor bezorgdheid om te vallen en herhaalde valincidenten. Op basis van deze succesvolle resultaten is de implementatie van de cognitief gedragsmatige groepscursus “Zicht op Evenwicht” in de Nederlandse gezondheidszorg gestart

Nosocomial RSV-related In-hospital Mortality in Children:A Global Case Series

Background: According to the World Health Organization, the global burden of nosocomial infections is poorly characterized as surveillance systems are lacking. Nosocomial infections occur at higher rates in low- and lower-middle-income countries (LMICs) than in high-income countries (HICs). Current global RSV burden estimates are largely based on community-acquired infection. We aimed to characterize children with nosocomial RSV-related mortality and to understand the potential impact of RSV immunization strategies. Materials: RSV GOLD is a global registry of children younger than 5 years who died with laboratory-confirmed RSV infection. We compared clinical and demographic characteristics of children with nosocomial and community-acquired RSV in-hospital mortality. Results: We included 231 nosocomial and 931 community-acquired RSVrelated in-hospital from deaths from 65 countries. Age at death was similar for both groups (5.4 vs. 6 months). A higher proportion of nosocomial deaths had comorbidities (87% vs. 57%; P < 0.001) or was born preterm (46% vs. 24%; P < 0.001) than community-acquired deaths. The proportion of nosocomial deaths among all RSV deaths was lower in LMICs than in upper-middle-income countries (UMICs) and HICs (12% vs. 18% and 26%, respectively). Conclusions: This is the first global case series of children dying with nosocomial RSV infection. Future infant-targeted immunization strategies could prevent the majority of nosocomial RSV-related deaths. Although nosocomial RSV deaths are expected to occur at highest rates in LMICs, the number of reported nosocomial RSV deaths was low in these countries. Hospital-based surveillance is needed to capture the full burden of nosocomial RSV mortality in LMICs.Fil: Löwensteyn, Yvette N.. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Willemsen, Joukje E.. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Mazur, Natalie I.. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Scheltema, Nienke M.. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Van Haastregt, Nynke C. J.. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Ten Buuren, Amber A. A.. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Van Roessel, Ichelle. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Scheepmaker, Dunja. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Nair, Harish. Respiratory Syncytial Virus Network Foundation; Países Bajos. University of Edinburgh; Reino UnidoFil: Van De Ven, Peter M.. University Medical Center Utrecht; Países BajosFil: Bont, Louis J.. University Medical Center Utrecht; Países Bajos. Respiratory Syncytial Virus Network Foundation; Países BajosFil: Caballero, Mauricio Tomás. Fundación Infant; Argentina. Consejo Nacional de Investigaciones Científicas y Técnicas; Argentin

Evaluating an intervention to reduce fear of falling and associated activity restriction in elderly persons: design of a randomised controlled trial [ISRCTN43792817]

BACKGROUND: Fear of falling and associated activity restriction is common in older persons living in the community. Adverse consequences of fear of falling and associated activity restriction, like functional decline and falls, may have a major impact on physical, mental and social functioning of these persons. This paper presents the design of a trial evaluating a cognitive behavioural group intervention to reduce fear of falling and associated activity restriction in older persons living in the community. METHODS/DESIGN: A two-group randomised controlled trial was developed to evaluate the intervention. Persons 70 years of age or over and still living in the community were eligible for study if they experienced at least some fear of falling and associated activity restriction. A random community sample of elderly people was screened for eligibility; those eligible for study were measured at baseline and were subsequently allocated to the intervention or control group. Follow-up measurements were carried out directly after the intervention period, and then at six months and 12 months after the intervention. People allocated to the intervention group were invited to participate in eight weekly sessions of two hours each and a booster session. This booster session was conducted before the follow-up measurement at six months after the intervention. People allocated to the control group received no intervention as a result of this trial. Both an effect evaluation and a process evaluation were performed. The primary outcome measures of the effect evaluation are fear of falling, avoidance of activity due to fear of falling, and daily activity. The secondary outcome measures are perceived general health, self-rated life satisfaction, activities of daily life, feelings of anxiety, symptoms of depression, social support interactions, feelings of loneliness, falls, perceived consequences of falling, and perceived risk of falling. The outcomes of the process evaluation comprise the performance of the intervention according to protocol, the attendance and adherence of participants, and the participants' and facilitators' opinion about the intervention. Data of the effect evaluation will be analysed according the intention-to-treat and on-treatment principle. Data of the process evaluation will be analysed using descriptive techniques

Zicht op Evenwicht Landelijke implementatie van een cursus gericht op het verminderen van angst om te vallen bij zelfstandig wonende ouderen

Achtergrond: Zicht op Evenwicht is een effectieve cognitief gedragsmatige groepscursus om bezorgdheid om te vallen en gerelateerd vermijdingsgedrag bij zelfstandig wonende ouderen te verminderen. Dit artikel beschrijft de landelijke implementatiestrategie van deze cursus en de resultaten daarvan. De implementatiestrategie had als doel de cursus in 2009 en 2010 bij minimaal 50 % van 64 thuiszorgorganisaties die zijn aangesloten bij het Landelijk Steunpunt Preventie - Thuiszorg (LSP-T) te implementeren. Methoden: De implementatiestrategie is gebaseerd op de vier fasen van het ‘Replicating Effective Interventions’ (REP)model: randvoorwaarden, preimplementatie, implementatie, en borging en doorontwikkeling. Resultaten: Na voorbereidende implementatieactiviteiten zoals identificeren van belemmerende factoren, consulteren van stakeholders, gereedmaken van cursusmaterialen en training van cursusbegeleiders (n053), is Zicht op Evenwicht in de periode 2009–2010 geïmplementeerd bij 16 van thuiszorgorganisaties van het LSP-T (25 %). Nog eens vijf thuiszorgorganisaties hadden plannen om de cursus aan te bieden. De cursus is in deze periode landelijk 26 keer aangeboden, 19 keer uitgevoerd en heeft 178 cursisten bereikt. Het verschil tussen aanbod en uitvoering is een gevolg van moeizame werving van cursisten. Na de implementatiefase zijn nog eens 16 cursusbegeleiders getraind en verloopt de verspreiding van cursusmaterialen voorspoedig. Conclusie: Het implementatietraject is overeenkomstig de opzet van het REP-model verlopen. Het beoogde implementatiedoel is niet volledig bereikt in de periode van twee jaar,maar de cursus geniet zichtbaar de interesse van ouderen, cursusbegeleiders en thuiszorgorganisaties. De continuering van aandacht voor verspreiding en borging van de cursus in de eerstelijnszorg wordt daarom aanbevolen

Zicht op Evenwicht. Evaluatie van een landelijk geïmplementeerde cursus gericht op het verminderen van bezorgdheid om te vallen bij zelfstandig wonende ouderen

Inleiding In een gerandomiseerd onderzoek liet een cognitief gedragsmatige cursus, Zicht op Evenwicht, positieve effecten zien op bezorgdheid om te vallen en gerelateerd vermijdingsgedrag bij zelfstandig wonende ouderen. Het huidige onderzoek richt zich op de effecten en uitvoerbaarheid van deze cursus na (landelijke) implementatie in thuiszorgorganisaties. Methode In een pre-experimenteel onderzoek met een voormeting en nametingen na twee en vier maanden is Zicht op Evenwicht geëvalueerd bij 125 zelfstandig wonende ouderen. De effectmaten betroffen bezorgdheid om te vallen, gerelateerd vermijdingsgedrag, valincidenten, medische hulp na een valincident, gevoelens van angst, symptomen van depressie en eenzaamheid. Resultaten Met de Wilcoxon signed-rank test en de gepaarde t-test is een significante verbetering waargenomen tussen de voormeting en de laatste nameting voor bezorgdheid om te vallen, gerelateerd vermijdingsgedrag, aantal valincidenten, gevoelens van angst en symptomen van depressie. De andere uitkomsten verschilden in deze analyses niet significant. Discussie Ook na implementatie in de thuiszorgorganisaties lijkt de cursus Zicht op Evenwicht een positief effect te hebben bij zelfstandig wonende ouderen, op onder andere bezorgdheid om te vallen, gerelateerd vermijdingsgedrag en valincidenten. Gezien de overeenkomsten met de resultaten uit het gerandomiseerde onderzoek kan worden gesteld dat de cursus succesvol te implementeren is in thuiszorgorganisaties

Feasibility of a cognitive behavioural group intervention to reduce fear of falling and associated avoidance of activity in community-living older people: a process evaluation

BACKGROUND: Fear of falling and associated avoidance of activity are common among older people and may have negative consequences in terms of functional decline, quality of life and institutionalisation. We evaluated the effects of a cognitive behavioural group intervention to reduce fear of falling and associated avoidance of activity among older persons. This intervention showed favourable effects on fear of falling, avoidance of activity, daily activity, and several secondary outcomes. The aim of the present study is to assess the feasibility of this cognitive behavioural group intervention for participants and facilitators. METHODS: The intervention consisted of eight weekly group sessions lasting two hours each and a booster session after six months. Self-administered questionnaires, registration forms and interviews were used to collect data from participants (n = 168) and facilitators (n = 6) on the extent to which the intervention was performed according to protocol, participant attendance, participant adherence, and participants' and facilitators' opinion of the intervention. Quantitative data from the questionnaires and registration forms were analysed by means of descriptive statistics. Qualitative data were categorised based on matching contents of the answers. RESULTS: Facilitators reported no major protocol deviations. Twenty-six percent of the participants withdrew before the start of the programme. Of the persons who started the programme, 84% actually completed it. The participants reported their adherence as good, but facilitators had a less favourable opinion of this. The majority of participants still reported substantial benefits from the programme after six and twelve months of follow-up (71% and 61% respectively). Both participants and facilitators provided suggestions for improvement of the intervention. CONCLUSION: Results of this study show that the current cognitive behavioural group intervention is feasible for both participants and facilitators and fits in well with regular care. Minor refinement of the intervention, however, is warranted to further improve intervention effectiveness and efficiency. Based on these positive findings, we recommend implementing a refined version of this effective and feasible intervention in regular care. TRIAL REGISTRATION: ISRCTN43792817

Feasibility of a mental practice intervention in stroke patients in nursing homes; a process evaluation

<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Within a multi-centre randomised controlled trial in three nursing homes, a process evaluation of a mental practice intervention was conducted. The main aims were to determine if the intervention was performed according to the framework and to describe the therapists' and participants' experiences with and opinions on the intervention.</p> <p>Methods</p> <p>The six week mental practice intervention was given by physiotherapists and occupational therapists in the rehabilitation teams and consisted of four phases: explanation of imagery, teaching patients how to use imagery, using imagery as part of therapy, and facilitating the patient in using it alone and for new tasks. It had a mandatory and an optional part. Data were collected by means of registration forms, pre structured patient files, patient logs and self-administered questionnaires.</p> <p>Results</p> <p>A total of 14 therapists and 18 patients with stroke in the sub acute phase of recovery were involved. Response rates differed per assessment (range 57-93%). Two patients dropped out of the study (total n = 16). The mandatory part of the intervention was given to 11 of 16 patients: 13 received the prescribed amount of mental practice and 12 practiced unguided outside of therapy. The facilitating techniques of the optional part of the framework were partly used. Therapists were moderately positive about the use of imagery in this specific sample. Although it was more difficult for some patients to generate images than others, all patients were positive about the intervention and reported perceived short term benefits from mental practice.</p> <p>Conclusions</p> <p>The intervention was less feasible than we hoped. Implementing a complex therapy delivered by existing multi-professional teams to a vulnerable population with a complex pathology poses many challenges.</p

Evaluation of a self-management programme for congestive heart failure patients: design of a randomised controlled trial

BACKGROUND: Congestive heart failure (CHF) has a substantial impact on care utilisation and quality of life. It is crucial for patients to cope with CHF adequately, if they are to live an acceptable life. Self-management may play an important role in this regard. Previous studies have shown the effectiveness of the 'Chronic Disease Self-Management Program' (CDSMP), a group-based cognitive behavioural programme for patients with various chronic conditions. However, the programme's effectiveness has not yet been studied specifically among CHF patients. This paper presents the design of a randomised controlled trial to evaluate the effects of the CDSMP on psychosocial attributes, health behaviour, quality of life, and health care utilisation of CHF patients. METHODS/DESIGN: The programme is being evaluated in a two-group randomised controlled trial. Patients were eligible if they had been diagnosed with CHF and experienced slight to marked limitation of physical activity. They were selected from the Heart Failure and/or Cardiology Outpatient Clinics of six hospitals. Eligible patients underwent a baseline assessment and were subsequently allocated to the intervention or control group. Patients allocated to the intervention group were invited to attend the self-management programme consisting of six weekly sessions, led by a CHF nurse specialist and a CHF patient. Those allocated to the control group received care as usual. Follow-up measurements are being carried out immediately after the intervention period, and six and twelve months after the start of the intervention. An effect evaluation and a process evaluation are being conducted. The primary outcomes of the effect evaluation are self-efficacy expectancies, perceived control, and cognitive symptom management. The secondary outcome measures are smoking and drinking behaviour, Body Mass Index (BMI), physical activity level, self-care behaviour, health-related quality of life, perceived autonomy, symptoms of anxiety and depression, and health care utilisation. The programme's feasibility is assessed by measuring compliance with the protocol, patients' attendance and adherence, and the opinions about the programme. DISCUSSION: A total number of 318 patients were included in the trial. At present, follow-up data are being collected. The results of the trial become clear after completion of the data collection in January 2007. TRIAL REGISTRATION: Trialregister () ISRCTN88363287

Process factors explaining the ineffectiveness of a multidisciplinary fall prevention programme: A process evaluation

<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Falls are a major health threat to older community-living people, and initiatives to prevent falls should be a public health priority. We evaluated a Dutch version of a successful British fall prevention programme. Results of this Dutch study showed no effects on falls or daily functioning. In parallel to the effect evaluation, we carried out a detailed process evaluation to assess the feasibility of our multidisciplinary fall prevention programme. The present study reports on the results of this process evaluation.</p> <p>Methods</p> <p>Our fall prevention programme comprised a medical and occupational-therapy assessment, resulting in recommendations and/or referrals to other services if indicated. We used self-administered questionnaires, structured telephone interviews, structured recording forms, structured face-to-face interviews and a plenary group discussion to collect data from participants allocated to the intervention group (n = 166) and from all practitioners who performed the assessments (n = 8). The following outcomes were assessed: the extent to which the multidisciplinary fall prevention programme was performed according to protocol, the nature of the recommendations and referrals provided to the participants, participants' self-reported compliance and participants' and practitioners' opinions about the programme.</p> <p>Results</p> <p>Both participants and practitioners judged the programme to be feasible. The programme was largely performed according to protocol. The number of referrals and recommendations ensuing from the medical assessment was relatively small. Participants' self-reported compliance as regards contacting their GP to be informed of the recommendations and/or referrals was low to moderate. However, self-reported compliance with such referrals and recommendations was reasonable to good. A large majority of participants reported they had benefited from the programme.</p> <p>Conclusion</p> <p>The results of the present study show that the programme was feasible for both practitioners and participants. Main factors that seem to be responsible for the lack of effectiveness are the relatively low number of referrals and recommendations ensuing from the medical assessments and participants' low compliance as regards contacting their GP about the results of the medical assessment. We do not recommend implementing the programme in its present form in regular care.</p> <p>Trial registration</p> <p>ISRCTN64716113</p

The development of a multidisciplinary fall risk evaluation tool for demented nursing home patients in the Netherlands

BACKGROUND: Demented nursing home patients are at high risk for falls. Falls and associated injuries can have a considerable influence on the autonomy and quality of life of patients. The prevention of falls among demented patients is therefore an important issue. In order to intervene in an efficient way in this group of patients, it is important to systematically evaluate the fall risk profile of each individual patient so that for each patient tailor-made preventive measures can be taken. Therefore, the objective of the present study is to develop a feasible and evidence based multidisciplinary fall risk evaluation tool to be used for tailoring preventive interventions to the needs of individual demented patients. METHODS: To develop this multidisciplinary fall risk evaluation tool we have chosen to combine scientific evidence on the one hand and experts' opinions on the other hand. Firstly, relevant risk factors for falling in elderly persons were gathered from the literature. Secondly, a group of Dutch experts in the field of falls and fall prevention in the elderly were consulted to judge the suitability of these risk factors for use in a multidisciplinary fall risk evaluation tool for demented nursing home patients. Thirdly, in order to generate a compact list of the most relevant risk factors for falling in demented elderly, all risk factors had to fulfill a set of criteria indicating their relevance for this specific target population. Lastly the final list of risk factors resulting from the above mentioned procedure was presented to the expert group. The members were also asked to give their opinion about the practical use of the tool. RESULTS: The multidisciplinary fall risk evaluation tool we developed includes the following items: previous falls, use of medication, locomotor functions, and (correct) choice and use of assistive and protective devices. The tool is developed for the multidisciplinary teams of the nursing homes. CONCLUSION: This evidence and practice based multidisciplinary fall risk evaluation tool targets the preventive interventions aimed to prevent falls and their negative consequences in demented nursing home patients