1 research outputs found

    Scheikundetoetsing in klas 3 en klas 4 en Profielkeuze

    Get PDF
    Dit onderzoek is gedaan naar aanleiding van problematiek die zich voordoet op het Commanderij College in Gemert. Op deze school zijn er problemen met de doorstroompercentages van klas 4 naar klas 5 op zowel havo als vwo. Er zijn verschillende ideeën over hoe het komt dat de doorstroompercentages van klas 4 naar klas 5 tegenvallen. Twee van deze ideeën worden in dit onderzoek (gedeeltelijk) onder de loep genomen. Allereerst is er gekeken naar het verschil in toetsing in klas 3 en klas 4. Om het onderzoek behapbaar te maken, is hierbij specifiek gekeken naar het vak scheikunde. Er wordt op het Commanderij College gedacht dat het niveau van de toetsing in klas 3 te laag is, waardoor leerlingen met te hoge cijfers overgaan naar klas 4. Vervolgens komen leerlingen in klas 4 in de problemen, omdat het niveau in deze klas een stuk hoger ligt dan in klas 3. Om ervoor te zorgen dat er een vast niveau in klas 3 en klas 4 gewaarborgd wordt, is het Commanderij College gestart met het invoeren van de RTTI-methode voor toetsing. De RTTI-methode voor toetsing is een methode waarmee toetsvragen geclassificeerd kunnen worden in vier niveaus. Het classificeren van de toetsvragen van een toets in deze vier niveaus geeft meer inzicht in hoe leerlingen presteren op deze verschillende cognitieve niveaus. Als tweede is er gekeken naar de profielkeuze die leerlingen maken in klas 3. Gedacht wordt dat leerlingen wellicht kiezen voor vakken die ze eigenlijk niet aankunnen en hierdoor niet slagen in klas 4. Om deze reden is er door middel van interviews nagegaan hoe leerlingen op het Commanderij College hun profielkeuze maken, welke informatie ze hierbij krijgen en hoe ze geïnformeerd worden over waar hun capaciteiten liggen. Aan de hand van interviews met de scheikunde vakdocenten zijn criteria opgesteld voor toetsing volgens de RTTI-methode. Deze criteria moeten een doorlopende lijn waarborgen en daarnaast een hulpmiddel zijn waarmee gemakkelijk gedetermineerd kan worden of een leerling het vak in de bovenbouw aankan. Met behulp van de in het interview opgestelde criteria zijn de toetsen die de afgelopen vijf jaar afgenomen zijn in klas 3 en klas 4 geanalyseerd. De toetsanalyse die in dit onderzoek uitgevoerd is, toont aan dat de toetsen in klas 3 op zowel havo- als vwo-niveau aanzienlijk minder vragen stellen op de RTTI-niveaus T2 en I. Hierdoor zijn de toetsen dan ook mogelijk onvoldoende geschikt om als basis te dienen voor de determinatie van leerlingen. Daarnaast heeft de toetsanalyse uitgewezen dat de lijn vanaf het begin van klas 3 tot het eind van klas 4 een stuk steiler is dan de lijn zoals die gewenst wordt door de vakdocenten. Dit is te wijten aan het beginniveau in klas 3, dat veel lager ligt dan het gewenste niveau. Dit heeft als gevolg dat het niveau in heel klas 3 lager is dan gewenst. Klas 4 scheikundetoetsen voldoen wel aan de gestelde criteria, waardoor het niveau in klas 4 dus hoger ligt. Dit zorgt voor een groot verschil met klas 3. Daarom kan ook dit punt gezien worden als een mogelijke reden voor de slechtere prestaties en de mindere doorstroompercentages in klas 4. Interviews met mentoren, vakdocenten, ouders en leerlingen hebben uitgewezen dat leerlingen en ouders over het algemeen tevreden zijn over de informatie die zij krijgen met betrekking tot de profielkeuze en de capaciteiten van de leerling. Er is echter één punt in de informatievoorziening over de capaciteiten van de leerling wat minder enthousiasme oplevert. Dit is de zogenaamde 1, 2, 3, 4-beoordeling. In klas 3 worden alle leerlingen voor ieder vak voorzien van een advies over de haalbaarheid van het vak in de bovenbouw. Dit gebeurt op basis van een beoordeling met een 1, 2, 3 of 4. Hierbij staat 1 voor 'zeker doen', 2 voor 'dit vak is haalbaar', 3 voor 'twijfel over de haalbaarheid van het vak' en 4 voor 'af te raden'. Dit advies wordt gegeven door de vakdocenten op basis van de resultaten die gehaald worden op toetsen en de algemene indruk van een leerling in klas 3. Deze beoordeling wordt door de betrokkenen vaak gezien als overbodig. Het advies is dan ook om deze beoordeling optioneel te maken voor leerlingen die daar behoefte aan hebben
    corecore