5 research outputs found
Magnetic resonance imaging and cerebrovascular hemodynamics in (pre)-eclampsia
Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap is gevaarlijk. De mogelijke gevolgen, zoals hersenoedeem, stuipen en hersenbloedingen, eisen jaarlijks wereldwijd 50 tot 65 duizend vrouwenlevens. Ook in Nederland is deze zogeheten 'preëclampsie' de hoofdoorzaak van moedersterfte. Toch grijpen artsen vaak te laat in volgens Gerda Zeeman. Dit omdat er te weinig bekend is in de medische wetenschap over veranderingen in de hersendoorbloeding. Ook leren de handboeken dat vrouwen in principe geheel herstellen. Zeeman bracht als eerste de veranderingen in de hersenen in beeld en constateert onder meer dat er wel degelijk blijvende schade kan zijn.
Hoge bloeddruk komt ongeveer bij vijf tot tien procent van de zwangerschappen voor. Bij een patiënt met preëclampsie (ook wel zwangerschapsvergiftiging of toxicose genoemd) kunnen stuipen ontstaan, soms gevolgd door een hersenbloeding. Dit komt omdat de bloeddruk dan acuut stijgt. Zeeman heeft tijdens haar opleiding veel ervaring opgedaan met de behandeling van deze patiënten: ‘Een stuipende vrouw zorgt voor een angstaanjagend moment voor artsen en verpleegkundigen en het is een drama wanneer je een moeder daarna ziet overlijden.’ Medische handboeken onderwijzen dat een vrouw geheel herstelt na stuipen en dat hersenbloedingen zeldzaam zijn. Daarom wordt er momenteel vaak veel te laat gestart met bloeddrukverlagende medicatie. Maar een groot deel van de vrouwen lijkt jarenlang verschijnselen over te houden aan de stuipen, zoals geheugenverlies en gebrek aan concentratievermogen.
Blijvende schade
Het is bekend dat zwangerschap voor grote veranderingen zorgt in de belasting van hart en bloedvaten, maar de veranderingen in de doorbloeding van de hersenen zijn tot nu toe nagenoeg niet onderzocht. Daarom zijn artsen onzeker welke preventie of behandeling toe te passen. Met moderne MRI-technieken bracht Zeeman in beeld dat bij gezonde zwangere vrouwen de bloeddoorstroming in de hersenen afneemt, terwijl er juist een toename is bij vrouwen met zwangerschapshypertensie. Waarschijnlijk leidt dit mechanisme uiteindelijk tot stuipen. Verder ontdekte de promovendus dat een kwart van de patiënten in meer of mindere mate blijvende hersenschade overhoudt aan stuipen.
Stuipen en hersenbloedingen zijn in veel gevallen te voorkomen door tijdig de bloeddruk te verlagen en magnesiumsulfaat toe te dienen. Dat gebeurt helaas nog veel te weinig in Nederland. Hoe het magnesiumsulfaat werkt is niet bekend. Men denkt dat het samentrekking van de hersenvaten tegengaat, maar Zeeman ontdekte dat het gunstige effect van magnesiumsulfaat daar niet aan toe te schrijven is.
Neurocognitive functioning following preeclampsia and eclampsia:a long-term follow-up study
ObjectiveWomen who suffered preeclampsia and eclampsia may report subjective cognitive difficulties in daily life, the interpretation of which is cumbersome, because these are affected by emotional factors. Previous studies only included preeclamptic women investigated shortly after pregnancy. We aimed to determine whether these subjective reports of cognitive difficulty could be interpreted as reflecting objective cognitive dysfunction. Therefore, cognitive functioning was assessed using standardized neurocognitive tests in both preeclamptic and eclamptic women several years following the index pregnancy.Study DesignForty-six formerly eclamptic, 51 formerly preeclamptic, and 48 control women who had normotensive pregnancies, age-matched, participated in this study. Average elapsed time since index pregnancy was 7 years. Neurocognitive tests were divided into 6 domains; visual perception, motor functions, working memory, long-term memory, attention, and executive functioning. Subjective cognitive functioning was measured by the Cognitive Failures Questionnaire and anxiety/depression by the Hospital Anxiety and Depression Scale.ResultsBoth preeclamptic and eclamptic women performed worse on the motor functions domain (P < .05), without differences on the other domains. They scored worse on the Cognitive Failures Questionnaire (P < .01), the Hospital Anxiety and Depression Scale anxiety (P < .01), and depression (P < .05) subscales.ConclusionWomen who suffered eclampsia and/or preeclampsia demonstrate no objective cognitive impairment as compared with controls. Contrary to the well-structured test setting, both groups do report more cognitive failures, which are thought to reflect neurocognitive dysfunction in complex, stressful daily-life situations. Such report of cognitive failures may be compounded by anxiety and depression. Future studies should focus on the relationship of neurocognitive functioning with structural cerebral abnormalities