29 research outputs found
Heffingsjurisdictie in een digitaliserende economie; waarom âonline profitsâ zo ongrijpbaar zijn
We leven in een tijd waarin alles en iedereen âonline connectedâ is. De winstbelastingsystemen van landen zijn echter gebaseerd op een economische werkelijkheid van rond een eeuw geleden. En dat wringt. Juist bij winsten uit internetgerelateerde activiteiten, âonline-profitsâ, komen de problemen aan het licht. Online winsten zijn nu niet adequaat te belasten. En dat vormt een probleem dat in omvang groeit naarmate het belang van de digitale component van de economie in relevantie toeneemt. Misschien is de tijd nog niet rijp om vandaag al tot fundamentele hervorming over te gaan. Maar wellicht zouden we in ieder geval moeten nadenken over de vraag in welke richting de vennootschapsbelasting zich zou moeten ontwikkelen. Suggesties in de internationale literatuur, vanuit de OESO en de EU bewegen richting grondslagtoerekening aan de marktjurisdictie. Vennootschapsbelastingheffing (ook) op basis van het bestemmingslandbeginsel. Daar valt misschien wel wat voor te zeggen. De wereld verandert. Misschien zou de fiscaliteit moeten mee veranderen
Taxing Multinationals 'Post-BEPS' - What's Next?
The taxation of multinational companies has been attracting a great deal of attention in recent years. Com- pany tax planning and country tax competition have increasingly been questioned, by the general public, media, in politics and academia. Countries compete for investment, reducing tax burdens on profits. Multinationals respond, shifting profit for tax purposes to low- tax jurisdictions by legally arranging their business affairs in a certain way to optimise their effective corporation tax burdens. Globalisation speeds-up matters. The company taxation models that countries apply today originated in the 1920s. These models were of course designed to cater for interbellum societal, political, economic and business realities, and hence no longer seem âfit -for -purposeâ in todayâs globalised market place. Corporate tax systems are antique and now appear to be failing, in consequence putting fiscal systems under pressure. The OECD has estimated missed corporate tax revenues at a staggering 1â4 of a trillion US dollars a year. To balance budgets, countries resorted to raising tax burdens on consumption and labour. Economic and financial crises that we now seem to have overcome have exacerbated matters, affecting societal trust in the integrity of the tax system. The general pub- lic considers tax bill increases unfair if they are not addressed to multinationals, but imposed on their work- ers and customers instead. It is often heard that moral obligations to finance expenditure apply equally to multinationals
Belastingheffing van multinationals in een globale marktomgeving; naar een Corporate Tax 2.0?
De manier waarop landen winstbelasting heffen van multinationals is hopeloos verouderd. Winstbelastingsystemen zijn gebaseerd op een economische realiteit van 100 jaar geleden en niet langer toegerust op de economische werkelijkheid van vandaag. Is het niet tijd om eens na te denken over een fundamentele belastinghervorming? De auteur geeft een suggestie: de Corporate Tax 2.0
Promovendus aan het woord
Op donderdag 15 januari 2015 zal Maarten de Wilde promoveren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) op het proefschrift âSharing the Pie; Taxing Multinationals in a Global Marketâ
Belastingconcurrentie binnen de EU â is de CCCTB de oplossing?
__Abstract__
De auteur gaat in op het verschijnsel van fiscaal geĂŻndiceerde winstverschuivingsoperaties van multinationals binnen de Europese Unie (âEUâ) in reactie op EU-lidstaten die elkaar onderling beconcurreren in een poging heffingsgrondslag aan hun jurisdicties te binden. Centraal staat de vraag of dit tot het verleden behoort wanneer het Commissievoorstel voor een CCCTB-richtlijn in werking treedt. Of zal het voorgestelde Europese heffingssysteem multinationals onbedoeld prikkelen op kunstmatige wijze heffingsgrondslag te verschuiven naar de laagstbelastende EU-lidstaat, met ongewenste belastingconcurrentie als mogelijk gevolg? De voorzichtige conclusie van auteur is dat de toepassing van de CCCTB de potentie heeft te leiden tot kunstmatige verschuivingen van heffingsgrondslag binnen de EU en ongewenste belastingconcurrentie tussen de lidstaten. Er bestaat een risico dat substantiĂ«le gedeelten van de EU-heffingsgrondslag mobiel zullen worden. Omdat de lidstaten straks mogelijk effectief slechts over Ă©Ă©n instrument beschikken om hierop te reageren â tariefmatiging â zou dit wellicht een ongewenste wedloop om EU-heffingsgrondslag kunnen initiĂ«ren; in ieder geval in theorie
Some thoughts on a Fair Allocation of Corporate Tax in a Globalizing Economy
Today we live in a globalizing economy: national open markets are steadily developing towards a
global market. Within the European Union (EU), the internal market without internal frontiers has
been established. However, the fiscal sovereignty of nation states (hereinafter: âstatesâ) remains
limited to economic activities taking place within their territory. Fiscal sovereignty is purely a
domestic matter. The combination of a globalizing economy and the geographically restricted
fiscal sovereignty of states lead to distortions in the allocation of tax among taxpayers and
between states. These distortions are caused by obstacles, disparities and the inadequate
âformulaâ that is generally used by states to divide the âinternational tax pieâ.
In this article, I address the question of how these distortions may be dissolved with
respect to the taxation of corporate business income in a global market
âSharing the Pieâ; over het belasten van multinationale ondernemingen in een globale markt
In zijn proefschrift âSharing the Pieâ; Taxing multinationals in a global market komt Maarten de Wilde met een voorstel voor een neutralere winstbelastingheffing van multinationals. In het voorstel wordt het internationale concern als Ă©Ă©n belastingplichtige gezien en krijgt het een aftrek voor de kapitaalvergoedingen die het de aandeelhouders betaalt. Voor internationale situaties wordt de heffingsgrondslag in het voorstel geografisch toebedeeld aan de landen waar het concern zijn producten en diensten effectief afzet, in plaats van de landen waar het investeert zoals thans het geval is. Het lijkt voor landen of regioâs aantrekkelijk om naar het voorgestelde systeem over te stappen, zowel gezamenlijk als individueel. Het bevordert het investeringsklimaat
Comparing tax policy responses for the digitalizing economy: Fold or all-in
This article elaborates on the tax policy responses in the area of direct taxation that are currently on the table at both the OECD and EU levels. The digital economy cannot be seen in isolation from the rest of the economy; it is the overall economy that is becoming increasingly digitalized. As any ring-fencing of the digital parts of the economy would seem infeasible, the fact that all the tax reform initiatives contemplated seem to be pursuing that exact objective is rather anomalous. Such a move would seem to bring little to the table other than market distortions, inequities, arbitrary taxation, tax cascading, legal uncertainties, and red tape. When it comes to fixing the broken international tax framework, there seems to be no such thing as a readily available 'quick fix'. So the real question on the table would seem to be whether we should instead consider breaking away from status quos in company taxation and proceeding to explore genuine and fundamental corporate tax reform
Een aanzet voor een rechtvaardigere heffing van vennootschapsbelasting van in Nederland actieve groepen
Inleiding
Met de inwerkingtreding van de Wet Werken aan winst, nu vier jaar geleden, is geen einde
gekomen aan de discussies over de juiste inrichting van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 (âWet Vpbâ). De huidige Wet Vpb lijkt maar niet te komen tot een evenwichtige
vennootschapsbelastingheffing van groepen die in Nederland economisch actief zijn.2 De lasten
worden niet op evenredige wijze over het (inter)nationale bedrijfsleven verdeeld. De een betaalt
relatief meer dan de ander zonder dat daar een goede reden voor bestaat. En dat is
onrechtvaardig. Sinds Werken aan winst zijn dan ook uiteenlopende voorstellen naar voren
gebracht die aan de geconstateerde onevenwichtigheden een einde moeten maken.3 Deze
hebben bij het schrijven van deze bijdrage nog niet tot wetsvoorstellen geleid.
In de discussie over een evenwichtige verdeling van vennootschapsbelastingdruk is tot
nog toe nauwelijks aandacht besteed aan de achterliggende â meer rechtsfilosofische â vraag
hoe kan worden gekomen tot een rechtvaardigere heffing van vennootschapsbelasting van in
Nederland actieve groepen. Dit terwijl het mij hier uiteindelijk toch om lijkt te gaan. In deze
bijdrage zal ik deze vraag proberen te beantwoorden. Daarbij kom ik tot wat contra-intuĂŻtieve
bevindingen