Verbond en zending : een verbondsmatige benadering van zending

In this dogmatic study we develop from a Reformed covenantal perspective a missiological theory which is applicable in missionary praxis. In chapter I we account for our choice of the covenant concept as the cornerstone of our theory. Added to this we explain our hermeneutical approach towards the biblical text in relationship to the context of our research with special attention to the Bible as the canonical Word of God and the own nature of theology as a science. In chapter 2 we start our theological-historical orientation in the covenant concept with an outline of our theological biography highlighting the covenant theology of the Dutch theologian K Schilder and outlining the rise and development of Orthodox-Reformed covenantal theology from the times of the Reformation. In the chapters 3 and 4 we discuss the different covenants in the Old and New Testament in their interrelationship with strong emphasis on their common structural elements, i.e. the unilateral creation, the bilateral continuation and the forensic foundation of covenant. We pay special attention to the relationship between the Old and New Testament with regard to the New Covenant. In chapter 5 we discuss the dogmatic implications of our biblical-theological research in the covenant concept with regard to the Orthodox-Reformed covenant tradition suggesting that this tradition is in need of some adaptation in order to stay in line with Scriptural teachings on covenant. We analyse the implications of interrelating covenant, creation and revelation. In this analysis we pay attention to a covenantal approach towards creation and revelation. This interrelationship is considered structurally from the three basic elements of covenant as well as spiritually from the functions of the cult, the law and baptism in covenant. In chapter 6 we draw missiological relevant conclusions from our biblico-dogmatic study discussing from a covenant perspective several themes topical for a missiological theory which has to be applied in missionary praxis. We round off our study with discussing mission and creation with emphasis on inculturation, ecology and the theology of religions.In deze dogmatische studie ontwikkelen we vanuit een gereformeerd verbondsperspectief een missiologische theorie, die in de missionaire praxis toepasbaar is. In hoofdstuk I geven we rekenschap van de keuze voor het verbond als hoeksteen van onze theorie. We zetten in aanvulling daarop uiteen wat onze hermeneutische benadering is van de bijbelse tekst in samenhang met de context van ons onderzoek, waarbij we speciaal aandacht besteden aan de bijbel als het canonieke Woord van God en aan de eigen aard van de theologie als wetenschap. In hoofdstuk 2 beginnen we ons theologisch-historisch onderzoek naar het verbond met een schets van onze theologische biografie, waarin we de verbondstheologie van de nederlandse theoloog K Schilder accentueren en de opkomst en ontwikkeling van deze theologie in de orthodox-gereformeerde traditie sinds de Reformatie beschrijven. Wij bestuderen in de boofdstukken 3 en 4 de verschillende verbonden in het Oude en Nieuwe Testament in hun onderlinge samenhang met nadruk op hun gemeenschappelijke structuurelementen, namelijk het unilaterale ontstaan, het bilaterale voortbestaan en de forensische fundering van het verbond. We geven speciaal aandacht aan de verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament met betrekking tot het Nieuwe Verbond. In hoofdstuk 5 bespreken wij de dogmatische consequenties van ons bijbelstbeologiscb onderzoek voor de orthodox-gereformeerde verbondstheologie en suggereren aanpassingen van deze traditie, die nodig zijn om in overeenstemming te blijven met de bijbel terzake van het verbond. Om een stevige fundering te leggen voor een verbondsmatige missiologische theorie analyseren we de implicaties van het met elkaar verbinden van verbond, schepping en openbaring. In deze analyse geven we aandacbt aan een verbondsmatige benadering van scbepping en openbaring. De onderlinge verhouding tussen beiden wordt structureel beschouwd vanuit de drie structuurelementen van het verbond en spiritueel vanuit de functies van de cultus, de wet en de doop binnen bet verbond. In hoofdstuk 6 trekken we missiologisch relevante conclusies uit ons bijbels-dogmatische onderzoek en behandelen we verschillende themata die actueel zijn voor een missiologische theorie die in de missionaire praxis toepasbaar moet zijn. We besluiten onze studie met het aan de orde stellen van bet onderwerp zending en schepping, waarbij we aandacht besteden aan de inculturatie, de ecologie en de theologie van de godsdiensten.Philosophy, Practical and Systematic TheologyD. Th. (Systematic Theology

How should we then live? A missiological reading of Genesis 34: A redemptive historical approach

The narrative of Dinah’s rape in Genesis 34 has attracted the attention of Jews and Christians throughout the ages and has been the source of many scholarly papers all around the world. What have the readers in the different communities of faith over the ages heard in this shameful story? This article wanted to convey what this researcher has heard. An attempt has been made to read Genesis 34 in a missiological way in the redemptive historical context of Genesis 12–36. This article wants to demonstrate that the communicative intention of the author of Genesis 34 was to teach his readers how they, as descendants of Abraham, should live in the promised land in order to accomplish the task God had charged them with: To be a blessing to the nations (Gn 12:3). Hence, in Genesis 34, the author reminded his readers how their ancestors failed in this divine mandate and that they should not be followed: Dinah’s brothers murdered the rapist of their sister and turned it into a curse to the nation of the Hivites. Their negative behaviour should open the eyes for what God positively wanted from his people throughout the ages. This reading formed the basis for a missiological understanding of the significance of this narrative in the Christian community of faith. The missiological significance of Genesis 34 has been discussed from three angles: The importance of worship for missions; the integrity of the missionary praxis; and the in-between time in which missions take place. Contribution: This research wants to answer the question why the author of Genesis 34 included in his composition this shameful episode in the patriarchal history narrating the rape of Leah’s daughter, Dinah, and the consequent criminal honour killings by her brothers. The purpose of this investigation is to show the missiological significance of this narrative for the present Christian community of faith for whom the Bible is the authoritative Word of God