18 research outputs found

    Forest Biodiversity Assessment in Peruvian Andean Montane Cloud Forest

    Get PDF
    Cloud forests are unusual and fragile habitats, being one of the least studied and least understood ecosystems. The tropical Andean dominion is considered one of the most significant places in the world as rega rds biological diversity, with a very high level of endemism. The biodiversity was analysed in an isolated remnant area of a tropical montane cloud forest known as the ?Bosque de Neblina de Cuyas?, in the North of the Peruvian Andean range. Composition, structure and dead wood were measured or estimated. The values obtained were compared with other cloud forests. The study revealed a high level of forest biodiversity, although the level of biodiversity differs from one area to another: in the inner areas, where human pressure is almost inexistent, the biodiversity values increase. The high species richness and the low dominance among species bear testimony to this montane cloud forest as a real enclave of biodiversity

    Response of a Lake Michigan coastal lake to anthropogenic catchment disturbance

    Full text link
    A paleolimnological investigation of post-European sediments in a Lake Michigan coastal lake was used to examine the response of Lower Herring Lake to anthropogenic impacts and its role as a processor of watershed inputs. We also compare the timing of this response with that of Lake Michigan to examine the role of marginal lakes as ‘early warning’ indicators of potential changes in the larger connected system and their role in buffering Lake Michigan against anthropogenic changes through biotic interactions and material trapping. Sediment geochemistry, siliceous microfossils and nutrient-related morphological changes in diatoms, identified three major trophic periods in the recent history of the lake. During deforestation and early settlement (pre-1845–1920), lake response to catchment disturbances results in localized increases in diatom abundances with minor changes in existing communities. In this early phase of disturbance, Lower Herring Lake acts as a sediment sink and a biological processor of nutrient inputs. During low-lake levels of the 1930s, the lake goes through a transitional period characterized by increased primary productivity and a major shift in diatom communities. Post-World War II (late 1940s–1989) anthropogenic disturbances push Lower Herring Lake to a new state and a permanent change in diatom community structure dominated by Cyclotella comensis . The dominance of planktonic summer diatom species associated with the deep chlorophyll maximum (DCM) is attributed to epilimnetic nutrient depletion. Declining Si:P ratios are inferred from increased sediment storage of biogenic silica and morphological changes in the silica content of Aulacoseira ambigua and Stephanodiscus niagarae . Beginning in the late 1940s, Lower Herring Lake functions as a biogeochemical processor of catchment inputs and a carbon, nutrient and silica sink. Microfossil response to increased nutrients and increased storage of biogenic silica in Lower Herring Lake and other regional embayments occur approximately 20–25 years earlier than in a nearby Lake Michigan site. Results from this study provide evidence for the role of marginal lakes and bays as nutrient buffering systems, delaying the impact of anthropogenic activities on the larger Lake Michigan system.Peer Reviewedhttp://deepblue.lib.umich.edu/bitstream/2027.42/43091/1/10933_2004_Article_1688.pd

    Beleidsevaluatie Energie-innovatieregelingen

    No full text
    De energie-innovatieregelingen Topsector Energieregelingen (TSE), Hernieuwbare Energieregeling (HER) en Demonstratieregeling Energie-innovatie (DEI) van het Ministerie van Economische Zaken zijn geïntroduceerd om bij te dragen aan het verdienvermogen en het verduurzamen van het energiesysteem in Nederland. De voorliggende evaluatie van de regelingen is uitgevoerd door Dialogic en SEO Economisch Onderzoek. De nadruk bij de werkzaamheden van SEO lag op econometrische microdata-analyse. Daarbij is gekeken naar het effect van deelname aan een regeling op de mate van innovatieve activiteit, op de omvang van omzet en export en op het aantal werkzame personen in de periode 2011 tot en met 2016. De uitgevoerde analyses geven geen indicaties voor positieve effecten van de HER op de mate van innovatieve activiteit, nauwelijks indicaties voor positieve effecten van TSE en geen robuuste indicaties van positieve effecten van DEI. De analyses geven geen indicaties van positieve effecten op omzet, export en aantal werkzame personen. Deze effecten doen zich waarschijnlijk op langere termijn voor dan effecten op innovatieve activiteit. Deze uitkomsten suggereren dat project- of subsidietoekenning geen bepalende factor is voor de mate van innovatieve activiteit van aanvragers. Hierbij passen de volgende kanttekeningen. Ten eerste is de DEI specifiek gericht op vermarkting en commercialisering, terwijl ontwikkelingen met een commerciële of productieve betekenis juist zijn uitgesloten van de gebruikte maatstaf voor innovatieve activiteit. Deze maatstaf betreft investeringen in onderzoek, ontwikkeling en demonstratie zoals geregistreerd onder de regeling Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO-regeling). Eventuele effecten van de energie-innovatieregelingen op innovatieve activiteiten die zich niet uiten in toenames van WBSO-activiteit zijn niet onderzocht. Ten tweede zou het doen van een aanvraag (ook als dat niet tot projecttoekenning leidt) op zichzelf al kunnen leiden tot meer innovatie, omzet, export of werkgelegenheid, of zou er door de regelingen een verschuiving kunnen optreden van andersoortige innovatie naar specifiek energie-innovatie. Voor de analyses zijn bedrijven die een projecttoekenning of subsidie hebben gehad vergeleken met bedrijven die een aanvraag hebben gedaan, maar geen projecttoekenning of subsidie hebben gehad. De robuustheid van de econometrische resultaten is onderzocht middels verschillende specificaties en gevoeligheidsanalyses. Meer resultaten en aanbevelingen zijn te vinden in het rapport
    corecore