16 research outputs found

    Road pricing policy implementation

    No full text
    Urban areas suffer from the negative externalities of road transport like congested road networks, air pollution and road traffic accidents. A measure to reduce these negative externalities is road pricing, meaning policies that impose direct charges on road use (Jones and Hervik, 1992). Since the introduction of road pricing in the literature (Knight, 1924; Pigou, 1920a), “congestion charging has been advocated by transport economists for many decades” (Santos et al., 2010a:34). Although many road pricing measures have been implemented, many initiatives have also failed to be implemented. The main barriers to the implementation of road pricing “are typically public and political opposition” (Santos et al., 2010a:34) although other factors that can either contribute to or hamper road pricing policy implementation include the use of revenues, exemptions and privacy issues (Banister, 2004; Borins, 1988; Santos and Shaffer, 2004). Only a small number of studies give insights into how to enable road pricing implementation in practice. The majority of these studies only discuss one or several implementation factors and therefore do not give a complete overview. In this thesis I therefore analyse all known implementation factors in road pricing policy implementation processes. In this thesis “policy implementation encompasses those actions by public or private individuals (or groups) that are directed at the achievement of objectives set forth in prior policy decisions” (Van Meter and Van Horn, 1975:447).TRAIL Thesis Series no. T2016/8Transport and Logistic

    Variable beprijzen. State-of-the-Art achtergronddocument

    No full text
    TrafficQuest inventariseert doorlopend de stand van zaken met betrekking tot verkeersmanagement en de richting waarin ontwikkelingen plaatsvinden. Verkeersmanagement staat nog maar aan het begin van veel veranderingen. Allerlei ontwikkelingen zullen het mogelijk maken verkeersmanagement effectiever, proactiever en netwerkbreed toe te passen. Daarvoor is verder onderzoek nodig. In het boekje "De toekomst van verkeersmanagement" wordt daarom een onderzoeksagenda gepresenteerd. Dit boekje is te vinden op de TrafficQuest website (www.traffic-quest.nl). Bij het schrijven van dit boekje, heeft TrafficQuest veel achterliggend materiaal over allerlei aspecten van verkeersmanagement verzameld. Dit materiaal wordt in een reeks van rapporten gepubliceerd worden. Deze rapporten volgen steeds het stramien: ‱ Waar hebben we het over? ‱ Hoever zijn we in Nederland? ‱ Hoever zijn ze elders? ‱ Wat hebben we eraan? ‱ Waar gaan we naar toe? Dit rapport behandelt deze vragen voor het onderwerp variabel beprijze

    Modaliteitskeuzes voor internationale reizen: verschillen tussen reizigersgroepen

    No full text
    Dit artikel beschrijft onderzoek naar de verschillen tussen reizigersgroepen in de factoren die de modaliteitskeuzes bij internationale reizen beĂŻnvloeden. Met dit onderzoek kan reisadvies via reisplanners worden gepersonaliseerd, rekening houdend met voorkeuren van reizigersgroepen ten aanzien van bijvoorbeeld kosten, reistijd en CO2 emissie

    Intercoder reliability for qualitative research: You win some, but do you lose some as well?

    No full text
    This paper discusses challenges in testing the reliability of qualitative research. It was found that, especially in the field of transport, it is uncommon to explicitly discuss the reliability of the analysis of interviews and literature reviews. The foundation of these analyses is the coding of interview transcriptions or the reviewed papers using content analysis. The reliability of coding can be assessed through an intercoder reliability check. This paper discusses how this assessment can be carried out. Furthermore it lists lessons learned and gives some practical recommendation based on the hands on experiences of the two authors. This paper could be relevant for all researchers that aim to conduct interviews or to write a literature review and wish to explicitly assess the reliability of their data analysis in order to enhance the research quality of their work.Infrastructures, Systems and ServicesTechnology, Policy and Managemen

    Employer Attitudes towards Peak Hour Avoidance

    No full text
    Peak Hour Avoidance is a relatively new Dutch mobility management measure. To reduce congestion frequent car drivers are given a financial reward for reducing the proportion of trips that they make during peak hours on a specific motorway section. Although previous studies show that employers are not eager to support mobility management measures, employers are nevertheless an important stakeholder. They can provide their employees with alternatives such as other travel times, work locations or travel modes and encourage their use. This paper investigates the attitudes of Dutch employers towards Peak Hour Avoidance. Exploring the factors that influence these attitudes may help to fully utilise employer support. The data from 103 employers were collected through a web questionnaire. A structural equation model on the employer support for Peak Hour Avoidance was estimated. The results demonstrate that the size of the organisation and sector only have an indirect effect on the support for Peak Hour Avoidance. Results reveal that most support for Peak Hour Avoidance can be expected from organisations who feel responsible for influencing the commuting behaviour of employees, that have human resource managers with a positive attitude towards Peak Hour Avoidance, with flexible working times and that have already implemented mobility management measures. The largest contribution to PHA that can be expected from employers is providing employees with flexible working times and encouraging employees to fully utilise this option as an alternative for driving in peak hours. This would not only be beneficial for PHA but for a wide range of mobility management initiatives as well.Infrastructures, Systems and ServicesTechnology, Policy and Managemen

    Multimodale internationale reisplanner, van alle marktsegmenten thuis

    No full text
    Reisplanners zijn momenteel niet van alle markten thuis. Bestaande reisplanners zijn veelal nationaal, unimodaal en houden geen rekening met persoonlijke voorkeuren van reizigers. Dit artikel richt zich op modaliteitskeuzes voor internationale reizen voor verschillende doelgroepen. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Europese project Enhanced WISETRIP. Binnen dit project worden verschillende aspecten van een internationale multimodale reisplanner onderzocht. Een van de belangrijkste uitdagingen bij het ontwikkelen van een multimodale reisplanner is het reduceren van het aantal opties om zo de rekentijd en snelheid waarmee het advies aan de reiziger gegeven kan worden, beperkt te houden. Het aantal opties wordt onder andere bepaald door de beschikbare combinaties van modaliteiten voor een bepaalde herkomst en bestemming en specifieke voorkeuren van reizigers. In dit artikel is onderzoek gedaan naar het opstellen van rekenregels om het aantal opties te beperken. Door middel van focusgroepen met verschillende reizigersgroepen en een online enquĂȘte die door 321 reizigers is ingevuld, zijn de reisvoorkeuren en -keuzes ten aanzien van internationale reizen onderzocht. Internationale reizigers hebben duidelijke modaliteitsvoorkeuren voor verschillenden afstanden. Ook blijken de reizigersgroepen studenten, toeristen, zakenreizigers, milieubewuste reizigers en ouderen en gehandicapten onderscheidend ten aanzien van de factoren – bijvoorbeeld kosten, reistijd en CO2 emissies – die de modaliteitskeuzes bij internationale reizen beĂŻnvloeden. Het blijkt dus mogelijk om verschillende marktsegmenten binnen de groep internationale reizigers te onderscheiden. Hoewel er wel duidelijk verschillende reizigersgroepen bestaan is het lastig om harde rekenregels op te stellen aangezien de verschillen binnen groepen nog aanzienlijk uiteenlopen. Het is wel mogelijk om internationaal reisadvies via reisplanners te personaliseren en rekening te houden met de voorkeuren van deze reizigersgroepen. Het wordt daarom aanbevolen om vooral een standaardinstelling te gebruiken op basis van de gemiddelde groepsvoorkeuren die elke individuele reiziger vervolgens zelf nog kan aanpasse

    Flexibel werken en reizen - een excellente keuze

    No full text
    Het nieuwe werken’ staat volop in de belangstelling. Het is echter nog de vraag wat excellente keuzes ten aanzien van flexibel werken en reizen precies zijn en welke behoeftes er leven onder werknemers. Om maatregelen met betrekking tot het nieuwe werken zo effectief mogelijk in te zetten is het noodzakelijk inzicht te hebben in hoeveel werknemers (meer) flexibel willen werken en reizen en welke opties hierbij de voorkeur krijgen. Het artikel start met een overzicht van enkele ‘facts & figures’ over de Nederlandse woonwerk mobilisten en de mate waarin zij flexibel werken en reizen. Vervolgens wordt een praktijkvoorbeeld gegeven. Door middel van een webenquĂȘte is nader beschouwd hoe 94 werknemers van TNO flexibel werken en reizen invullen. De resultaten geven meer inzicht in hoe groot de groepen werknemers zijn die nog geen gebruik maken van de geboden flexibiliteit, die nu al flexibel werken en reizen maar dit niet vaker wil doen, en die dit graag (nog meer) willen doen. Uit de webenquĂȘte blijkt dat vrijwel alle respondenten verschillende mogelijkheden hebben om flexibel te werken. Aan de respondenten is ook gevraagd hoe vaak ze nu al flexibel werken en reizen en of ze dit (vaker) willen doen. Er wordt veel vaker flexibel gewerkt dan gereisd; opties om flexibel te werken worden door (ruim) de helft van respondenten gebruikt terwijl de helft van de respondenten nooit of alleen in uitzonderlijke situaties varieert in keuze voor het vervoermiddel. Tussen de 70 en 90 procent heeft geen behoefte aan (meer) flexibiliteit. Toch liggen er kansen om flexibiliteit te stimuleren, van de voornamelijk zachte belemmeringen zijn een aantal (zoals ‘ben er nog niet aan toegekomen om dit te regelen’) eenvoudig weg te nemen. Een werkgever zou in zijn stimuleringsbeleid voor het nieuwe werken de groep werknemers die flexibel wil werken en reizen en de groep die dit nu al doet maar er nog meer gebruik van wil maken moeten faciliteren. De groep die al flexibel werkt en reist en hiervan de frequentie niet wil veranderen moet gefaciliteerd blijven worden. Gegevens over door respondenten genoemde voordelen en belemmeringen van flexibel werken en reizen geven inzicht in de aspecten waarop het beleid zich zou moeten richten, zodat een organisatie maatwerk kan leveren. Dit is noodzakelijk aangezien veel werknemers nu al excellente keuzes make

    Eindrapport sensor city mobility

    No full text
    corecore