39 research outputs found

    Uitwisselbaarheid van BIM: Handvat voor de uitwisseling van BIM-modellen

    No full text
    Een veelbelovende innovatie in de bouw is Building Information Modelling (BIM). De ontwikkeling van BIM gaat snel in Nederland en daarbuiten. Meerdere organisaties houden zich bezig met de implementatie of promotie van BIM. Strukton is één van de voorlopers in Nederland die BIM wil toepassen. Theoretisch is BIM deels mogelijk, maar de praktijk blijft achter. De invoering van BIM verloopt moeizaam. De versnippering en projectgestuurde aanpak in een bouwproject maken informatieoverdracht tussen de projectpartners van essentieel belang. In de huidige situatie wordt informatie vastgelegd in 2D technische tekeningen en overgedragen op (digitaal) papier. De traditionele informatieoverdracht is inefficiënt, foutgevoelig en leidt tot waardeverlies. Een betere informatieoverdracht kan worden verkregen door BIM. BIM is het proces van informatie toevoegen aan een digitale objectgeoriënteerde representatie van een bouwproject. Centraal in BIM is het BIM-model waaraan in een ideaal geval alle projectpartners tegelijk werken zodat de partners over de juiste en up-to-date informatie beschikken. Consequenties van wijzigingen zijn dan direct zichtbaar voor alle partners. Het principe van BIM is niet nieuw, maar afgekeken van andere industrieën, zoals de automobiel- en vliegtuigindustrie. Hoewel de bouwsector wezenlijk anders is, kan de technologie uit de meer procesgerichte sectoren ook in de bouw voor verbeteringen zorgen. De implementatie van BIM in de bouw wordt onder andere gestimuleerd door de ontwikkeling van meerdere BIM-software. Met BIM-software is het mogelijk een deel van het BIM-model te modelleren. In de versnipperde bouw zijn voor de diverse projectpartners verschillende BIM-software beschikbaar. De software ondersteunt slechts een deel van het gehele BIM-model. Noodzakelijk is het uitwisselen van gedeeltelijke BIM-modellen tussen de projectpartners. In de praktijk is nauwelijks ervaring met het uitwisselen van gedeeltelijke BIMmodellen. Ook richtlijnen ontbreken. De probleemstelling van het afstudeerproject is: Op welke wijze kunnen (delen van) BIM-modellen worden uitgewisseld tussen projectpartners met verschillende BIM-software? De gedeeltelijke BIM-modellen komen overeen met de nformatiestromen tussen de projectpartners. Op basis van meerdere interviews zijn de taken van vier projectpartners in geïntegreerde samenwerkingsvormen bepaald. De bijbehorende informatiestromen kunnen worden uitgedrukt in bouwobjecten en eigenschappen.Design and ConstructionCivil Engineering and Geoscience

    Ageing of liquid-quenched and solid-quenched alluminium base alloys: Analysis of lattice parameter variations

    No full text
    Mechanical Maritime and Materials Engineerin

    Precipitatie in aluminium-metaal matrix composieten

    No full text
    Chemical EngineeringApplied Science

    Materiaalkunde voor ontwerpers

    No full text
    Uitgegeven in opdracht van de Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen te Delft (VSSD). Dit boek beoogt de integratie van verschillende onderdelen van het vak Materiaalkunde: Staal & Gietijzer, Non-Ferro Metalen en Kunststoffen. Door deze integratie hopen de auteurs te bereiken dat de contactvlakken met andere onderdelen van de studie voor Ingenieur Industrieel Ontwerpen, zoals het ontwerpen zelf en de vervaardiging, duidelijk voor het voetlicht treden. Materiaalkunde is een geïntegreerd onderdeel van het gehele ontwerpproces. In de onderscheiden hoofdstukken worden behandeld: \u95 Structuren van materialen \u95 Legeringen, oplossingen, mengsels, bijmengsels en composieten \u95 Enkele belangrijke materialen \u95 Structuur en verwerking van materialen \u95 Ontwerpen en producerenDelft University of Technolog

    Cooling and heating rate dependence of precipitation in an Al-Cu alloy

    No full text
    Differential scanning calorimetry and X-ray diffraction were used to study the cooling and heating rate dependence of precipitation in an Al-1.66 at.% Cu alloy. After homogenizing, cooling at a rate of 22 K min?1 (SC22) is sufficient to retain all copper in solid solution. GP-zone formation during subsequent heat treatment is hindered; this is ascribed to an insufficient number of (excess) vacancies. After a water quench (WQ) a large number of GP zones are formed during subsequent storage at room temperature for 1 h. The heat content of the GP-zone dissolution effect can quantitatively be described in terms of the heat of precipitation of GP I zones and the solid solubilities as derived from the GP I zone solvus. The heat content of the combined ??-/?-phase precipitation effect appeared to be proportional to the number of copper atoms precipitated, yielding an average value for the heat of copper precipitation of 36 kJ mol?1 copper. The activation energy for ??-phase formation is 0.75 eV for SC22 specimens and 1.10 ± 0.10 eV for WQ specimens. The differences in reported activation energies for ??-phase formation are discussed in terms of mobility of dissolve atoms (related to the vacancy concentration), interfacial energy and direction of growth (normal or perpendicular to the ??-phase plate)
    corecore