17 research outputs found

    New Insights into White-Light Flare Emission from Radiative-Hydrodynamic Modeling of a Chromospheric Condensation

    Full text link
    (abridged) The heating mechanism at high densities during M dwarf flares is poorly understood. Spectra of M dwarf flares in the optical and near-ultraviolet wavelength regimes have revealed three continuum components during the impulsive phase: 1) an energetically dominant blackbody component with a color temperature of T ∼\sim 10,000 K in the blue-optical, 2) a smaller amount of Balmer continuum emission in the near-ultraviolet at lambda << 3646 Angstroms and 3) an apparent pseudo-continuum of blended high-order Balmer lines. These properties are not reproduced by models that employ a typical "solar-type" flare heating level in nonthermal electrons, and therefore our understanding of these spectra is limited to a phenomenological interpretation. We present a new 1D radiative-hydrodynamic model of an M dwarf flare from precipitating nonthermal electrons with a large energy flux of 101310^{13} erg cm−2^{-2} s−1^{-1}. The simulation produces bright continuum emission from a dense, hot chromospheric condensation. For the first time, the observed color temperature and Balmer jump ratio are produced self-consistently in a radiative-hydrodynamic flare model. We find that a T ∼\sim 10,000 K blackbody-like continuum component and a small Balmer jump ratio result from optically thick Balmer and Paschen recombination radiation, and thus the properties of the flux spectrum are caused by blue light escaping over a larger physical depth range compared to red and near-ultraviolet light. To model the near-ultraviolet pseudo-continuum previously attributed to overlapping Balmer lines, we include the extra Balmer continuum opacity from Landau-Zener transitions that result from merged, high order energy levels of hydrogen in a dense, partially ionized atmosphere. This reveals a new diagnostic of ambient charge density in the densest regions of the atmosphere that are heated during dMe and solar flares.Comment: 50 pages, 2 tables, 13 figures. Accepted for publication in the Solar Physics Topical Issue, "Solar and Stellar Flares". Version 2 (June 22, 2015): updated to include comments by Guest Editor. The final publication is available at Springer via http://dx.doi.org/10.1007/s11207-015-0708-

    Lagere prevalentie van overgewicht en obesitas onder volwassenen in Amsterdam: Ligt de verklaring in demografische en sociaaleconomische factoren?

    No full text
    Overgewicht (inclusief obesitas) en obesitas komen onder volwassenen in Amsterdam minder vaak voor dan elders in Nederland. Wij onderzochten in hoeverre dit samenhangt met verschillen in de demografische en sociaaleconomische bevolkingsopbouw. De gegevens over 309.008 Nederlanders van 19 tot en met 74 jaar, onder wie 6427 Amsterdammers, waren afkomstig uit de Gezondheidsmonitor Nederland 2012, uitgevoerd door CBS, RIVM en GGD’en. Verschillen in overgewicht (BMI ≥ 25,0 kg/m 2) en obesitas (BMI ≥ 30,0 kg/m 2) tussen Amsterdam en de rest van Nederland werden onderzocht in gewogen multivariate logistische regressiemodellen, waaraan geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, huishoudinkomen, financiële situatie, burgerlijke staat en huishoudsamenstelling als verklarende factoren werden toegevoegd. De verschillen tussen Amsterdam en Nederland waren afhankelijk van opleidingsniveau en herkomst. Daarom werden gestratificeerde analyses uitgevoerd. Het bleek dat overgewicht en obesitas onder laagopgeleide Amsterdammers en onder Amsterdammers van niet-westerse herkomst even vaak voorkomt als landelijk. Middelbaar- en hoogopgeleide Amsterdammers en Amsterdammers van Nederlandse of westerse herkomst rapporteerden minder vaak overgewicht en obesitas dan gemiddeld in Nederland, wat gedeeltelijk verklaard kon worden door het grotere aandeel jongeren in Amsterdam. Echter, ook na correctie voor demografische en sociaaleconomische factoren bleef het verschil bestaan. Kennelijk dragen ook andere factoren bij aan de lagere prevalentie van overgewicht en obesitas in deze groepen

    Lichamelijk onderzoek en diagnostische interviews geïntegreerd in een algemene gezondheidsenquête onder de Amsterdamse multiculturele populatie: de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2004/2005

    No full text
    Schattingen van het vóórkomen van determinanten van chronische aandoeningen op basis van zelfgerapporteerde gegevens zijn niet altijd valide. Daarnaast is de interpretatie van screeners voor geestelijke gezondheid voor allochtone groepen niet per definitie vergelijkbaar met die voor autochtone Nederlanders. Aanvullende onderzoeksmethoden zijn nodig om meer inzicht te krijgen in de gezondheid van de grootstedelijke bevolking, met name de groeiende groepen Turkse en Marokkaanse migranten. In 2004 is een uitgebreide gezondheidsenqueˆte uitgevoerd onder een steekproef van de Amsterdamse volwassen bevolking, met een oververtegenwoordiging van Turkse en Marokkaanse migranten. Op locatie, werden in een interview gegevens verzameld over de algemene gezondheidstoestand. Daarnaast werden in een lichamelijk onderzoek endogene risicofactoren voor onder andere hart- en vaatziekten gemeten. In 2005 zijn in een tweede fase diagnostische interviews uitgevoerd om geestelijke gezondheid valide te meten en een aantal screeners te valideren. Het bleek haalbaar om in een multiculturele urbane populatie lichamelijk onderzoek en diagnostische interviews te integreren in grootschalig bevolkingsonderzoek. Hiermee kunnen objectieve gegevens over de lichamelijke gezondheid worden verzameld en kan meer inzicht worden verkregen in de geestelijke gezondheid van etnische minderheden. In dit artikel wordt beschreven op welke wijze lichamelijk onderzoek en diagnostische interviews werden opgenomen in het bevolkingsonderzoek en welke middelen werden ingezet om migrantengroepen in het onderzoek te betrekken. Hierbij wordt ingegaan op haalbaarheid, respons en representativiteit
    corecore