103 research outputs found

    Controle-onzekerheid : een experimenteel-psychologisch onderzoek naar een mogelijke ontstaansvoorwaarde voor dwanggedrag

    Get PDF
    De gedragstherapeutische behandeling van dwangklachten verloopt soms voorspoedig. Vaak echter blijken dwangsymptomen zeer hardnekkig en wordt van de patiënt en van de therapeut veel creativiteit en doorzettingsvermogen gevraagd. In contacten met dwangpatiënten of supervisanden die dwangpatiënten gedragstherapeutisch behandelen, blijkt nogal eens dat veel gebruikte behandelingstechnieken tekortschieten. Het gaat dan bijvoorbeeld om responspreventie, flooding en denkstop {cf. Beech & Vaughan, 1978, Haaijman, 1977, Haaijman & Haaijman-van Breukelen; 1979, Marks, 1973, Rimm & Masters, 1974, Yates, 1970). Sommige auteurs {bijvoorbeeld Haaijman, 1977 en Haaijman & Haaijman-van Breukelen, 1979) maken echter duidelijk dat het praktisch en nuttig is deze gedragstherapeutische procedures aan te vullen met motiveringstechnieken, echtpaarbehandeling, psychodrama en zo meer. Bij een dergelijke praktische gerichtheid is het nut van verklaringsprincipes niet erg groot. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat wat uit de leertheorie bekend is over het ontstaan van dwanggedrag niet erg aansluit bij de therapeutische praktijk. Doorgaans lijkt de veronderstelling dat dwanggedrag een angstreducerende werking heeft voldoende grond te bieden voor het ontwerpen van een behandelingsplan. Dat niet altijd sprake is van angstreductie bij dwang is theoretisch misschien interessant, maar praktisch niet erg relevant. De idee dat verklaringsprincipes en erop gebaseerde behandelingsmethoden tekortschieten is echter onbevredigend. Het is immers mogelijk dat elke stap in de richting van een béter passende verklaring van het ontstaan van dwanggedrag ook tot verbetering van behandelingsprocedures kan leiden. De belangstelling naar de verklaring van het ontstaan van dwanggedrag is de drijfveer geweest voor het onderzoek waarover in dit proefschrift wordt gerapporteerd. Het uitgangspunt van het onderzoek is dat eenvoudige leerprincipes als klassieke en eperante conditionering niet goed verklaren hoe dwanggedrag ontstaat, noch wat precies het rituele van veel dwanggedrag bepaalt, waarom angst soms toeneemt bij het uitvoeren van dwanggedrag, en tenslotte waarom dwangpatiënten niet lijken te geloven dat het gedrag dat ze uitvoeren zinvol i

    Home measures of anxiety, avoidant coping and defence as predictors of anxiety, heart rate and skin conductance level just before invasive cardiovascular procedures

    Get PDF
    The question was whether anxiety, heart rate and skin conductance level just before invasive cardiac procedures could be predicted by anxiety related measures obtained at patients homes approximately 3 weeks before treatment. Trait measures of avoidant coping and defence were provided by sixty-three male and thirty-three female patients who were scheduled for a diagnostic or interventional heart catheterization. In hospital physiological measures were registered continously during a 20 min interview and subsequently patients reported their anxiety. Results with hierarchical regres

    De effectiviteit van re-integratietraining versus boostersessies na kortdurende klinische psychotherapie: een gerandomiseerd klinisch onderzoek

    Get PDF
    Abstract BACKGROUND: Standardised evaluation studies performed in the Netherlands in a large number of inpatient and day-treatment hospitals providing psychotherapy have shown significant symptomatic improvements in patients between the date of entry to the studies and follow-up after one year. However, the work situation of ex-patients hardly changed and a large number of patients were still receiving psychotherapy. AIM: To examine the effectiveness of a specifically designed course of re-integration training. METHOD: A group of 128 patients were assigned randomly either to a re-integration training course aimed at improved functioning at work and improved relationships, or to booster sessions. Outcome measures were symptom level, work status, absence from work, and further psychotherapy. results After two years the number of patients in paid employment remained the same (76%) in the re-integration training course and increased from 67 to 87% in the booster sessions. Attendance was significantly higher in the booster sessions than in the re-integration training. There were no differences in the other outcome measures. CONCLUSION: We conclude that re-integration training was no more effective than the booster sessions. Our hypothesis is that continuity of care (therapists plus programme) explains the favourable result of the booster sessions
    corecore