11 research outputs found

    Zorg naar een hoger niveau

    No full text
    In de beroepsprofielen van veel van de paramedische beroepsgroepen worden de termen ‘methodisch handelen’ en ‘klinisch redeneren’ gehanteerd. Hoe zetten (andere) paramedische beroepen zich in om hiermee te komen tot kwalitatief goede zorg

    Kinderen laten bewegen met Twinkel Tegels

    No full text
    In opdracht van het lectoraat Innovatieve Beweegstimulering en Sport is een verkennend onderzoek gedaan naar de prestatiebepalende aspecten in de sport Goalball. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te geven in de omstandigheden waar onder een doelpunt valt tijdens de wedstrijd. De bevindingen kunnen worden gebruikt om de training aan te vullen of vervolgonderzoek te starten

    Twinkel Tegels

    No full text
    De laatste jaren is er veel aandacht voor de problematiek rondom kinderen met overgewicht. In meerdere rapporten van TNO is aangegeven dat het probleem van overgewicht onder kinderen zich steeds verder uitbreidt. Ook blijkt dat veel kinderen de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) niet halen. In 2009 bijvoorbeeld voldeed slechts 22% van de jeugdigen van 4- 17 jaar aan de NNGB (Hildebrandt, V.H., 2010). Een belangrijke doelgroep bij beweegstimulering vormt de groep van inactieve kinderen die veel tijd achter de computer en tv doorbrengen (Hildebrandt, V.H., 2010). De Twinkel Tegels zijn ontwikkeld omdat door het gebruik van interactieve beweeggames een innovatief beweegaanbod gerealiseerd kan worden, dat mogelijk ook kinderen die graag gamen aanspreekt. In dit rapport worden de resultaten van het onderzoek naar de Twinkel Tegels beschreven. In dit onderzoek is gekeken naar 3 verschillende onderzoeksvragen: - Wat is het energieverbruik van basisschoolkinderen van 6 t/m 12 jaar tijdens het spelen met de Twinkel Tegels? - Hoe wordt het spelen met de Twinkel Tegels door de kinderen van 6 t/m 12 jaar ervaren? - Welke kinderen maken zelfstandig gebruik van de Twinkel Tegels buiten schooltijden? Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de spellen Vliegen Vangen en Alarmfase Rood, indien deze gedurende 20 minuten gespeeld worden, een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de NNGB. Deze norm vraag namelijk minimaal 3x per week 20 minuten intensieve lichaamsbeweging en met een gemiddelde MET-waarde van 12,4 respectievelijk 12,6 kan gesteld worden dat de spellen Vliegen Vangen en Alarmfase Rood zeer intensieve lichaamsbeweging vereisen. De Twinkel Tegels spreken zowel jongens als meisjes aan en een meerderheid van de kinderen gaf aan de spellen Vliegen Vangen en Alarmfase Rood leuk te vinden en vaker te willen spelen. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het bedieningsgemak van de Twinkel Tegels nog te wensen over laat. Met name de door de kinderen ervaren lange opstarttijd van de spellen en onduidelijkheid over het starten van een spel zijn aandachtspunten. Met betrekking tot het gebruik van de Twinkel Tegels kan geconcludeerd worden dat de Twinkel Tegels op de huidige locatie vooral gebruikt worden direct na school of in de pauze en dat de speltijd betrekkelijk kort is. Uitleg over het starten van een spel bij de locatie van de Twinkel Tegels en observaties gedurende een langere periode moeten uitsluitsel geven of het gebruik daarmee van langere duur is (per keer) en langdurig interessant voor de diverse doelgroepen. Verder onderzoek is nodig om inzicht te krijgen in de lange termijn effecten van de Twinkel Tegels voor wat betreft gebruiksduur en aantrekkelijkheid voor specifieke doelgroepen

    Evaluation of a school-based multicomponent behavioural intervention in deprived urban areas for children classified as overweight, obese or at risk for overweight

    No full text
    Objective: This study evaluated the effect of an after-school group-based medium-intensity multicomponent behavioural intervention programme for children aged 8–12 years classified as overweight, obese or at risk for overweight on body mass index standard deviation score (BMI SDS). In accordance with standardized protocols body weight and height were measured in 195 participants (88 boys, 107 girls) at baseline and at the end of the programme. A total of 166 children derived from a school-based monitoring system served as control group. Multivariate regression analyses examined the effect of the intervention and the independent factors associated with better outcomes in the intervention group. Results: Analysis of covariance showed a significant intervention effect on BMO SDS in favour of the intervention group (b-coefficient - 0.13 ± 0.03; p < 0.01) compared with the control group. Change in BMI SDS between baseline and follow-up in the intervention group was associated with baseline age (b-coefficient 0.03 ± 0.02; p=0.04) but was independent from gender, ethnicity, baseline BMI SDS, time between baseline and follow-up, school year and attendance rate

    Beweegstimulering voor kinderen in lage ses groepen in Laak en Transvaal

    No full text
    Het is in dit rapport duidelijk geworden dat het probleem van (ongezonde leefstijl zoals onder meer) bewegingsarmoede bij kinderen uit de lage ses groepen erg complex is. Er zijn vele determinanten van (on)gezond gedrag. Het probleem wordt in Nederland en in de gemeente Den Haag onderkend en er zijn veel initiatieven (op beleids- en uitvoerend niveau). Een simpele oplossing bestaat niet. In de afgelopen decennia is geleidelijk een situatie ontstaan waarin de kans op een ongezonde leefstijl (inclusief lichamelijke inactiviteit) is toegenomen. Dit heeft zich geuit in een sterke toename van het aantal kinderen met overgewicht, een achteruitgang van de fysieke fitheid en de motorische ontwikkeling. Het is verleidelijk om de 'schuld' en het zoeken van de oplossing volledig bij de ouders en kinderen te leggen, dat is niet terecht. Er zijn wetenschappelijk gezien belangrijke aanwijzingen dat een structurele oplossing alleen gerealiseerd kan worden indien gewerkt wordt aan een integrale aanpak (Epode, JOGG) en aan een gecoördineerde samenwerking waarin maatregelen op de volgende niveaus worden genomen: - landelijk - gemeentelijk - stadsdeel/wijk - school - gezin - individuele personen ( http://www.drjamessallis.sdsu.edu/). Het bereiken van het gewenste resultaat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Binnen een integrale, goed gecoördineerde aanpak, moeten gerichte keuzes worden gemaakt en de omgeving (fysiek en sociaal) moet 'beweegvriendelijk' zijn. Ook moet er gebruik worden gemaakt van interventies die bewezen effectief zijn. De oplossing schuilt niet in het aanbieden van meer interventies en maatregelen, maar in de inzet van gecoördineerde, effectieve en gerichte maatregelen. Het 'schot hagel' moet worden vervangen door het 'precisieschot. ' De focus moet liggen op het vergroten van de zelfredzaamheid en het zelfmanagement van kinderen en ouders en het creëren van de ideale voorwaarden en omstandigheden om dit te bereiken

    Energieverbruik van de Banjy & de beleving van kinderen tijdens rijden met de Banjy

    No full text
    Overgewicht en ongezond gedrag, vooral onder jonge mensen, wordt een belangrijke factor voor de gezondheidszorg in de toekomst. Overgewicht ontstaat doordat het lichaam meer energie binnenkrijgt dan het nodig heeft. De twee factoren die hier invloed op hebben zijn de energie-inname via de voeding en het energieverbruik door beweging. In dit onderzoek is onderzocht of de Banjy een hulpmiddel kunnen zijn bij het bestrijden van overgewicht middels het leveren van een bijdrage aan het behalen van de Nederlands Norm Gezond Bewegen (NNGB). Er is berekend wat het energieverbruik is van kinderen tussen de 10 en 12 jaar oud tijdens het rijden op de Banjy. Dit is gemeten met behulp van mobiele adem-gasanalyse apparatuur. Daarnaast is er geobserveerd op de playground in Eindhoven om te kijken of de Banjy veilig kan worden gebruikt door kinderen in diezelfde leeftijdcategorie op een dergelijke plek. Na deze observatie hebben er focusgroepinterviews plaats gevonden om de beleving van de kinderen ten opzichte van de Banjy te onderzoeken. Gemiddeld verbranden de kinderen 5,4 Kcal/min tijdens het rijden op de Banjy. Met het rijden op de Banjy verbranden de kinderen daarmee bijna evenveel Kcal/min als met voetballen, hockeyen of een andere vergelijkbare sport. De belastingintensiteit tijdens het rijden op de Banjy bedraagt gemiddeld 8,3 MET. Met deze waarde van 8,3 ligt het rijden op de Banjy hoger dan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). Wanneer het rijden op de Banjy één uur lang per dag wordt volgehouden kan dit dus bijdragen aan het behalen van de NNGB. Tijdens de observaties van het Banjyen bleken er evenveel kinderen te zijn die snel botsen als kinderen die minder snel botsen. Het remmen gaat wel goed en de kinderen staan redelijk stabiel op de Banjy. Bochten maken en slalommen vinden de kinderen moeilijk. Bij het merendeel van de kinderen gaat het opstappen goed. Alle kinderen vonden dat de Banjy er leuk en mooi uit zag en ze wilden er dan ook gelijk op spelen toen ze de Banjy zagen. In het begin moesten de kinderen nog erg wennen aan het opstappen en sturen, maar in de meeste gevallen ging dat na even oefenen goed. Eén op de 5 kinderen had moeite met remmen. Niemand werd moe van het rijden op de Banjy, omdat ze erg kort gespeeld hadden. De Banjy kan veilig op de playgrounds worden gebruikt. Alleen het snelle botsen zorgt voor een minder veilig gebruik van de Banjy. De kinderen vinden het spelen op de Banjy heel leuk en een gedeelte zou er ook graag mee naar school gaan. Ze zouden allemaal wel met de Banjy op een speelplaats of schoolplein willen spelen. Geconcludeerd kan worden dat de Banjy geschikt is voor playgrounds en dat als de kinderen één uur per dag op de Banjy zouden rijden dit bijdraagt aan het behalen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen

    Exercise-based cardiac rehabilitation in patients with coronary heart disease: a practice guideline

    No full text
    Background To improve the quality of exercise-based cardiac rehabilitation (CR) in patients with coronary heart disease (CHD) the CR guideline from the Dutch Royal Society for Physiotherapists (KNGF) has been updated. This guideline can be considered an addition to the 2011 Dutch Multidisciplinary CR guideline, as it includes several novel topics. Methods A systematic literature search was performed to formulate conclusions on the efficacy of exercise-based interventions during all CR phases in patients with CHD. Evidence was graded (1–4) according the Dutch evidence-based guideline development (EBRO) criteria. In case of insufficient scientific evidence, recommendations were based on expert opinion. This guideline comprised a structured approach including assessment, treatment and evaluation. Results Recommendations for exercise-based CR were formulated covering the following topics: preoperative physiotherapy, mobilisation during the clinical phase, aerobic exercise, strength training, and relaxation therapy during the outpatient rehabilitation phase, and adoption and monitoring of a physically active lifestyle after outpatient rehabilitation. Conclusions There is strong evidence for the effectiveness of exercise-based CR during all phases of CR. The implementation of this guideline in clinical practice needs further evaluation as well as the maintenance of an active lifestyle after supervised rehabilitation. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/tinusjongert
    corecore