MBO: Tevredenheid en aansluiting met vervolgonderwijs en arbeidsmarkt

Bijna 40% van de Nederlandse beroepsbevolking is opgeleid in het middelbaarberoepsonderwijs. Momenteel kent het MBO zo’n 485.000 deelnemers en jaarlijksontvangen ongeveer 125.000 jongeren een MBO-diploma. Het MBO heeft een uitermatebelangrijke functie en dient als voorbereiding op het vervolgonderwijs of deberoepspraktijk. Daardoor kan het MBO-diploma als een belangrijke mijlpaal inhet Nederlandse onderwijsstelsel gezien worden. In het voorliggende rapport MBO:Tevredenheid en aansluiting met vervolgonderwijs en arbeidsmarkt, komen gediplomeerdenvan het MBO derhalve uitgebreid aan bod.labour market entry and occupational careers;

Methodiek Schoolverlatersinformatiesysteem meetjaren 2006 en 2007

Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) voert jaarlijks viergrootschalige schoolverlatersonderzoeken uit. Doel van deze onderzoeken is hetverschaffen van inzicht in de relatie tussen het gevolgde onderwijs en de intrede opde arbeidsmarkt. Daarnaast kan de doorstroom binnen het onderwijs nader wordenonderzocht. Bij alle vier de onderzoeken worden schoolverlaters c.q. afgestudeerdenongeveer anderhalf jaar na het behalen van het diploma geënquêteerd. De vieronderzoeken bestaan uit de VO-Monitor (VMBO, HAVO en VWO), de BVEMonitor(BOL en BBL), de HBO-Monitor (het hoger beroepsonderwijs) en deWO-Monitor (het universitair onderwijs). Bij al deze onderzoeken gaat het om degediplomeerde uitstroom uit het reguliere, door de overheid bekostigde onderwijs.Op basis van de resultaten wordt ieder jaar een aantal rapporten gepubliceerdwaarin op landelijk niveau een overzicht wordt gegeven van de doorstroom vanrecent gediplomeerden naar de arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs. De resultatenop instellingsniveau kunnen daarnaast door onderwijsinstellingen gebruikt wordenals instrument binnen hun kwaliteitszorglabour market entry and occupational careers;

Emerging Parasitic Protists: The Case of Perkinsea

The last century has witnessed an increasing rate of new disease emergence across the world leading to permanent loss of biodiversity. Perkinsea is a microeukaryotic parasitic phylum composed of four main lineages of parasitic protists with broad host ranges. Some of them represent major ecological and economical threats because of their geographically invasive ability and pathogenicity (leading to mortality events). In marine environments, three lineages are currently described, the Parviluciferaceae, the Perkinsidae, and the Xcellidae, infecting, respectively, dinoflagellates, mollusks, and fish. In contrast, only one lineage is officially described in freshwater environments: the severe Perkinsea infectious agent infecting frog tadpoles. The advent of high-throughput sequencing methods, mainly based on 18S rRNA assays, showed that Perkinsea is far more diverse than the previously four described lineages especially in freshwater environments. Indeed, some lineages could be parasites of green microalgae, but a formal nature of the interaction needs to be explored. Hence, to date, most of the newly described aquatic clusters are only defined by their environmental sequences and are still not (yet) associated with any host. The unveiling of this microbial black box presents a multitude of research challenges to understand their ecological roles and ultimately to prevent their most negative impacts. This review summarizes the biological and ecological traits of Perkinsea—their diversity, life cycle, host preferences, pathogenicity, and highlights their diversity and ubiquity in association with a wide range of hosts