11 research outputs found
Initiations : a methodological approach to the application of classification and definition theory in the study of rituals
Ziekten van het ruggenmerg
Er zijn vele oorzaken voor een myelopathie. Beschadiging van het myelum kan compleet zijn (zoals in het geval van een complete dwarslaesie), maar is vaker incompleet (zoals bij een incomplete traumatische dwarslaesie en de meeste vormen van myelopathie op basis van niet-traumatische oorzaken). Er bestaan enkele klassieke ruggenmergsyndromen, die in de praktijk echter doorgaans geen klassieke symptomatologie vertonen. In de praktijk maakt de combinatie van gegevens uit de anamnese en het onderzoek van de belangrijkste baansystemen zowel een hoogtelokalisatie van de myelumbeschadiging als een differentiële diagnose mogelijk
Neurologische pijnsyndromen
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen nociceptieve (weefselbeschadiging) en neuropathische (zenuwbeschadiging) pijn. Onder een radiculair syndroom wordt verstaan: uitstralende pijn in respectievelijk schouder en/of arm (cervicaal radiculair syndroom, CRS) of bil/been (Lumbaal radiculair syndroom, LRS), vergezeld van één of meer symptomen die paassen bij een aandoening van een specifieke (cervicale respectievelijk lumbosacrale) zenuwwortel. Een radiculair syndroom wordt meestal, maar niet altijd, veroorzaakt door wortelprikkeling/-compressie op basis van een uitpuilende of geruptureerde tussenwervelschijf (=hernia nuclei pulposi, HNP) of door benige compressie (=compressie op basis van botvorming binnen of juist buiten het wervelkanaal). Uitstraling kan ook optreden zonder dat er sprake is van zenuwbeknelling; er wordt dan gesproken van een pseudoradiculair syndroom. Cervicale en lumbale radiculaire syndromen kennen veel overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen in zowel symptomatologie als behandeling. Zowel in het geval van het CRS als het LRS is er sprake van een differentiële diagnose. Bij zeer heftige, vooral nachtelijke pijn in de schouder moet ook gedacht worden aan de mogelijkheid van een neuralgische amyotrofie; bij heftige nachtelijke pijn lumbosacraal aan neuroborreliose. uiteraard dient bij een voorgeschiedenis van een maligniteit altijd aan de mogelijkheid van metastatische wortelcompressie gedacht te worden. Het lichamelijk onderzoek bij verdenking op een cervicaal radiculair syndroom is gericht op het onderscheid tussen een radiculair en een pseudoradiculair syndroom. De indicatie voor operatie wordt in het geval; van een radiculair syndroom op basis van een HNP gesteld op grond van de kliniek en niet op grond van de MRI-bevindingen. Het CRS en het LRS zijn klinische diagnoses die vooral berusten op de anamnese, met een beperkte waarde voor lichamelijk onderzoek. Een afwachtend beleid loont, maar niet voor iedereen. het optreden van een caudasyndroom is een indicatie voor een spoedoperatie
Ziekten van het ruggenmerg
Er zijn vele oorzaken voor een myelopathie. Beschadiging van het myelum kan compleet zijn (zoals in het geval van een complete dwarslaesie), maar is vaker incompleet (zoals bij een incomplete traumatische dwarslaesie en de meeste vormen van myelopathie op basis van niet-traumatische oorzaken). Er bestaan enkele klassieke ruggenmergsyndromen, die in de praktijk echter doorgaans geen klassieke symptomatologie vertonen. In de praktijk maakt de combinatie van gegevens uit de anamnese en het onderzoek van de belangrijkste baansystemen zowel een hoogtelokalisatie van de myelumbeschadiging als een differentiële diagnose mogelijk
Neurologische pijnsyndromen
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen nociceptieve (weefselbeschadiging) en neuropathische (zenuwbeschadiging) pijn. Onder een radiculair syndroom wordt verstaan: uitstralende pijn in respectievelijk schouder en/of arm (cervicaal radiculair syndroom, CRS) of bil/been (Lumbaal radiculair syndroom, LRS), vergezeld van één of meer symptomen die paassen bij een aandoening van een specifieke (cervicale respectievelijk lumbosacrale) zenuwwortel. Een radiculair syndroom wordt meestal, maar niet altijd, veroorzaakt door wortelprikkeling/-compressie op basis van een uitpuilende of geruptureerde tussenwervelschijf (=hernia nuclei pulposi, HNP) of door benige compressie (=compressie op basis van botvorming binnen of juist buiten het wervelkanaal). Uitstraling kan ook optreden zonder dat er sprake is van zenuwbeknelling; er wordt dan gesproken van een pseudoradiculair syndroom. Cervicale en lumbale radiculaire syndromen kennen veel overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen in zowel symptomatologie als behandeling. Zowel in het geval van het CRS als het LRS is er sprake van een differentiële diagnose. Bij zeer heftige, vooral nachtelijke pijn in de schouder moet ook gedacht worden aan de mogelijkheid van een neuralgische amyotrofie; bij heftige nachtelijke pijn lumbosacraal aan neuroborreliose. uiteraard dient bij een voorgeschiedenis van een maligniteit altijd aan de mogelijkheid van metastatische wortelcompressie gedacht te worden. Het lichamelijk onderzoek bij verdenking op een cervicaal radiculair syndroom is gericht op het onderscheid tussen een radiculair en een pseudoradiculair syndroom. De indicatie voor operatie wordt in het geval; van een radiculair syndroom op basis van een HNP gesteld op grond van de kliniek en niet op grond van de MRI-bevindingen. Het CRS en het LRS zijn klinische diagnoses die vooral berusten op de anamnese, met een beperkte waarde voor lichamelijk onderzoek. Een afwachtend beleid loont, maar niet voor iedereen. het optreden van een caudasyndroom is een indicatie voor een spoedoperatie