6 research outputs found
Mites and archanaeozoology. General methods:applications tot Dutch sites.
This thesis is the report of my research into the possibilities of acaroarchaeology, the study of the remains of mites found in an archaeological context. The research was carried out at the Biological-Archaeological Institute (RUG) during the period 1987 to 1992 while I was working there as a 'Researcher in Training' (OIO). Chapters 2 to 9 consist of articles witch have already been published or accepted for publication, or have been submitted (Chapter 4). The bibliography of these papers is given on page 5. ... Zie: Summar
Mijten (Acari) uit middeleeuws Oudenburg (prov. West-Vlaanderen): een reconstructie van het landschap
Begin jaren 1990 werden de mijten als ecologische indicatoren in de Vlaamse archeologie geïntroduceerd door middel van de studie van de resten gevonden in een Romeinse kuil op de site Ter Beke te Oudenburg. In deze bijdrage worden de resultaten gepresenteerd van het vervolgonderzoek van de mijten gevonden in een middeleeuwse context op hetzelfde terrein
Mites and archanaeozoology. General methods: applications tot Dutch sites.
This thesis is the report of my research into the possibilities of acaroarchaeology, the study of the remains of mites found in an archaeological context. The research was carried out at the Biological-Archaeological Institute (RUG) during the period 1987 to 1992 while I was working there as a 'Researcher in Training' (OIO). Chapters 2 to 9 consist of articles witch have already been published or accepted for publication, or have been submitted (Chapter 4). The bibliography of these papers is given on page 5. ...
Zie: Summary
Mijten (Acari) als ecologische indicatoren in de archeologie. Onderzoek op de Romeinse vindplaats Oudenburg (prov. West-Vlaanderen)
Paleo-ecologie kan als deeldiscipline van de paleontologie worden omschreven als de studie van de interacties die het voorkomen en de abundantie van fossiele organismen bepaalden. Het onderzoek kan zich ook richten op organische resten uit archeologische vindplaatsen alhoewel in dat geval de vraagstelling nogal vaak beperkt is tot een praktische toepassing van het ecologisch onderzoek, met name een reconstructie van het milieu, zowel in als rond een vroegere menselijke woonplaats. In het eerste geval kan men bv. de organische vervuiling van een woonplaats trachten na te gaan, in het tweede kan men het type van natuurlijke vegetatie rond het site achterhalen. De denkwijze van het ecologisch onderzoek op actueel materiaal is precies andersom als bij het onderzoek van archeologische vondsten. Waar actuele ecologen het voorkomen van soorten in verschillende biotopen vergelijken teneinde de ecologische kenmerken te achterhalen die voor hun verspreiding verantwoordelijk zijn, zal de \u27environmental archaeology\u27 trachten een vroeger milieu te reconstrueren door de ecologische karakteristieken van het op een vindplaats aangetroffen soortenspectrum te analyseren
Onderzoek van plantaardige en dierlijke resten uit een Romeinse waterput van de vindplaats \u27Refuge\u27 te Sint-Andries, Brugge (prov. West-Vlaanderen): economie en ecologie.
De vindplaats \u27Refuge\u27 te Sint-Andries ligt in de Vlaamse zandstreek, op enkele km van de rand van de kustvlakte. Opgravingen op het site, tussen 1995 en 1998 uitgevoerd o.l.v. Y. Hollevoet (Instituut voor het Archeologische Patrimonium) en B. Hillewaert (Brugse Stedelijke Archeologische Dienst), legden de resten bloot van een omgrachte nederzetting uit de Romeinse tijd. De site omvatte een tiental hoofdgebouwen, soms met potstallen en bijgebouwtjes, waaronder spijkers, en waterputten. Van een dan deze laatste kon de structuur en de vulling onderzocht worden. De put, met opgravingscode XXXII/14, was opgebouwd uit houten planken, en moet op basis van dendrochronologisch onderzoek geconstueerd zijn kort na de periode van 79 tot 91 AD. De houten constructie was goed bewaard en na demonteren bleek ook de vulling van de put ongestoord gebleven