16 research outputs found

    Jongerenwerk en voortgezet onderwijs: partners in het versterken van schoolcarrières van jongeren: Praktijkvoorbeelden

    No full text
    Deze bundel met vijf praktijkvoorbeelden geeft een beeld van de diversiteit aan samenwerkingen tussen het voortgezet onderwijs en het jongerenwerk. De bundel is bedoeld als inspiratie voor beleidsmedewerkers bij gemeenten, voor managers en uitvoerend personeel in het jongerenwerk en voortgezet onderwijs, en voor studenten pedagogiek, sociaal werk en sociaal beleid. De praktijken zijn geselecteerd op fase in de samenwerking, diversiteit in de wijze van samenwerken en typen activiteiten, en tenslotte de bereidwilligheid om mee te werken aan het onderzoek. De praktijkvoorbeelden zijn gebaseerd op informatie verkregen in interviews met jongerenwerkers en schoolpersoneel, en is aangevuld met informatie uit documenten, zoals projectplannen, visie documenten en evaluatieverslagen

    Samenwerking JOU-HET Trajectum College in het Bevorderen van een Positief Pedagogisch Klimaat: Portret

    No full text

    Voortgezet onderwijs en jongerenwerk: partners in het versterken van schoolcarrières van jongeren

    No full text
    Dit artikel biedt inzicht in hoe het jongerenwerk en scholen voor voortgezet onderwijs (VO) samenwerken, wat de (potentiële) bijdrage van deze samenwerking is aan het versterken van de schoolcarrière en ontwikkeling van jongeren in kwetsbare situaties en wat de succesfactoren in de samenwerking zijn. Samenwerking tussen jongerenwerk en VO maakt een gezamenlijke preventieve aanpak mogelijk van het voorkomen van gebroken schoolcarrières. Er zijn twee samenwerkingstypen te onderscheiden: 1) een samenwerkingstype waarbij jongerenwerkers vanuit hun werk in de wijk en de jongerenwerkaccommodatie het werk van scholen ondersteunen en 2) een samenwerkingstype waarbij jongerenwerkers in de school werkzaam zijn. De twee typen samenwerking verschillen op de volgende dimensies: activiteiten en hun functies, het aantal mensen waarmee het jongerenwerk contact heeft op school en de aard van de samenwerking. Succesfactoren voor een goede samenwerking zijn inzet van voldoende jongerenwerkers, jongerenwerkers die een verbinding kunnen maken tussen school en de wijk, een vast aanspreekpunt vanuit school, bekendheid met het schooljongerenwerk onder schoolpersoneel en leerlingen, en continuïteit van de samenwerking en de activiteiten. Verder geldt specifiek voor de samenwerking waarbij jongerenwerkers in de school werken een eigen, centraal gelegen ruimte een succesfactor is

    Jongerenwerk en voortgezet onderwijs: partners in versterken schoolcarrières kwetsbare jongeren: factsheet

    No full text
    Het hebben van een gebroken schoolcarrière is een bekende risicofactor voor problemen in de ontwikkeling van jongeren (Meij & Ince 2013). Het is dan ook een belangrijke oorzaak van het ontstaan van uitsluiting en ongelijkheid. Om deze negatieve gevolgen af te wenden is een preventieve aanpak noodzakelijk. Hierbij heeft een gezamenlijke preventieve aanpak de voorkeur boven een geïsoleerde aanpak die zich op één kenmerk van de jongere of diens leefsituatie richt. Samenwerken tussen jongerenwerk en VO maakt een brede preventieve aanpak mogelijk. Deze brochure beschrijft wat de potentiële bijdrage is van de samenwerking tussen jongerenwerk en VO aan het versterken van de schoolcarrières van jongeren, welke vormen van samenwerking er zijn en wat de succesfactoren zijn van de samenwerking tussen jongerenwerk en VO

    Jongerenwerk en voortgezet onderwijs: partners in het versterken van schoolcarrières van jongeren: reader

    No full text
    Deze reader is bedoeld voor studenten pedagogiek, sociaal werk en sociaal beleid om kennis te maken met de samenwerking tussen jongerenwerk en onderwijs. Het biedt kernliteratuur over de meerwaarde van de samenwerking jongerenwerk en onderwijs voor (kwetsbare) jongeren, scholen, jeugdprofessionals én de samenleving, de werking en de randvoorwaarden voor een goede samenwerking tussen jongerenwerk en school

    Beyond a deficiencies approach: Towards a more integral representation of the everyday life of children growing up in contexts of poverty

    No full text
    The research on child poverty typically takes a deficiencies approach that focuses on material deficiencies, which are considered to have a profoundly negative impact on children’s well-being. Countering this approach, our research is based on a lifeworld orientation and explores children’s everyday life from their own perspective. Using a range of qualitative methods such as photovoice, focus group discussions, interviews, and participant observation, we gathered detailed information on the lives and well-being of children growing up in contexts of poverty. Our research provides insights into the complex and multi-layered issue of childhood poverty and suggests that support must take into account not only the negative aspects of poverty, but also those aspects that children consider positively. This begins with taking note of children’s best use of public and private resources that are already available to them

    Omgang tussen grootouders en kleinkinderen, waarom niet?!

    Get PDF
    In dit artikel presenteren de onderzoekers de belangrijkste bevindingen uit het WODC-rapport over grootouders en kleinkinderen die geen contact hebben met elkaar. De onderzoekers stellen vanuit een juridisch perspectief dat in eerste instantie niet de wetgever, maar de rechtelijke macht aan zet is

    Hoe gaat het nu met jongeren uit de JeugdzorgPlus?: Periode 2008-2013

    No full text
    De JeugdzorgPlus is gericht op jongeren niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening en die zonder behandeling een risico voor zichzelf en hun omgeving vormen. Het ministerie van VWS en betrokken instellingen wilden, nu de JeugdzorgPlus ruim tien jaar bestaat, een onderzoek laten uitvoeren onder een grote groep jongeren die ten minste vijf jaar geleden zijn uitgestroomd uit de JeugdzorgPlus. Het onderzoek is deel van de longitudinale effectmonitor JeugdzorgPlus gericht op het verkrijgen van inzicht in de mate waarin jongeren profiteren van de geboden hulp en welke factoren een relatie hebben met de gemeten effecten. Het Verwey-Jonker Instituut en de Hogeschool Utrecht hebben onderzocht hoe het jeugdigen die tussen 2008 en 2013 in de JeugdzorgPlus hebben gezeten is vergaan. Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van inzicht in het welzijn van de jongeren: hoe gaat het nu met de jongeren, hoe kijken zij terug op hun verblijf in de JeugdzorgPlus en wat kunnen we van hen leren? Tevens dient het onderzoek als verkenning voor hoe JeugdzorgPlus instellingen op de langere termijn vorm en inhoud kunnen geven aan follow up onderzoek, waarbij ook de mogelijkheid voor het gebruik van CBS-gegevens en gegevens van gemeenten wordt bestudeerd. In totaal zijn 46 jeugdigen betrokken in diepteinterviews met behulp van de tijdlijn-methode. Aanbevelingen zijn geformuleerd op grond van deze interviews en rekening houdend met ontwikkelingen in de JeugdzorgPlus
    corecore