5 research outputs found

    Ervaringen van familie met de besluitvorming rond kunstmatige toediening van vocht en voedsel (ktvv) bij mensen met dementie in het verpleeghuis

    Get PDF
    Het doel van deze studie is te onderzoeken hoe familieleden van psychogeriatrische verpleeghuispatie¨nten, waarbij het besluit is genomen al dan niet te starten met kunstmatig toedienen van vocht en/of voedsel (ktvv), het besluitvormingsproces beoordelen. Ook de informatieverstrekking van het verpleeghuispersoneel en de geboden zorg aan de patie¨nt worden gee¨valueerd. Het onderzoek was een observationele studie met behulp van vragenlijsten. Familieleden van 99 psychogeriatrische verpleeghuispatie¨nten vulden zowel op het moment van het besluit als zes weken na het nemen van het besluit of zes weken na het overlijden van de patie¨nt een vragenlijst in. Bijna alle familieleden beoordeelden de vier aspecten van het besluitvormingsproces (aantal keren overleg, inhoud van de gesprekken, zorgvuldigheid van de besluitvorming en eigen aandeel in de besluitvorming) op beide tijdstippen als ‘goed’ of ‘voldoende’. Verder bleek men de zorgvuldigheid van de besluitvorming significant vaker als ‘goed’ te beoordelen als men ook de andere drie aspecten ‘goed’ vond. Hierbij speelde met name hun eigen invloed op het besluitvormingsproces een rol. Informatieverstrekking over de mogelijke gevolgen van het al dan niet starten met ktvv als ook over de toestand van de patie¨nt werden bijna altijd als voldoende ervaren. Dit gold ook voor de aan de patie¨nt geboden zorg. Over het geheel genomen zijn bijna alle families tevreden over het verloop van het besluitvormingsproces en het uiteindelijk genomen besluit. Deze tevredenheid veranderde niet noemenswaardig tussen het moment van het besluit en naderhand. Hierbij maakte het feit dat de patie¨nt wel of niet was overleden geen verschil. Toch waren er enkele familieleden die niet tevreden waren over de (besluitvorming en) verpleeghuiszorg. Deze kritiek sluit aan bij de negatieve berichtgeving over de verpleeghuiszorg van de afgelopen jare

    Lenalidomide as maintenance treatment for patients with multiple myeloma after autologous stem cell transplantation: A pharmaco‐economic assessment

    No full text
    Objective: Autologous stem cell transplantation (ASCT) has improved progression-free survival (PFS) and overall survival in eligible patients with newly diagnosed multiple myeloma (NDMM); however, relapse occurs. Maintenance therapy with lenalidomide (Len-Mt) extends survival and delays relapse and the subsequent initiation of costly second-line regimens. Here, we report the cost-effectiveness of Len-Mt following ASCT from a Dutch healthcare service perspective. Methods: A partitioned survival model was developed to assess the lifetime costs and benefits for patients with NDMM. Efficacy was taken from a pooled meta-analysis of clinical trial data. Costs and subsequent therapy data were taken from sources appropriate for the Dutch market. Results: Lenalidomide produced a quality-adjusted life year gain of 2.46 and a life year gain of 2.79 vs no maintenance treatment. The cost of lenalidomide was partially offset by savings of EUR 77 462 in subsequent treatment costs. The incremental cost-effectiveness ratio of Len-Mt vs no maintenance treatment was EUR 30 143. Key model drivers included subsequent therapies, dosing schedule, and time horizon. Conclusion: Lenalidomide is cost-effective after ASCT vs no maintenance therapy in the Netherlands. By extending PFS, lenalidomide delays the cost burdens associated with relapse and subsequent treatment lines
    corecore