Tussen distantie en betrokkenheid: een bericht aan de tovernaarsleerlingen

Er zijn ervaringen die je niet gauw vergeet. Ik noem u er één. Joop Koppenjan en ik hadden zo ons best gedaan in ons onderzoek in het kader van de parlementaire enquête naar de tragikomedie van het Nederlandse paspoort. We schreven een afstandelijke en kritische analyse van wat er was misgegaan in het proces van vervanging van wat destijds “het zwarte vod” werd genoemd. We probeerden ook een verklaring te geven waarom het mis was gegaan. Het was de eerste keer dat wij de concepten pluraliteit van waarden en departementale organisatie met elkaar verbonden. In ’t Veld besprak onze bijdrage in Binnenlands Bestuur. Hij vond onze analyse mooi en roemde de nadruk die wij legden op de pluriformiteit van de publieke organisatie. Maar waarom wij bij onze aanbevelingen terugvielen op het instrumentele denken waarmee wij in de bladzijden daarvoor korte metten hadden gemaakt, dat ontging hem. Onze aanbevelingen gingen weer uit van het rationele één-actormodel en niet van de verscheidenheid van het openbaar bestuur.Rede, uitgesproken ter gelegenheid van het afscheid als Hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 28 september 200

The Concept of Subsidiarity in a European Context: The End of National Sovereignty?

The concept of subsidiarity is introduced in the context of the European Union by the Maastricht Treaty [1991]. That treaty laid the foundations for the Europe of the future. However, the notion is much older as it is deeply rooted in the Christian-Democratic ideology, notably Roman Catholic religion. It has been applied to the various denominations in The Netherlands, which were institutionalized for years in pillars. The elites at the top of these pillars pursued a politics of accommodation that explains, at least partly, the relative stable political situation. The consequences were important since The Netherlands is a country in which public and private organizations contribute to the realization of the welfare state. Besides, it is also a country in which local government takes an important share in the implementation of public tasks. Ideologically subsidiarity, sovereignty in the private domain and functionally and territorial decentralization found each other. The result was a relatively small central government, a strong decentralized government and strong social organizations. The question may be raised what happened with the principle of subsidiarity since the outcome in the Netherlands is rather centralization than decentralization. In addition, one may question what can be learned from the Dutch experience for the process of European integration. In this paper we address the question to what extent the developments in The Netherlands have their parallel in the European context. We conclude that concepts like subsidiarity are a device for a strong society with a relatively weak center and decentralized governments

Vermetel vertrouwen

In dit rapport doet de commissie verslag van haar bevindingen. Om te beginnen wordt de opdracht en werkwijze van de commissie toegelicht. Daarna wordt de context van het HR-AVI-project geschetst en wordt een feitelijk overzicht van het verloop van het project gegeven1. In de daarop volgende hoofdstukken gaat de commissie in op een aantal centrale thema’s die bij de overschrijdingen in tijd en budget een rol hebben gespeeld. Ten slotte trekt de commissie conclusies uit haar bevindingen en komt zij met enkele aanbevelingen

Inleiding

Inleiding op het Liber Amicorum ter gelegenheid van het emiritaat van prof.dr.mr. I.Th.M. Snellen als hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universitei

Study and Work Experience: Delinking and Relinking

In the next section of this paper we will describe our view on what it is that we have to teach and what further ambitions we have with the part-time program. This is based on our insights about what we have to offer and on our ideas about what is needed and asked for. This constitutes a necessary starting point for our argument. But it may be desirable to redefine our agenda during the educational process as both our insights and those of our students develop. Then we elaborate on why linking study with work practice and experience is neces-sary if our aims are to be realized. Our central thesis in this connection, however, is that sensible linking requires a preceding (and repeated) delinking. Therefore, we pro-ceed with presenting some strategies for ‘delinking’. With most of these we already have some experience, and if so, we will report on it. We also discuss a number of strategies for ‘relinking’, which in practice are often interwoven with strategies for delinking

Informatierelaties in toezichtsarrangementen

In dit artikel worden verschillende toezichtsstijlen of rollen van toezichthouders geanalyseerd. Het blijkt dat achter verschillende rollen van toezichthouders - als politieagent, coach of netwerker - verschillende typen informatierelaties schuilgaan. In het artikel worden kritieke succesfactoren van verschillende toezichtsstijlen ge?dentificeerd en wordt de betekenis van informatierelaties in toezichtsarrangementen geduid

Education strategies in post-experience Public Administration master programs

In the practice of public administration there is an increasing need for insight in the nature and causes of societal problems. Also the need for knowledge of the conditions for and impact of public policies is growing, as is the quest for methods for effective governance in multi-actor contexts. The diversity and turbulence of value patterns and societal developments make the nature of societal problems and the dynamics of pol-icy processes increasingly hard to grasp. New administrative arrangements or strate-gies, new modes of interactive and cooperative policy-making and new substantive policies, therefore, frequently have unanticipated and scarcely understood conse-quences. It is understandable, then, that many practitioners in the public domain are looking for reflection on and new approaches to their day-to-day practice. The part time program in Public Administration we run in Rotterdam is one response to this need, for which there appears to be a continuous en substantially growing demand

Zelfreinigend vermogen? Over bestuurlijke 'countervailing powers' rondom niet-reinigbaar verklaringen

Om reiniging en hergebruik van grond te bevorderen, richtte het Ministerie van VROM in 1989 het Service Centrum Grondreiniging (SCG) op. Bodemsaneerders werden verplicht gesteld advies in te winnen bij het SCG over het reinigen of hergebruiken van grond. Indien grond niet-reinigbaar werd geacht, konden ze vanaf 1995 ontheffing krijgen van de milieuheffing die zij anders zouden moeten betalen bij het storten van de grond. De politie Rotterdam-Rijnmond heeft geconstateerd dat in de periode 1995-1998 een aantal niet-reinigbaar verklaringen onterecht is afgegeven. Een bestuurlijke rapportage laat zien dat dit mogelijk was door het ontbreken van bestuurlijke ‘countervailing powers’. Er was te weinig aandacht voor de inrichting van de uitvoering en het toezicht schoot tekort. De risico’s van het op afstand laten uitvoeren van deze taak zijn door de betrokkenen onvoldoende erkend en gecounterd. Inmiddels zijn enkele veranderingen ten goede in gang gezet, zowel door het SCG als door VROM. Het strafrechtelijk proces loopt echter nog