13 research outputs found

    State of the Art Pullet and Breeder Nutrition

    Get PDF
    During the last six to seven decades, broilers have been successfully selected for maximum growth and feed efficiency (Zuidhof et al., 2014). Modern fast-growing broilers reach a body weight of 2.0 to 2.5 kg in 35 to 45 days with an average daily growth of 55 or more gram a day (Augère-Granier, 2019). In a study with different broiler strains representative of broilers in 1957 or 1978 were compared with a broiler strain from 2005 (Zuidhof et al., 2014). The 2005 strain showed, over a 56-day growth period, a 4.6 times higher growth rate and a 50% lower feed conversion ratio. Besides the improvement in growth performance of broilers, body composition has changed as well during the last sixty to seventy years. The selection on increased feed efficiency and growth rate, and decreased body fat content has not only affected the offspring but also the parent stock (broiler breeders) (van Emous, 2015). Although the poultry breeding companies have worked to maintain or even increase the rates of egg production and hatchability (Laughlin, 2009), achieving these potentials at the broiler breeder farm level on a consistent level has proven to be more challenging (Renema et al., 2013). Therefore, optimization of the diet and feeding management is necessary to achieve maximal reproduction (van Emous, 2015). The main objective during the rearing phase is to produce pullets of ideal weight, uniformity, condition and stage of sexual maturity. The main objective during the laying phase is producing fertile, good quality and clean eggs (van Emous et al., 2020)

    Literatuurstudie voercontrole vleeskuikenouderdieren

    No full text
    Voercontrole bij vleeskuikenouderdieren is al jaren een controversieel onderwerp waarbij de diverse stakeholders, namelijk vermeerderaars, (gedrags)wetenschappers, fokkerijorganisaties en dierenbelangenorganisaties van elkaar van mening verschillen. Het doel van dit rapport is om de beschikbare literatuur, data en beschikbare kennis over dit onderwerp te verzamelen om een meer gedegen onderbouwing te hebben ten behoeve van de discussie omtrent de voercontrole bij vleeskuikenouderdieren. Uit berekeningen blijkt dat de gemiddelde energiecontrole tijdens de opfok- en legperiode respectievelijk 47% en 35% is, wat lager is dan in de literatuur wordt aangegeven Doordat ouderdieren niet exact hetzelfde groeipotentieel hebben, en door het heterosis effect bij de nakomelingen, is dit mogelijk een overschatting en zal de werkelijke controle wat lager zijn. In dit rapport is een schatting gemaakt van 10% wat de energiecontrole tijdens de opfok- en legperiode op 42% en 31% brengt. Verder blijkt dat stereotiep pikgedrag naar objecten en staart en de verhouding van heterofielen en basofielen t.o.v. lymfocyten (H/L en B/L ratio’s) redelijk betrouwbare welzijnsindicatoren voor de mate van voercontrole te zijn. Over het algemeen lijkt afwijkend pikgedrag tijdens de opfokperiode vooral te maken hebben met tijdsbesteding en minder met honger en frustratie. Een combinatie van maatregelen om de gevolgen van voercontrole te verminderen lijkt het meeste effect te genereren, omdat de maatregelen alleen onvoldoende effecten geven. Daarbij wordt gedacht aan een combinatie van o.a. de volgende maatregelen: meerdere keren per dag voeren, verschillende methoden van voer verstrekken en verdund voer. Daarnaast geeft het onbeperkt verstrekken van water tijdens de opfokperiode mogelijk rustiger dieren. Het vaststellen van de mate van honger bij vleeskuikenouderdieren kan alleen via een combinatie van (indirecte) observaties die niet altijd eenduidig is. Vanwege gezondheids- en welzijnsredenen krijgen huis- en laboratoriumdieren een 20 tot 25% lagere voergift wat aangeeft dat een bepaalde mate van voercontrole bij alle levende dieren nodig is

    Voorkeur voor verhoogde rustplaats bij vleeskuikenouderdieren

    No full text
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van een studie naar de rustplaats preferentie van vleeskuikenouderdieren tijdens de legperiode, waarbij de dieren konden kiezen tussen roosters en zitstokken. Daarnaast konden de dieren op het strooisel, de drinklijn of in het legnest overnachten. Dit experiment is uitgevoerd in opdracht van het Consortium Breeders In Balance en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Uit de preferentietest met verschillende rustplaatsen blijkt dat ouderdieren een duidelijke voorkeur hebben voor een rooster in vergelijking met een zitstok om ’s nachts op te rusten. Daarnaast verbleef een groot deel van de dieren door de tijd heen ’s nachts consistent op hun geprefereerde rustplaats. De rustplaats blijkt ook invloed op het welzijn van de dieren te hebben. Bij de dieren op de zitstokken en drinklijn werden, t.o.v. het rooster meer en grotere borstblaren aangetroffen

    Optimizing the health of broiler breeder birds

    No full text
    The main objective in broiler breeder production is to produce fertilized eggs resulting in healthy and robust day-old broiler chicks. Due to the continuing increase in the genetic potential of the offspring and the improved reproduction performance, there is a high need for professional management and poultry health care of broiler breeder flocks. Implementation of strict biosecurity measures in combination with intensive, well-orchestrated vaccination programs must prevent disease challenges for both breeders and offspring. Points of attention during the rearing period are stress factors like necessary feed restriction, flock density, bird handling, transport and vaccination reactions. A good coordination between rearing and laying period in equipment, management, feed strategy and health care is crucial for maximum chick performance. This chapter gives an overview of the diseases, vaccinations and direct and indirect effects of management and nutritional interventions on health and productivity in broiler breeders

    Vergelijk van voerprogramma’s met verschillende energie- en eiwitgehalten bij trager groeiende vleeskuikens

    No full text
    This report describes the results of a study in which the energy/protein requirements of slowergrowing broiler chickens was evaluated. This study was conducted within the framework of the Public Private Partnership (PPP) "Slower growing broilers: Towards integrated sustainable animal welfare" (BO-47-001-052). This PPP-project is a collaboration between the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality and a consortium of various private partners from the slow-growing broiler sector

    Het effect van twice-a-day-feeding en splitfeeding op reproductie, eischaalkwaliteit en gedrag van vleeskuikenouderdieren

    No full text
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van een studie naar het toepassen van split-feeding (= verschillend ochtend- en middagvoer) en twice-a-day-feeding (= 2 keer per dag eenzelfde standaard voer) ten opzichte van eenmaal daags voeren (standaard voer) bij vleeskuikenouderdieren tijdens de late legperiode (van 45-65 weken leeftijd). Dit experiment is uitgevoerd in opdracht van het Consortium Breeders In Technology (BITe) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Uit het onderzoek blijkt dat de dieren die het split-feeding programma volgden tussen 45 en 65 weken leeftijd een hogere productie en lagere uitval hadden. Daarnaast werden bij de tweemaal daags gevoerde dieren (twice-a-day-feeding en split-feeding) een lagere wateropname en lagere water/voer-verhouding gevonden. Het toepassen van tweemaal daags voeren (twice-a-day-feeding en split-feeding) had nauwelijks effect op broedeikwaliteit en geen effect op de broederijresultaten. Bij de tweemaal ten opzichte van eenmaal daags gevoerde dieren werd een ander gedragspatroon gedurende de dag waargenomen. De tweemaal daags gevoerde dieren kregen tweemaal daags een halve portie voer, hetgeen de belangrijkste factor was voor de verschillen in het gedragspatroon. Het was niet helemaal eenduidig maar de tweemaal daags gevoerde dieren (twice-a-day-feeding en split-feeding) vertoonden in gemiddeld: minder drinken, meer staan, minder zitten, meer lopen en minder foerageren

    Split-feeding en twice a day-feeding voeren bij vleeskuikenouderdieren

    No full text
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van een studie naar het toepassen van split-feeding (= apart ochtend- en middagvoer) en twice a day-feeding (standaard voer) t.o.v. eenmaal daags voeren (standaard voer) bij vleeskuikenouderdieren tijdens de late legperiode (van 50 - 60 weken leeftijd). Dit experiment is uitgevoerd in opdracht van het Consortium Breeders In Technology (BITe) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Uit het onderzoek blijkt dat dieren die split-feeding kregen een hogere productie hadden tussen 51 en 55 weken leeftijd. Verder gaf het toepassen van tweemaal daags voeren (twice a day-feeding en split-feeding) nauwelijks effecten op productie en broedeikwaliteit. Wel werd bij de verschillende voerstrategieën een duidelijk ander gedragspatroon gedurende de dag waargenomen. De tweemaal daags gevoerde dieren (twice a day-feeding en split-feeding) vertoonden t.o.v. eenmaal daags gevoerde dieren meer eet en rust gedrag en minder foerageer en pik gedrag. Verder onderzoek met een aangepaste opzet van het experiment is wenselijk om uit te zoeken wat de voordelen op reproductie, broedeikwaliteit en gedrag zijn van split-feeding en twice a day-feeding

    Dutch-Indonesian programme on Food Security in the livestock sector (DIFS-live): poultry meat : Results of the poultry meat programme 2014-2018; main report

    No full text
    In this report, the design and results of the poultry meat program in the Dutch Indonesian Food Safety Program (DIFSlive) are presented. The program consisted of a consumer campaign to promote trade in and consumption of chilled poultry meat, scenario studies into the development of poultry meat production, improvements in small-scale slaughtering and cooling of poultry and improvements in broiler farming

    Animal welfare regulations and practices in 7 (potential) trade-agreement partners of the EU with a focus on laying hens, broilers and pigs : Mexico, Chile, Indonesia, Australia, New Zealand, Turkey and the Philippines

    No full text
    Animal: welfare regulations and practices in 7 (potential) trade-agreement partners of the EU: Mexico, Chile, Indonesia, Australia, New Zealand, Turkey and the Philippines, with a focus on laying hens, broilers and pigs

    Ammoniakemissie van een mestbeluchtingssysteem voor vleeskuikenouderdieren met beluchtingsbuizen op de vloer van de mestput = Ammonia emission of a manure aeration system for broiler breeders with aeration pipes on the floor of the manure pit

    No full text
    In the Dutch decree on low-emission housing of livestock maximum emission values have been set as from 2020 for newly build barns. De maximum emission value for broiler breeders has been set at 0.250 kg per animal place per year. Housing systems that comply with this value, and comply with demands with regard to environmental impact, animal welfare, applicability, et cetera, are lacking. In this report, results are presented of ammonia emission measurements on a broiler breeder farm. In one barn of this farm, a manure aeration system was installed, consisting of aeration pipes on the floor of the manure pit onder the elevated slats, for drying of the manure. This drying was intended to reduce the microbial conversion of uric acid and undigested proteins into ammonia. An almost identical barn on the farm was used a control barn. The measurements show that the aeration system did not reduce emissions of ammonia. Suggestions are presented to make the system more effective. This study has been conducted by Wageningen Livestock Research and was commissioned by the Consortium Breeders In Balance and the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality
    corecore