Body image in patients with somatoform disorder

BACKGROUND: Although body-related problems are common in patients with somatoform disorder, research focusing on how patients with somatoform disorder perceive and evaluate their body is scarce. The present study compared differences in body image between patients with somatoform disorder and respondents from a general population sample. It also examined differences within the somatoform disorder group between men and women and between the diagnostic subgroups conversion disorder, pain disorder and undifferentiated somatoform disorder. METHODS: Data were obtained from 657 patients (67.5% female) with somatoform disorder (DSM-IV-TR 300.7, 300.11, 300.81, 300.82) and 761 participants (58.6% female) from the general population. The Dresden Body Image Questionnaire (DBIQ) was used to assess body image in five domains: body acceptance, vitality, physical contact, sexual fulfilment, and self-aggrandizement. Confirmatory factor analysis and analyses of variance were performed. Since differences in age and sex were found between the somatoform disorder sample and the comparison sample, analyses were done with two samples of 560 patients with somatoform disorder and 351 individuals from the comparison sample matched on proportion of men and women and age. RESULTS: Patients scored significantly lower than the comparison sample on all DBIQ domains. Men scored higher than women. Patients with conversion disorder scored significantly higher on vitality and body acceptance than patients with undifferentiated somatoform disorder and pain disorder. CONCLUSIONS: The mostly large differences in body image between patients with somatoform disorder and the comparison sample as well as differences between diagnostic subgroups underline that body image is an important feature in patients with somatoform disorder. The results indicate the usefulness of assessing body image and treating negative body image in patients with somatoform or somatic symptom disorder

De geprotocolleerde Interapy-behandeling van depressie via het internet; resultaten van een gerandomiseerde trial

Psychologische behandelingen via internet bieden een nieuwe mogelijkheid voor de geestelijke gezondheidszorg. In samenwerking met de Stichting Mentrum ggz Amsterdam heeft Interapy een behandeling voor depressie via internet opgezet. De behandeling bestaat uit cognitief-gedragstherapeutische interventies, zoals psycho-educatie, schrijfopdrachten, registratie, activatie, het uitdagen van negatieve automatische gedachten en terugvalpreventie. Dit artikel beschrijft de procedure, de behandeling en de resultaten van een vergelijkende studie onder cliënten die matig tot ernstig depressief waren. De cliënten die direct actief werden behandeld (N = 32) verbeterden significant meer dan de cliënten in de psycho-educatieconditie (N = 14). Deze tweede groep kreeg de actieve behandeling ongeveer twaalf weken later. De effecten waren groot. In de actief behandelde groep liet 75 procent van de cliënten klinisch relevante verbetering zien, in de psycho-educatieconditie was dat percentage 36. Uit de follow-up na zes weken bleek dat de verbeteringen standhielden