Fosfaatexcretie van mini-vleeskuikenmoederdieren van trager groeiende vleeskuikens

In de Uitvoeringsregeling van de meststoffenwet is geen specifieke categorie beschikbaar voor mini-moederdieren, die aan het einde van de productieperiode minder dan 2,4 kg wegen, van trager groeiende vleeskuikens, waardoor geen recht wordt gedaan aan deze categorie. De Stuurgroep (Opfok)Vermeerdering van LTO/NOP en NVP heeft daarom Wageningen Livestock Research gevraagd om meer inzicht te genereren in de fosfaatexcretie van mini-moederdieren van trager groeiende vleeskuikens (inclusief hanen). Dit kan als bron dienen voor het implementeren van een specifieke diercategorie. Uit de berekeningen die in deze studie zijn uitgevoerd blijkt dat de P-excretie voor mini-moederdieren van trager groeiende vleeskuikens inclusief hanen, reguliere ouderdieren en ouderdieren van legkippen respectievelijk 130, 205 en 165 gram per dierjaar bedraagt. De fosfaatexcretie is respectievelijk 0,30, 0,47 en 0,38 kg per dierjaar. Het lijkt daarom gerechtvaardigd dat voor de mini-moederdieren van trager groeiende vleeskuikens een specifieke diercategorie ingesteld wordt in de Uitvoeringsregeling van de meststoffenwet

Maatregelen ter verminderding van fijnstofemissie uit de pluimveehouderij; factorenstudie stofemissie bij verschillende volièresystemen

Uit verschillende volièresystemen emitteren verschillende hoeveelheden fijnstof. Uit de factorenstudie blijkt dat dit niet veroorzaakt wordt door de verschillende lay-out van de systemen maar veel meer door de kwaliteit van het strooise

Innovatie in huisvesting van vleeskuikenouderdieren: onderzoek en evaluatie = Innovation for broiler breeder housing: research and evaluation

In the future broiler breeder farmers have to meet legislation on the topics environment and animal welfare. The different housing systems who are ready for future are monitored on all factors. Systems near to the traditional system mostly score positiv

Body composition and reproduction in broiler breeders: impact of feeding strategies

ABSTRACT Key words: broiler breeder, feeding strategies, body composition, reproduction, behavior Nowadays, welfare issues in broiler breeders associated with nutrition and reproductive characteristics, are becoming increasingly challenging. Due to genetic selection on broilers, body composition of breeders has changed dramatically during the last 50 years to less fat and more breast muscle. It is postulated that a certain amount of body fat in broiler breeders at the onset of lay is necessary for maximum performance and offspring quality. Body composition of breeders can be influenced by different feed allowances during rearing and lay, as well as by changes in nutrient composition of the diet. However, little is known about the effects of body composition on reproduction of broiler breeders. In this thesis, we investigated the effects of different feeding strategies during the rearing period on body composition at the end of rearing. Moreover, the effects of differences in body composition at the end of rearing, and feeding strategies during lay were evaluated on breeder performance, incubation traits, offspring performance, behavior and feather cover. From this study, it can be concluded that feeding a low protein diet during rearing decreased breast muscle and increased abdominal fat pad, whereas providing an increased feeding schedule, which resulted in a high growth pattern, only increased abdominal fat pad, at the end of rearing. The higher abdominal fat pad content resulted in an increased hatchability during the first phase of lay and a larger number of eggs during the second phase of lay. For maintaining growth pattern, broiler breeders had to provide a higher amount of feed with an increased energy to protein ratio compared to broiler breeders that were fed a diet with a standard energy to protein ratio. This resulted in an increased eating time and less stereotypic object pecking, which may indicate a reduced hunger and frustration. On the other hand, a low daily protein intake during the rearing and first phase of lay can lead to a poor feather cover. Feeding a high-energy diet during the second phase of lay resulted in increased hatchability, decreased embryonic mortality and more first grade chicks. </p

Maatregelen ter vermindering van fijnstofemissie uit de pluimveehouderij: gescheiden bedekte strooiselruimten bij legkippen = Measures to reduce fine dust emission from poultry houses: separated covered floor bedding for laying hens

In this study it was investigated whether covered bedding areas are able to reduce dust emissions from laying hens. The study shows that laying hens in an aviary system preferred dust bath behaviour under the tiers. Also in deep litter houses the number of hens that displays dust bath behaviour on the covered bedding area is probably not sufficient to give a relevant reduction of dust emissions. Further research on this principle is not recommended

Maatregelen ter vermindering van fijnstofemissie uit de pluimveehouderij : effecten van strooisellaagdikte

Emissions of fine dust from poultry houses with floor bedding are high. In layer houses, applying a thin layer of bedding will reduce fine dust emission. In broiler houses, a thick layer of bedding will affect production results and is therefore not a suitable measure to reduce fine dust emissions from broiler

Verlichtings-, ammoniak-, stof- en arbeidsonderzoek bij twee volieresystemen

De belangrijkste resultaten van een ronde onderzoek naar twee voliOresystemen. Er zijn geen verschillen gevonden in technische resultaten, uitvalsoorzaken, percentage buitennesteieren en kwaliteit van het verenkleed. Dankzij terugdimmen van de verlichting kon het percentage bne's in de hand worden gehouden. Het onderzoek leverde een behoorlijk reductie op ten opzichte van de huidige norm van 90 gram per dierplaats per jaar. Uit het stofonderzoek is gebleken dat in de huidige voliOresystemen nog steeds veel stof wordt geproduceerd. Een ruimere opzet van de stellingen geeft een beter overzicht en bij sommige handelingen tijdsbesparing. Brede stellingen maken het rapen van buitennesteieren en verzamelen van dode dieren lastiger

Maatregelen ter vermindering van fijnstofemissie uit pluimveehouderij: ontwerp van stallen met integratie van fijnstofarme technieken en nieuwe inrichtingsconcepten = Measures to reduce fine dust emission from poultry facilities: design of poultry houses with integration of fine dust measurements and new layout concepts

This study shows a survey of the possibilities to implement fine dust reducing techniques more efficient in existent and new poultry houses. Furthermore different fine dust reducing layouts are described

Broiler breeding flocks: management and animal welfare

This chapter discusses the management of broiler breeders, that is, the parent stock of broiler chickens, and welfare issues related to the different life stages of broiler breeders. Where commercial broilers are the product of a cross of four lines, broiler parent stock (broiler breeders) are the product of a cross of two lines; both the male and female broiler breeder is the product of a cross of a specific paternal line and a specific maternal line (Hiemstra and Ten Napel, 2013). The actual figures on the number of broiler breeders worldwide are lacking; as an indication, in Europe the number of broiler breeders is estimated to be 44 million (Horne and Bondt, 2014). Management and housing of grandparents and great grandparents (but not pedigree stock) is to a large extent similar to that of broiler breeders (EFSA, 2010; Hiemstra and Ten Napel, 2013) and not described in this chapter. Nowadays, three companies dominate the world market for broiler breeding stock: Aviagen Broiler Breeders, Cobb-Vantress and Hubbard.The majority of the broiler breeders worldwide are the parent stock of the so-called standard or fast growing broilers, which reach a body weight of 2.5 kg in 42 days or ess (EFSA, 2010). Dwarf parental females are used to produce broilers of intermediate (2.2 kg in 56–63 days of age) or slow growth rate (2.2 kg in 70–80 days of age) (De Jong and Swalander, 2013). Although worldwide only a small percentage of parent stock for intermediate or slow growing broilers is housed, in some countries a larger proportion of the total number of broiler breeders produce intermediate or slower growing broiler strains. For example, in France, the majority of the parent stock –85% according to De Jong and Guemene (2011) – are parents of intermediate or slower growing broiler strains (EFSA, 2010). In Europe, about 8% of the broiler breeders are estimated to be parent stock of intermediate or slower growing broilers (Horne and Bondt, 2014).We provide a short, general description of housing and management of broiler breeders during both the rearing and the production period in the next paragraph. In addition, we focus on (major) welfare issues related to the management of broiler breeders and the current state-of-the-art research related to these welfare issues