1 research outputs found

    Veneuze trombo-embolie : wanneer zijn laboratoriumtesten voor trombofilie zinvol?

    Get PDF
    Laboratoriumtesten voor trombofilieonderzoek worden vaak door de kliniek aangevraagd na het optreden van veneuze trombo-embolie. Indien afwijkingen worden gevonden leidt dit niet altijd tot klinische consequenties, zoals verlenging van antistollingstherapie. In de eind 2007 vastgestelde CBO-richtlijn ‘diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombo-embolie en secundaire preventie arteriële trombose’ staan wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen beschreven voor situaties waarbij het bepalen van trombofiliefactoren zinvol is en invloed heeft op het klinisch handelen. In dit artikel wordt de consequentie van deze richtlijn voor de laboratoria beschreven. Grofweg komt het erop neer dat voor de meeste patiënten met een eerste of recidief veneuze trombo-embolie het bepalen van trombofiliefactoren anders dan antifosfolipide-antistoffen geen therapeutische consequenties heeft en daarom wordt afgeraden. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt het bepalen van trombofiliefactoren wel overwogen. Daarbij is het van belang dat rekening gehouden wordt met preanalytische factoren die de uitslag van trombofilietesten kunnen beïnvloeden
    corecore