De relatie tussen non-woord repetitie en leesvaardigheid bij kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis

Engelstalige studies toonden onlangs aan dat er een relatie is tussen non-woord repetitie en het al dan niet voorkomen van leesproblemen bij kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis. Kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis zonder leesproblemen presteerden net zo goed als zich normaal ontwikkelende kinderen op een non-woord repetitietaak. Kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis die wel leesproblemen hadden, scoorden echter veel minder goed dan deze twee groepen. Het doel van deze studie is te onderzoeken of dit ook het geval is in een taal met een transparante orthografie, zoals het Nederlands. Aan het onderzoek deden 15 zich normaal ontwikkelende kinderen mee en 29 kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis. Op basis van twee (non-)woord leestesten werd de laatste groep verder onderverdeeld in een groep kinderen met leesproblemen (n=18) en een groep kinderen zonder leesproblemen (n=11). Alle kinderen deden een non-woord repetitietaak met non-woorden van 2, 3, 4, en 5 lettergrepen. Er werden geen verschillen gevonden tussen kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis zonder leesproblemen en controlekinderen. Kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis en leesproblemen scoorden echter slechter dan controlekinderen op de 3-, 4-, en 5-lettergrepige items. Binnen de groep kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis scoorden de kinderen met leesproblemen bovendien slechter op de 3- en 4-lettergrepige items dan de kinderen zonder leesproblemen. Concluderend: ook in een taal met een transparante orthografie scoren vooral kinderen die naast een specifieke taalontwikkelingsstoornis ook leesproblemen hebben slecht op een non-woord repetitietaak. Dit bevestigt de afhankelijke relatie tussen leesontwikkeling en prestaties op een non-woord repetitietaak voor kinderen met S-TOS. Een praktische implicatie van deze bevindingen is dat kinderen die wel S-TOS, maar geen leesproblemen hebben, bij het gebruik van de NWR als een klinische markeerder voor S-TOS niet opgemerkt zouden worden. De diagnostische waarde van de NWR moet dan ook niet overschat worden

Laser-Induced Plasma Analysis for Surrogate Nuclear Debris

This work identifies analytical lines in laser-induced plasma for chemical analyses of major elements found in surrogate nuclear debris. These lines are evaluated for interferences and signal strength to insure they would be useful to measure relative concentrations. Compact, portable instruments are employed and can be included as part of a mobile nuclear forensics laboratory for field screening of nuclear debris and contamination. The average plasma temperature is measured using the well-established Boltzmann plot technique, and plasma\u27s average electron density is determined using empirical formulae based on Stark broadening of the H-alpha line. These measurements suggest existence of partial local thermal equilibrium

Dose-related efficacy and toxicity of gemtuzumab ozogamicin in pediatric acute myeloid leukemia

Gemtuzumab ozogamicin, an anti-tumour antibiotic linked to an anti-CD33 antibody (Mylotarg®), has been well studied in AML in adults but to a lesser extent in children. No review has yet been published on the dose-related toxicity and efficacy of gemtuzumab ozogamicin in pediatric AML patients. Here we looked at 14 studies then scatterplots and linear regressions were used to estimate the relationship between the dose of gemtuzumab and its toxicity and efficacy. A non-significant increase in bilirubin level and in incidence of veno-occlusive disease was seen with higher doses of gemtuzumab ozogamicin when used as single-agent. In terms of efficacy, even a low dose of 3 mg/m2 of gemtuzumab ozogamicin can have antileukemic effect, but available data do not allow conclusions on its dose-dependency. Data indicate that higher doses of gemtuzumab ozogamicin account for more adverse events. The data do not show that a high dose is required for anti-leukemic efficacy of gemtuzumab ozogamicin. This study also indicates that there seems to be a role for gemtuzumab ozogamicin in the treatment of pediatric AML and further studies are required to assess its optimal dose, schedule and balance between efficacy and side-effects

Plasma Spectroscopy of Titanium Monoxide for Characterization of Laser Ablation

Ablation of titanium wafers in air is accomplished with 60 µs pulsed, 2.94 µm laser radiation. Titanium monoxide spectra are measured in the wavelength range of 500 nm to 750 nm, and molecular signatures include bands of the C3 Δ → X3 Δ α, B3 Π → X3 Δ γ\u27, and A3 Φ → X3 Δ γ transitions. The spatially and temporally averaged spectra appear to be in qualitative agreement with previous temporally resolved studies that employed shorter wavelengths and shorter pulse durations than utilized in this work. The background signals in the current study are possibly due to particulate content in the plume. A chemical kinetic model of the plume is being developed that will be coupled to a diatomic emission model in order to extract a molecular temperature from the observed spectra

A single hollow beam optical trap for cold atoms

We present an optical trap for atoms that we have developed for precision spectroscopy measurements. Cold atoms are captured in a dark region of space inside a blue-detuned hollow laser beam formed by an axicon. We analyze the light potential in a ray optics picture and experimentally demonstrate trapping of laser-cooled metastable xenon atoms.Comment: 12 pages, 8 figure

On the measurement of laser-induced plasma breakdown thresholds

The breakdown threshold of a gas exposed to intense laser-radiation is a function of gas and laser properties. Breakdown thresholds reported in the literature often vary greatly and these differences can partially be traced back to the method that is typically used to determine breakdown thresholds. This paper discusses the traditional method used to determine breakdown thresholds and the potential errors that can arise using this approach, and presents an alternative method which can yield more accurate data especially when determining breakdown thresholds as functions of gas pressure