14 research outputs found

    Asociaal verkeersgedrag : Inzichten uit onderzoek over zes typen verkeersovertredingen

    No full text
    Verkeersveiligheid is binnen het collegeprogramma van de gemeente Rotterdam als speerpunt benoemd. Wethouder Eerdmans van Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte richt zich daarbij onder meer op het beperken van asociaal rijgedrag in de stad. De vraag van de gemeente Rotterdam aan TNO was om te onderzoeken of er gemeenschappelijke (gedrags)kenmerken zijn te definiëren van de weggebruikers die zich (geregeld) schuldig maken aan verkeersovertredingen. Gemeente Rotterdam heeft er voor gekozen om de focus te richten op zes typen overtredingen: 1 alcoholgebruik in het verkeer door automobilisten, 2 roodlichtnegatie door fietsers, 3 roodlichtnegatie door automobilisten, 4 het ontbreken van de juiste verlichting bij fietsers, 5 te hard rijden door automobilisten in woonwijken, en 6 niet stoppen bij zebrapaden. Asociale mensen of asociaal gedrag? In plaats van het denken in termen van asociale verkeersdeelnemers kan wellicht beter gedacht worden in termen van asociaal gedrag, waar mogelijk iedereen zich wel eens schuldig aan maakt. Dit biedt de mogelijkheid om te kijken naar de factoren die bijdragen aan asociaal gedrag zoals omgevingsfactoren, bijvoorbeeld indeling van de weg, en meer algemene menselijke factoren zoals de sociale norm. Wanneer deze factoren bekend zijn, kunnen (beleids)interventies op het veranderen van het asociale gedrag beter worden gedefinieerd. Aanpak : Om meer zicht te krijgen op deze factoren is voor de geselecteerde verkeers-overtredingen literatuuronderzoek gedaan in wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke literatuur. Ook is per overtreding gezocht naar interventies die al worden toegepast om de overtreding te tegen te gaan. Sociale invloed : Mensen gedragen zich vaak volgens de norm, ook als die norm niet overeenkomt met de verkeersregels. Door mensen zich te laten inleven in hun medemens, het gewenste gedrag uit te lichten, en sociale netwerken te benutten kan gewenst gedrag gestimuleerd worden. Aanbevelingen : Op basis van beschikbare gegevens kunnen we allereerst een algemene aanbeveling doen dat een gecombineerde aanpak van bestraffen of het veranderen van de fysieke omgeving en daarnaast beïnvloeden van normen het meest succesvol is. Beïnvloeden van de juiste normopvatting is lastig, maar kan bijvoorbeeld door mensen te herinneren aan hun medeweggebruikers en het doel om veilig te rijden. Verder zal bij de keuze van maatregelen of interventies afgewogen moeten worden of deze langdurig kunnen worden (kosten technisch) toegepast. Structurele maatregelen hebben namelijk meer effect dan kortdurende campagnes of acties. Specifiek worden per verkeersovertreding de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Om alcoholgebruik in het verkeer door automobilisten te verminderen lijken campagnes die zich richten op het bieden van betere handelingsperspectieven en het duidelijk maken wat de juiste sociale norm is, mogelijk effectief. Twijfelachtig is het of dat deze campagne aanpak effectief is bij de doelgroep, mannen van middelbare leeftijd. 2. Roodlichtnegatie onder fietsers kan beperkt worden door de noodzaak van stoplichten te heroverwegen en eventueel het comfort van de fietser te vergroten tijdens het wachten, bijvoorbeeld door het korter laten wachten of door plaatsen van overkappingen tegen de regen. Onzeker is het effect van de wachttijdvoorspeller op het verminderen van roodlichtnegatie. 3. Roodlichtnegatie onder automobilisten kan beperkt worden door goed ingericht cameratoezicht met daar aan gekoppelde boetes, door de fasering van stoplichten goed op elkaar af te stemmen en door het geven van een stopinschatting bij oranje licht. 4. Het voeren van de juiste fietsverlichting kan (beperkt) gestimuleerd worden door de slechte zichtbaarheid zonder fietsverlichting te benadrukken. Daarnaast kan ondersteuning worden geboden bij de routine van onderhoud van de fietsverlichting. 5. Te hard rijden in woonwijken kan effectief worden tegengegaan door het aanpassen van de weginrichting, maar dit is kostenintensief. Dit kan worden ondersteund door gebruik te maken van sociale invloed in de communicatie, door het geven van informatie over het positieve gedrag van anderen (een descriptieve norm). 6. Stoppen voor een zebrapad kan gestimuleerd worden door automobilisten hun naderingssnelheid te laten verminderen door fysieke aanpassingen (bijvoorbeeld door het plaatsen van drempels), waardoor voetgangers eerder voorrang zullen durven te nemen. Daarnaast kan met campagnes getracht worden de norm om vaart te minderen bij nadering van een zebrapad bekender te maken. We sluiten af met de beschrijving van een generiek stappenplan om van de kennis verzameld in deze rapportage, gecombineerd met kennis van specifieke problemen, te komen tot optimaal gekozen, goed onderbouwde interventies

    Netwerken rond maatschappelijke initiatieven: Succes- en faalfactoren (Werkrapportage ETP Zelfredzaamheid, WP1)

    No full text
    De voorliggende rapportage is een verslag van de in 2012 uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van de ontwikkeling van een Framework Lokale Veerkracht binnen het project Zelfredzaamheid (ETP I&G). Dit project stelt zich tot doel enerzijds het zelfredzame gedrag van burgers te versterken en anderzijds de samenwerking met professionals te bevorderen voor het daadwerkelijk realiseren van maatschappelijke initiatieve

    Doe mee met de engergierevolutie. Windmolens voor leefbaarheid : de revival van de dorpsmolen

    No full text

    Lost in persuasion A multidisciplinary approach for developing usable, effective, and reproducible persuasive technology for health promotion

    No full text
    Despite its acknowledged benefits for health promotion, the full potential of persuasive technology is not (yet) reached in regard to usability, effectiveness, and reproducibility. It often lacks an effective combination of technical features and behavior change strategies. This paper presents a multidisciplinary approach, addressing both aspects. It builds on the frameworks of situated Cognitive Engineering and Intervention Mapping. The approach generates building blocks from theory originating from different relevant disciplines; it specifies change objectives and requirements, described in the context of use, for intervention (strategy) and interaction (technology); it evaluates process, effect and impact, whereby claims on interaction and intervention are validated. To cope with language barriers between developers from different disciplines, the approach is presented as a guideline, illustrated with a case study. This approach is expected to contribute to a sound design rationale, a broad reach and ongoing use of the technology, and larger results in regard to health promotion

    Individual Resilience Monitoring : A usability study

    No full text

    Ecodriver. D12.2: Multi-modal in-vehicle and nomadic device eco-driving support for car drivers

    No full text
    This deliverable provides a report of the work conducted in Work Package 12: eco-driving system development and HMI feedback. The tasks required development of simple eco-driving feedback model algorithms and test scenarios and an assessment of basic systems and feedback modalities. These assessments have been conducted both in the laboratory and the simulated vehicle environment. The output of this stage of the ecoDriver project has been used to inform the design of Work Package 13 studies which are focused on the evaluation of eco-driving feedback solutions. This Work Package represents an important stage in the design of the final ecoDriver system, which is currently being prepared for in-vehicle integration and on-road testing
    corecore