30 research outputs found
Communicating Emotion:Vocal Expression of Linguistic and Emotional Prosody in Children With Mild to Profound Hearing Loss Compared With That of Normal Hearing Peers
Objectives: Emotional prosody is known to play an important role in social communication. Research has shown that children with cochlear implants (CCIs) may face challenges in their ability to express prosody, as their expressions may have less distinct acoustic contrasts and therefore may be judged less accurately. The prosody of children with milder degrees of hearing loss, wearing hearing aids, has sparsely been investigated. More understanding of the prosodic expression by children with hearing loss, hearing aid users in particular, could create more awareness among healthcare professionals and parents on limitations in social communication, which awareness may lead to more targeted rehabilitation. This study aimed to compare the prosodic expression potential of children wearing hearing aids (CHA) with that of CCIs and children with normal hearing (CNH). Design: In this prospective experimental study, utterances of pediatric hearing aid users, cochlear implant users, and CNH containing emotional expressions (happy, sad, and angry) were recorded during a reading task. Of the utterances, three acoustic properties were calculated: fundamental frequency (F0), variance in fundamental frequency (SD of F0), and intensity. Acoustic properties of the utterances were compared within subjects and between groups. Results: A total of 75 children were included (CHA: 26, CCI: 23, and CNH: 26). Participants were between 7 and 13 years of age. The 15 CCI with congenital hearing loss had received the cochlear implant at median age of 8 months. The acoustic patterns of emotions uttered by CHA were similar to those of CCI and CNH. Only in CCI, we found no difference in F0 variation between happiness and anger, although an intensity difference was present. In addition, CCI and CHA produced poorer happy-sad contrasts than did CNH. Conclusions: The findings of this study suggest that on a fundamental, acoustic level, both CHA and CCI have a prosodic expression potential that is almost on par with normal hearing peers. However, there were some minor limitations observed in the prosodic expression of these children, it is important to determine whether these differences are perceptible to listeners and could affect social communication. This study sets the groundwork for more research that will help us fully understand the implications of these findings and how they may affect the communication abilities of these children. With a clearer understanding of these factors, we can develop effective ways to help improve their communication skills.</p
Structure and Function of the Vocal Cords after Airway Reconstruction on Magnetic Resonance Imaging
Objectives/Hypothesis: Dysphonia is a common problem at long-term follow-up after airway surgery for laryngotracheal stenosis (LTS) with major impact on quality of life. Dysphonia after LTS can be caused by scar tissue from initial stenosis along with anatomical alterations after surgery. There is need for a modality to noninvasively image structure and function of the reconstructed upper airways including the vocal cords to assess voice outcom
Facial-muscle weakness, speech disorders and dysphagia are common in patients with classic infantile Pompe disease treated with enzyme therapy
Classic infantile Pompe disease is an inherited generalized glycogen storage disorder caused by deficiency of lysosomal acid α-glucosidase. If left untreated, patients die before one year of age. Although enzyme-replacement therapy (ERT) has significantly prolonged lifespan, it has also revealed new aspects of the disease. For up to 11 years, we investigated the frequency and consequences of facial-muscle weakness, speech disorders and dysphagia in long-term survivors. Sequential photographs were used to determine the timing and severity of facial-muscle weakness. Using standardized articulation tests and fibreoptic endoscopic evaluation of swallowing, we investigated speech and swallowing function in a subset of patients. This study included 11 patients with classic infantile Pompe disease. Median age at the start of ERT was 2.4 months (range 0.1-8.3 months), and median age at the end of the study was 4.3 years (range 7.7 months −12.2 years). All patients developed facial-muscle weakness before the age of 15 months. Speech was studied in four patients. Articulation was disordered, with hypernasal resonance and reduced speech intelligibility in all four. Swallowing function was studied in six patients, the most important findings being ineffective swallowing with residues of food (5/6), penetration or aspiration (3/6), and reduced pharyngeal and/or laryngeal sensibility (2/6). We conclude that facial-muscle weakness, speech disorders and dysphagia are common in long-term survivors receiving ERT for classic infantile Pompe disease. To improve speech and reduce the risk for aspiration, early treatment by a speech therapist and regular swallowing assessments are recommended
Brouwerstunnel ..... ja of neen?: Analyse van enkele knelpunten in de Amersfoortse verkeersinfrastruktuur
Rapport in opdracht van College B&W van Amersfoort. In het Centraal Stedelijk Gebied in Amersfoort tussen station en Binnenstad zijn nieuwe ontwikkelingen gepland voor werkgelegenheid en andere voorzieningen; die hebben grote potentie om bestaande barrières tussen binnenstad, woongebieden en stationsomgeving te slechten, mits er hoogwaardige routes voor langzaam verkeer komen. De Dienst Gemeentewerken is echter van oordeel dat er hier voor het autoverkeer een extra tunnel onder de spoorbaan door nodig is. Deze studie, waarvoor op 17 september 1986 de opdracht werd gegeven, onder de conditie dat eind oktober het eindrapport moest worden aangeboden, analyseert de problemen van ontsluitingsstructuren van Amersfoort. De conclusie is dat een gewijzigd verkeersbeleid voor de centrale oost-west as en de uitvoering van in het Verkeerscirculatieplan voorgestelde Ringwegverbetering, tendeert in een tangentiële ontsluitingsstructuur voor Amersfoort-zuid tot een zodanige daling van de verkeersbelasting in het centrum van de stad zal leiden, dat deze zgn. Brouwerstunnel niet nodig is, evenmin het zgn. Ponlijntracé.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience
Rekenen aan bereikbaarheid
Samenwerkingsproject van de TU Delft en Peek Traffic BV. Bereikbaarheid hangt af van twee factoren: enerzijds van de mate waarin men zekere verplaatsingsweerstanden acceptabel acht en anderzijds van de aantallen personen/huishoudens, voor wie die weerstanden gelden. Die weerstanden zijn essentieel: kleine bieden meer mogelijkheden dat iets bereikt wordt dan grote en omgekeerd. Ze zijn echter niet absoluut; iedere persoon waardeert ze anders en bovendien is die waardering weer gekoppeld aan het soort activiteit, waarvoor men een verplaatsing maakt of wil maken. Dit maakt rekenen aan bereikbaarheid boeiend en complex. Deze notitie beoogt hieraan een bijdrage te leveren. Getracht is, in samenhang met het eenduidig definiëren van de belangrijkste begrippen en ze te voorzien van hanteerbare dimensies, een conceptueel model uit te werken om bereikbaarheidsprofielen van bestemmingszones te kwantificeren, rekening houdend met (individuele) acceptaties van verplaatsingsweerstanden, met concurrenties tussen bestemmingszones en met de bijdragen van concurrerende vervoersystemen. Parallel hieraan is een proeve van een computerprogramma ontwikkeld om dit model te operationaliseren en een aantal studie-cases door te rekenen. Dit programma, dat op aanvraag ter beschikking staat, bevat tevens een module om de verkregen resultaten te vergelijkenn met die van traditionele verkeersmodellen.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience
Taakstelling transport: Verslag VF periode 1983-1986. Deelprogramma B: Vervoer-verkeer-infrastructuur
Dit rapport geeft een overzicht van onderzoekresultaten van de vakgroepen VERKEER en POO (Planning, Ontwerpen en Organisatie) van de Faculteit der Civiele Techniek en van de vakgroep TBB (Techniek, Bedrijf en Bestuur) van de Faculteit der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen van de Technische Universiteit Delft. Het betreft het onderzoek van deelprogramma B: Vervoer-Verkeer-Infrastructuur binnen de taakstelling TRANSPORT. De verslaglegging volgt de structuur van het onderzoekprogramma, namelijk een indeling volgens taakvelden, thema's, onderwerpen en projecten. Per project is aangegeven een beschrijving in de behaalde resultaten alsmede een overzicht van de publikaties gedurende de periode 1983-1986, voorafgegaan door een samenvatting per onderzoekthema.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience
Perspective on traffic control: Aspects of freeway control, intersection control and the control of transit flow in the Netherlands
Paper presented at the 1988 TRB Annual Meeting, Washington D.C., USA. The first part of this paper deals with the control and signalling system for motorways, directed to a more efficient use of available road capacity and to the improvement of road safety. The second part gives some insight into the traffic conditions in urban areas and of the Dutch method of intersection control by means of dynamic multiphase control schemes; examples are given of the application of the tactics for public transport priority control at signalized intersections. The third part deals with operational control of transit flow; it presents research into the control of services executed by trams and buses in urban areas, directed to the improvements of punctuality and regularity. The fundamentals of TRICOPT are explained, and the effects are calculated on the efficiency of this control for the required fleet sizes. Some results are presented of experiments with the strategy of conditioned punctuality control by means of the so called "passing moments" and of the development of a management information system for the supervision of the operational qualities in transit flow. Finally some remarks are stated on the need for adequate management- and information systems to control data day by day of all quality aspects in transit flow, to fulfil the demands of "Public transport as a quality product".Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience
ACQUAINT-1: Accessibility Quantified In Traceable Terms
Samenwerkingsproject TU Delft en Peek Traffic. Deze notitie geeft een korte handleiding voor het gebruik van het programma ACQUAINT-1. Dit computerprogramma is gemaakt om het in de notitie "Rekenen aan Bereikbaarheid" (maart 1993) ontwikkelde conceptuele model te operationaliseren en studie-cases te kunnen doorrekenen. Waar nodig wordt naar deze notitie verwezen met de afkorting RAB, gevolgd door een paragraaf- of paginanummer [RAB S(i)/RAB -(i)-]. Het computerprogramma draagt de naam "ACQUAINT-1", hetgeen staat voor "Accessibility Quantified in Traceable Terms, versie 1". Evenals het conceptuele model is het namelijk zo doorzichtig mogelijk opgezet, waardoor alle berekeningen stap voor stap zijn te controleren. Het programma, dat op aanvraag verkrijgbaar is bij de vakgroep VERKEER, bevat tevens een module om verkregen resultaten te vergelijken met die van traditionele verkeerskundige modellen.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience