What determines walking of older people in their neighborhood?

Based on literature review and five focus groups, a model was analyzed describing individual, social environmental and physical environmental (perceived) determinants of walking by older people. Aim was to test whether these determinants were significantly associated with the duration of walking by older people (N = 567, 50 - 80 years) in a middle-sized Dutch town. Walking time was best predicted by attitude towards walking (partial correlation in model (partial r) 0.18; p < 0.05), social contacts (partial r 0.12, p < 0.05), perceived quality of life (partial r 0.21 p < 0.01), satisfaction with the demographics of the neighborhood (partial r - 0.14, p < 0.01), and walking outside the neighborhood (partial r 0.28 p < 0.01). The model explained 20% of the total variance in walking time. Conclusion is that individual and social determinants predicted the most variance in walking time and that perceived environmental determinants played only a minor role. Health promotion actions may benefit from these insights

Advies ouderenadviseurs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Drechtsteden

JG

Samenwerking Integraal Zorgloket en Meldpunt Ouderen in Nieuw Lekkerland

JG

Versterking van de positie van de zorgvrager

JG

Wat heet beter - NIPG-onderzoek

Een eerste verslag van een onderzoek naar gebruik van en teveredenheid met alternatieve en officiële geneeskunde. Naar aanleiding van dit onderzoek zond 'Wat heet beter' op 24 juni 1980 een programma uit van 80 minuten waarin wij huisartsen, specialisten en alternatieve genezers konfronteerden met het onderzoek

Trendrapport bewegen en gezondheid 1998/1999

Het wordt steeds duidelijker dat voldoende bewegen belangrijk is voor een goede gezondheid. Op initiatief van TNO en met steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is besloten de resultaten van activiteiten als 'Nederland in Beweging!' en 'Jeugd in Beweging!' periodiek te rapporteren in 'Trendrapporten bewegen en gezondheid'. Beleidsmakers, onderzoekers, instanties en personen betrokken bij de implementatie van bewegings-stimulerings-programma's kunnen zich zo snel op de hoogte stellen van de nieuwste ontwikkelingen en onderzoeksresultaten. Dit is het tweede rapport dat, in vergelijking tot het eerste uit 1997, is verbreed tot een scala van organisaties die actief zijn op dit terrein. Het rapport is tevens een platform waarin organisaties hun meest recente onderzoek kunnen presenteren. Achtereenvolgens worden behandeld: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen; de vraag of Nederlanders nog wel (genoeg) bewegen; trends in sportieve activiteit in Nederland; het beloop van alledaagse lichamelijke activiteit van een selecte groep Nederlanders; lichamelijke activiteit in relatie tot andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten; trends in sportblessures in Nederland