13 research outputs found
Hogere zoutconcentratie leidt tot een verhoogde waterdoorlatendheid van de waterbodem
Door de combinatie van klimaatverandering (zeespiegelstijging en langere droogteperiodes) en ontwatering voor landbouw neemt de kans op stijgende zoutconcentratiesin het oppervlaktewater in laag Nederland toe. Hoewel bekend is dat dit chemische enfysische effecten kan hebben, is de interactie tussen fysische en biogeochemische processen onderbelicht gebleven. In dit artikel wordt een veldexperiment gepresenteerdwaarin de effecten van verhoogde zoutconcentraties op de combinatie van chemischeen fysische processen in een voormalig brak laagveen zijn bestudeerd. Met behulp vanbiogeochemische analyses en de omgekeerde boorgatmethode in de waterbodem wordtaangetoond dat een verhoogde zoutconcentratie in het oppervlaktewater kan leiden toteen verhoogde waterdoorlatendheid van de waterbodem
Veen kan tegen een klimaatstootje
Venen spelen een belangrijke rol in de koolstofcyclus. Een vijfde deel van alle koolstof in de bodem zit in veen. Venen zijn daarmee belangrijke koolstofmagazijnen. Maar blijft die opslagfunctie in stand als het klimaat verandert? Jelmer Nijp promoveerde vorige week op een studie naar het effect van veranderde regenval op venen
Hogere zoutconcentratie leidt tot een verhoogde waterdoorlatendheid van de waterbodem
Contains fulltext :
195226.pdf (Publisher’s version ) (Open Access)15 p
Stimuleren van acrotelmontwikkeling in hoogveenrestanten : Eindrapportage OBN-17-87-NZ en acrotelmonderzoek Noord-Brabant
Dit onderzoek had tot doel uit te zoeken of via herintroductie van bultvormende veenmos soorten de ontwikkeling van een nieuwe acrotelm gestimuleerd kan worden. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen twee uitgangssituaties: 1) herintroductie op een kale (zwart)veenbodem en 2) in een veenmosvegetatie met slenksoorten
Can frequent precipitation moderate the impact of drought on peatmoss carbon uptake in northern peatlands?
Northern peatlands represent a large global carbon store that can potentially be destabilized by summer water table drawdown. Precipitation can moderate the negative impacts of water table drawdown by rewetting peatmoss (Sphagnum spp.), the ecosystem's key species. Yet, the frequency of such rewetting required for it to be effective remains unknown. We experimentally assessed the importance of precipitation frequency for Sphagnum water supply and carbon uptake during a stepwise decrease in water tables in a growth chamber. CO2 exchange and the water balance were measured for intact cores of three peatmoss species (Sphagnum majus, Sphagnum balticum and Sphagnum fuscum) representative of three hydrologically distinct peatland microhabitats (hollow, lawn and hummock) and expected to differ in their water table–precipitation relationships. Precipitation contributed significantly to peatmoss water supply when the water table was deep, demonstrating the importance of precipitation during drought. The ability to exploit transient resources was species-specific; S. fuscum carbon uptake increased linearly with precipitation frequency for deep water tables, whereas carbon uptake by S. balticum and S. majus was depressed at intermediate precipitation frequencies. Our results highlight an important role for precipitation in carbon uptake by peatmosses. Yet, the potential to moderate the impact of drought is species-specific and dependent on the temporal distribution of precipitation
Can frequent precipitation moderate drought impact on peatmoss carbon uptake in northern peatlands?
Northern peatlands represent a large global carbon store that potentially can be destabilised by summer water table drawdown. Precipitation can moderate negative impacts of water table drawdown by rewetting peatmoss (Sphagnum spp.), the ecosystems’ key species. Yet, the frequency for such rewetting to be effective remains unknown. We experimentally assessed the importance of precipitation frequency for Sphagnum water supply and carbon uptake during a stepwise decrease in water tables in a growth chamber. CO2 exchange and the water balance were measured for intact cores of three peatmoss species (Sphagnum majus, S. balticum and S. fuscum) representative of three hydrologically distinct peatland microhabitats (hollow, lawn, hummock) and expected to differ in their water table-precipitation relationships. Precipitation contributed significantly to peatmoss water supply at deep water tables, demonstrating the importance of precipitation during drought. The ability to exploit transient resources was species-specific; S. fuscum carbon uptake increased linearly with precipitation frequency at deep water tables, whereas carbon uptake by S. balticum and S. majus was depressed at intermediate precipitation frequencies. Our results highlight an important role for precipitation on carbon uptake by peatmosses. Yet, the potential to moderate drought impact is species-specific and dependents on the temporal distribution of precipitation
Hogere zoutconcentratie leidt tot een verhoogde waterdoorlatendheid van de waterbodem
Door de combinatie van klimaatverandering (zeespiegelstijging en langere droogteperiodes) en ontwatering voor landbouw neemt de kans op stijgende zoutconcentratiesin het oppervlaktewater in laag Nederland toe. Hoewel bekend is dat dit chemische enfysische effecten kan hebben, is de interactie tussen fysische en biogeochemische processen onderbelicht gebleven. In dit artikel wordt een veldexperiment gepresenteerdwaarin de effecten van verhoogde zoutconcentraties op de combinatie van chemischeen fysische processen in een voormalig brak laagveen zijn bestudeerd. Met behulp vanbiogeochemische analyses en de omgekeerde boorgatmethode in de waterbodem wordtaangetoond dat een verhoogde zoutconcentratie in het oppervlaktewater kan leiden toteen verhoogde waterdoorlatendheid van de waterbodem
The influence of spatiotemporal variability and adaptations to hypoxia on empirical relationships between soil acidity and vegetation
Soil acidity is well known to affect the species composition of natural vegetation. The physiological adaptations of plants to soil acidity and related toxicity effects and nutrient deficiencies are, however, complex, manifold and hard to measure. Therefore, generally applicable quantifications of mechanistic plant responses to soil acidity are still not available. An alternative is the semi-quantitative and integrated response variable ‘indicator value for soil acidity’ (Rm). Although relationships between measured soil pH and Rm from various studies are usually strong, they often show systematic bias and still contain high residual variances. On the basis of a well-documented national dataset consisting of 91 vegetation plots and a dataset with detailed, within-plot, pH measurements taken at three periods during the growing season, it is shown that strong spatiotemporal variation of soil pH can be a critical source of systematic errors and statistical noise. The larger part of variation, however, could be explained by the moisture status of plots. For instance, Spearman's rho decreased from 93% for dry plots and 87% for moist plots to 59% for wet plots. The loss of relation between soil pH and Rm in the moderately acid to alkaline range at increasingly wetter plots is probably due to the establishment of aerenchyma-containing species, which are able to control their rhizosphere acidity. Adaptation to one site factor (oxygen deficit) apparently may induce indifference for other environmental factors (Fe2+, soil pH). For predictions of vegetation response to soil acidity, it is thus important to take the wetness of plots into accoun