Turbulence and Productivity; an analysis of 40 Dutch regions in the period 1988-1996

From an empirical perspective there is growing evidence on the relation between size class distributions and economic performance. However, the question whether this change of the size class structure of industries has influenced economic performance is still underresearched. The purpose of this study is to assess the effect of entry and exit of firms on productivity in a regional approach. A model for total factor productivity is estimated using data of 40 Dutch regions for the years 1988 through 1996. The regions can be des-aggregated into two separate sectors: manufacturing and services. The findings indicate some positive effects of turbulence on total factor productivity of regions and thereby on productivity and growth at macro-level. In the service sector it was found that turbulence has an upward impact on the TFP growth in a region.

Turbulence and productivity in the Netherlands

Onderzoek naar de invloed van toe- en uittreding van bedrijven op de productiviteit van sectoren. De uitkomsten wijzen uit dat toe- en uittreding in de diensten de productiviteit en hiermee de economische groei positief beïnvloeden. In de nijverheid lijkt de toe- en uittreding van bedrijven geen bijdrage te leveren aan de productiviteit. Het onderzoek is gebaseerd op regionale gegevens van het CBS en de Vereniging van Kamers van Koophandel betreffende de periode 1988-1996. Met de gegevens is een model geschat, dat gebaseerd is op de Cobb-Douglas productiefunctie. In het model wordt de productie in een sector en regio bepaald door de inzet van arbeid en kapitaalgoederen (zoals machines, computers en gebouwen) en de mate waarin er toe- en uittreding optreedt. De mate van toe- en uittreding wordt samengevat met de turbulentiemaatstaf, dit is de som van toe- en uittreding van bedrijven gedeeld door het totale aantal bestaande bedrijven. Het model is voor de diensten en de nijverheid apart geschat.

Siclass: forecasting the European enterprise sector by industry and size-class

SICLASS (Size Classes) is een econometrische model gericht om de huidige omvang en structuur van�Europese midden en kleinbedrijven te bepalen. Daarnaast wordt het model gebruikt om macro-economische scenario’s te� maken voor de toekomst. Tevens kunnen ook andere scenario’s ontwikkeld worden om de invloed van diverse macro-economische beleidsmaatregelen te analyseren.

Estimating missing data within an accounting and aggregation framework

Onderzoek naar de methoden voor de berekening van ontbrekende data. Het onderzoek poogt een antwoord te geven op de vraag hoe schattingen geprepareerd kunnen worden voor ontbrekende data in een datamatrix.

Setting up a business in the Netherlands

Onderzoekt de kenmerken van mensen die de plannen voor het starten van een onderneming realiseren, vergeleken met de mensen die opgeven of bezig blijven met het opzetten van de onderneming.

Why are some firms more internationally committed thand others? The role of knowledge, firm development stage, and optimism

In this study we use a unique data set to examine factors related to international commitment of owner-managed firms. We draw on different streams of research�such as the knowledge-based view, the stage theory of internationalization and the new venture theory of internationalization to study firms involvement in foreign markets. Our results suggest that knowledge-based resources embedded in the management team and the firms attitude towards innovation increase international commitment. Further, consistent with the stage theory of internationalization, we find that firms demonstrate a pattern of steadily increasing foreign commitment. However, this latter finding was obtained only after taking into account the firms optimism in terms of future growth. Optimism among start-ups therefore may obscure the relationship between firm development stage on the one hand and international commitment on the other.

The influence of innovation on firm size

This study puts forward the relevance of investigating the relation between innovation and firm size, acknowledging differences between process innovation and product innovation. From different strands in economic literature, the relevance of innovation in explaining average firm size has been put forward. The efforts made so far in this particular research area, are still limited. Future empirical studies in this area would ideally require a two-way causation model and appropriate datasets. Our empirical results suggest a positive impact of innovation on average firm size. Furthermore, larger shares of process innovation per-formed by the company itself are associated with smaller average firm size.

Intrapreneurship - An international study

This paper presents the results of a novel international study of intrapreneurship ( i.e., employees developing new business activities for their employer), carried out in eleven countries in the framework of the Global Entrepreneurship Monitor. At the individual level, it is found that intrapreneurs are much more likely to have intentions to start a new independent business than other employees. However, at the macro level�the study finds a negative correlation between intrapreneurship and independent entrepreneurship. One explanation for these contrasting outcomes is�a diverging effect of per capita income on intrapreneurship (positive effect) and early-stage entrepreneurial activity (negative effect). �

Creative Destruction and Regional Competitiveness

New firms stimulate competitiveness via market selection and competitive pressures, by forcing less efficient incumbents to exit or to improve their productivity. This way, both the creation and destruction of firms (turbulence) may improve competitiveness. In this paper the effect of turbulence on regional competitiveness (measured as total factor productivity and employment growth) is analysed in 40 regions in the Netherlands over the period 1988-2002. Our analyses suggest that turbulence leads to productivity growth in services but not so in manufacturing. Employment growth appears to benefit from firm dynamics in manufacturing.

Scanning the future of entrepreneurship: a scenario analysis for The Netherlands

Verkenning van de mogelijkheden om het aantal zelfstandige ondernemingen te verklaren via een empirisch model. Met een dergelijk model kunnen tevens scenario’s gemaakt worden voor de toekomstige ontwikkeling van het aantal ondernemingen in Nederland. Enkele modellen worden stap voor stap opgebouwd. Het model dat gebruikt wordt voor de scenarioanalyse verklaart het aantal ondernemingen, toe- en uittreding uit economische en demografische variabelen en de afwijking van het veronderstelde evenwichtsniveau van het aantal ondernemingen. Dit evenwichtsniveau voor Nederland volgt uit een andere EIM-studie 'Business Ownership and Economic Growth: An Empirical Investigation' (bestelnummer H9809) waarbij gegevens uit 23 OESO-landen gebruikt zijn. De modellen laten zien dat de spectaculaire stijging van het aantal ondernemers in het afgelopen decennium in Nederland mede toegeschreven kan worden aan een inhaalslag op de achterstand die Nederland had ten opzichte van het veronderstelde evenwichtsniveau. Voor de nabije toekomst wordt een verdere stijging van het percentage ondernemers in de beroepsbevolking verwacht, maar deze groei zal minder sterk zijn dan in het recente verleden. In het model is - naast het afgenomen effect van de inhaalslag - ook de vergrijzing een belangrijke oorzaak van deze afnemende groei.